ECLI:NL:RBNHO:2016:9763

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
25 november 2016
Publicatiedatum
25 november 2016
Zaaknummer
15/871493-14 en 15/700079-15
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal en heling van horloges en vervaardigen van filmpjes zonder toestemming

Op 25 november 2016 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van diefstal en heling van diverse horloges, alsook van het vervaardigen van filmpjes zonder toestemming. De rechtbank heeft de zaken gevoegd behandeld, waarbij de verdachte werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. N.F. Hoogervorst. De tenlastelegging omvatte onder andere de diefstal van horloges van verschillende merken, waaronder Hublot en Rolex, en het vervaardigen van filmpjes in een privé-setting zonder medeweten van de betrokkenen. Tijdens de zittingen op 10 en 11 november 2016 is het bewijs besproken, waaronder WhatsApp-berichten en getuigenverklaringen. De officier van justitie eiste bewezenverklaring van de feiten, terwijl de verdediging vrijspraak bepleitte. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de diefstal en heling, en sprak de verdachte vrij van de meeste tenlastegelegde feiten. Wel werd de verdachte schuldig bevonden aan opzetheling van enkele goederen. De rechtbank legde een taakstraf op van 150 uren, met inachtneming van de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de overschrijding van de redelijke termijn van de procedure. De vorderingen van de benadeelde partijen werden afgewezen, omdat niet vaststond welke goederen de verdachte daadwerkelijk onder zich had.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Alkmaar
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/871493-14 en 15/700079-15 (gevoegd ter terechtzitting) (P)
Uitspraakdatum: 25 november 2016
Tegenspraak (
gemachtigd raadsvrouw)
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 10 en 11 november 2016 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [adres] .
De rechtbank heeft de zaken, die bij afzonderlijke dagvaardingen onder de bovenvermelde parketnummers zijn aangebracht, gevoegd.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. D. Sarian en van hetgeen de raadsvrouw van verdachte, mr. N.F. Hoogervorst, advocaat te Amsterdam, naar voren heeft gebracht.

1.Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
parketnummer 15/871493-14
Feit 1
Primair
hij op of omstreeks 25 juli 2014 te [plaats 1] , tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning gelegen aan de [adres] , heeft weggenomen een of meer horloge(s) (welke zich bevond(en) in een doos met het opschrift "WATCHES"), waaronder
- één (heren)horloge van het merk en/of type Hublot, en/of
- één (heren)horloge van het merk en/of type Hummer, en/of
- één (heren)horloge van het merk en/of type Locman, en/of
- één (heren)horloge van het merk en/of type Certina DS, en/of
- één (heren)horloge van het merk en/of type Dolce & Gabana,
in elk geval enig goed, (telkens) geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) het/de weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking;
Subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 25 juli 2014 tot en met 26 juli 2014 te [plaats 1] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een of meer horloge(s) (welke zich bevond(en) in een doos met het opschrift "WATCHES"), waaronder
- één (heren)horloge van het merk en/of type Hublot, en/of
- één (heren)horloge van het merk en/of type Hummer, en/of
- één (heren)horloge van het merk en/of type Locman, en/of
- één (heren)horloge van het merk en/of type Certina DS, en/of
- één (heren)horloge van het merk en/of type Dolce & Gabana,
op één of meer moment(en) in voormelde periode heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van (telkens een of meer van) voormelde goederen (telkens) wist(en) dan wel redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
Feit 2
Primair
hij in of omstreeks de periode van 25 juli 2014 tot en met 26 juli 2014 te [plaats 1] , tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning gelegen aan de [adres] , heeft weggenomen (onder andere)
- een of meer horloge(s), waaronder één dameshorloge van het merk en/of type Rolex Oyster en/of één herenhorloge van het merk en/of type Cartier Roadster, en/of
- een of meer ring(en), waaronder één meerkleurige gouden ring (afgezet met witte diamanten) van het merk Cartier, en/of
- een of meer oorbel(len), waaronder één (paar) oorbel(len) waarbij de oorbel (telkens) bestaat uit twee of drie door elkaar gedraaide ringen van gekleurd goud en/of bezet is met een steentje, en/of
- een of meer kledingstuk(ken) en/of kledingaccessoire(s), waaronder één sjaal, kleur bruin, van het merk Louis Vuitton, en/of
- een of meer computer(s), waaronder één tablet van het merk Samsung, en/of
- een zonnebril, kleur bruin, van het merk Ray Ban, en/of
- een autosleutel van het merk Saab, en/of
- een pet met klep, kleur zwart, met de tekst "New York",
in elk geval enig goed, (telkens) geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) het/de weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking;
Subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 25 juli 2014 tot en met 14 augustus 2014 te [plaats 1] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (onder andere)
- een of meer horloge(s), waaronder één dameshorloge van het merk en/of type Rolex Oyster en/of één herenhorloge van het merk en/of type Cartier Roadster, en/of
- een of meer ring(en), waaronder één meerkleurige gouden ring (afgezet met witte diamanten) van het merk Cartier, en/of
- een of meer oorbel(len), waaronder één (paar) oorbel(len) waarbij de oorbel (telkens) bestaat uit twee of drie door elkaar gedraaide ringen van gekleurd goud en/of bezet is met een steentje, en/of
- een of meer kledingstuk(ken) en/of kledingaccessoire(s), waaronder één sjaal, kleur bruin, van het merk Louis Vuitton, en/of
- een of meer computer(s), waaronder één tablet van het merk Samsung, en/of
- een zonnebril, kleur bruin, van het merk Ray Ban, en/of
- een autosleutel van het merk Saab, en/of
- een pet met klep, kleur zwart, met de tekst "New York",
op één of meer moment(en) in voormelde periode heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van (telkens een of meer van) voormelde goederen (telkens) wist(en) dan wel redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
parketnummer 15/700079-15
1.
hij op of omstreeks 26 juli 2014 op een of meer verschillende tijdstippen te [plaats 1] , (telkens) gebruik makende van een technisch hulpmiddel, te weten een mobiele telefoon (Apple Iphone 5), waarvan de aanwezigheid niet op duidelijke wijze kenbaar was gemaakt, (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk van een persoon, te weten [benadeelde partij 2] , aanwezig in een woning of op een andere niet voor het publiek toegankelijke plaats, te weten een/het (bubbel)bad in een pand aan de [adres] ,
een of meer afbeelding(en), te weten één of meerdere filmpje(s), heeft vervaardigd;
2.
hij in of omstreeks de periode van 26 juli 2014 tot en met 25 augustus 2014 op een of meer verschillende tijdstippen in [plaats 1] , een of meer afbeelding(en), te weten één of meerdere filmpje(s), welke door verdachte en/of [medeverdachte 1] , althans een ander of anderen dan verdachte, (telkens) waren/was vervaardigd met een technisch hulpmiddel, te weten een of meer mobiele telefoon(s), waarvan de aanwezigheid niet op duidelijke wijze kenbaar waren/was gemaakt, (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk van een persoon, te weten [benadeelde partij 2] , aanwezig in een woning of op een andere niet voor het publiek toegankelijke plaats, te weten het/een (bubbel)bad in een pand en/of de jacuzzi in de tuin van een pand aan de [adres] , en waarover verdachte aldus (telkens) de beschikking heeft gehad, (telkens) openbaar heeft gemaakt.

2.Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

3.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de in de zaak met parketnummer 15/871493-14 onder 1 primair en 2 primair, alsmede in de zaak met parketnummer 15/700079-15 ten laste gelegde feiten.
3.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft integrale vrijspraak bepleit in beide zaken. Zij heeft daartoe ten aanzien van de in de zaak met parketnummer 15/871493-14 ten laste gelegde feiten aangevoerd dat voor de onder 1 primair ten laste gelegde, al dan niet tezamen en in vereniging met een ander gepleegde, diefstal onvoldoende bewijs voorhanden is waaruit blijkt dat verdachte het oogmerk had om die horloges weg te nemen. Immers, vast staat dat Young China degene is die de wegnemingshandeling heeft verricht. Bij gebrek aan indicaties voor een gezamenlijk plan, een gezamenlijke uitvoering en een taakverdeling met inwisselbare rollen, kan de voor het medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking met Young China niet worden vastgesteld.
Evenmin kan de onder 1 subsidiair ten laste gelegde heling wettig en overtuigend worden bewezen. De raadsvrouw heeft, onder verwijzing naar arresten van de Hoge Raad d.d. 23 november 2010 [1] en 31 januari 2012 [2] , aangevoerd dat het enkele kort vasthouden van het horloge onvoldoende is om aan te nemen dat verdachte het in de zin van artikel 416 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) voorhanden heeft gehad.
De raadsvrouw heeft zich ten aanzien van het onder 2 primair ten laste gelegde feit eveneens op het standpunt gesteld dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is te ontlenen aan het voorhanden procesdossier voor het aannemen van enige betrokkenheid bij de op het tweede feest gepleegde diefstal, zodat verdachte daarvan moet worden vrijgesproken. Zulks geldt ook ten aanzien van de onder 2 subsidiair ten laste gelegde heling. Verdachte heeft geen feitelijke zeggenschap gehad over de ontvreemde goederen, hooguit wetenschap.
Ten aanzien van het in de zaak met parketnummer 15/871493-14 onder 1 ten laste gelegde feit heeft de raadsvrouw eveneens vrijspraak bepleit nu verdachte heeft betwist dat de filmpjes heimelijk zijn opgenomen en daar tegenover enkel de verklaring van [benadeelde partij 2] staat. Ook dient verdachte te worden vrijgesproken van het onder 2 ten laste gelegde feit nu niet kan worden vastgesteld dat hij de door zijn medeverdachte [medeverdachte 1] vervaardigde opname openbaar heeft gemaakt, aldus de raadsvrouw.
3.3.
Vrijspraak
parketnummer 15/871493-14
Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen verdachte onder
1 primairten laste is gelegd en moet hij daarvan worden vrijgesproken.
De rechtbank overweegt daartoe dat uit het dossier weliswaar is gebleken dat in de nacht van 24 op 25 juli 2014 ‘neppe watchas’ (de rechtbank begrijpt: nep horloges) zijn ontvreemd uit de woning van [benadeelde partij 1] , maar dat uit het tussen [medeverdachte 2] en verdachte gevoerde WhatsAppgesprek van 25 juli 2014 niet meer kan worden afgeleid dan dat verdachte wetenschap had van het gegeven dat de betreffende horloges waren weggenomen. De rechtbank is, anders dan de officier van justitie, van oordeel dat onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is te ontlenen aan genoemd gesprek voor het aannemen van een voor medeplegen vereiste bewuste en nauwe samenwerking met betrekking tot het wegnemen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, zodat verdachte daarvan moet worden vrijgesproken.
Naar het oordeel van de rechtbank is evenmin wettig en overtuigend bewezen hetgeen verdachte onder
2 primairten laste is gelegd en moet hij daarvan worden vrijgesproken.
De rechtbank is van oordeel dat uit de voorhanden processtukken noch uit het verhandelde ter terechtzitting wettig en overtuigend is komen vast te staan dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het wegnemen van (een van) de in de tenlastelegging genoemde goederen. Evenmin is gebleken van een nauwe en bewuste samenwerking met een van zijn medeverdachten gericht op de diefstal, zodat verdachte van het onder 2 primair tenlastegelegde zal worden vrijgesproken.
parketnummer 15/700079-15
Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen verdachte onder
1 en 2ten laste is gelegd en moet hij daarvan worden vrijgesproken.
Vervaardigen filmpjes
De rechtbank overweegt daartoe dat de verklaringen van aangeefster en verdachte verschillen wat betreft het al dan niet heimelijke karakter van de opnames in de badkamer. Aangeefster heeft verklaard dat zij niet wist dat verdachte opnames maakte van de seksuele handelingen in de badkamer, terwijl verdachte heeft verklaard dat hij de opnames in overleg met en met instemming van aangeefster heeft gemaakt. Nu het dossier geen andere bewijsmiddelen bevat waaruit de heimelijkheid van de opnames blijkt, zal de rechtbank verdachte vrijspreken van het hem onder 1 tenlastegelegde.
Openbaar maken filmpjes
Nu het heimelijke karakter van voornoemde filmpjes niet is komen vast te staan, zal de rechtbank verdachte ook vrijspreken van het hem onder 2 tenlastegelegde, voor zover dit ziet op het openbaar maken van de door hem vervaardigde opnames. Ten aanzien van het door medeverdachte [medeverdachte 1] vervaardigde filmpje van handelingen tussen aangeefster en verdachte in de jacuzzi in de achtertuin overweegt de rechtbank dat aan het procesdossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is te ontlenen dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het openbaar maken daarvan. Verdachte heeft aangegeven dat het zou kunnen dat hij het filmpje naar een aantal goede vrienden heeft doorgestuurd, maar dat weet hij niet zeker. Geen van de medeverdachten en/of getuigen heeft verklaard dit filmpje van verdachte te hebben ontvangen. Evenmin is de plaatsing van het filmpje op internet op enigerlei wijze tot verdachte te herleiden.
3.4.
Redengevende feiten en omstandigheden [3]
parketnummer 15/871493-14
Feit 1 subsidiair
Op 1 augustus 2014 heeft [benadeelde partij 1] aangifte gedaan van diefstal van diverse veelal waardevolle goederen uit zijn woning, gelegen aan [adres] te [plaats 1] . [4] Op 30 augustus 2014 heeft [benadeelde partij 1] een aanvullende verklaring afgelegd. [5] Hij heeft verklaard dat hij in het bezit is van een aantal nephorloges. Deze horloges bevinden zich in een doos die hij in een van de lades in zijn slaapkamer bewaart. [6]
Onder verdachte is een mobiele telefoon, Apple iPhone 5, inbeslaggenomen. De data-inhoud van de mobiele telefoon is veiliggesteld en aan het onderzoeksteam ter beschikking gesteld. [7] In de mobiele telefoon is het navolgende, op 25 juli 2014 vanaf 20:08 uur gevoerde, WhatsApp gesprek tussen [medeverdachte 2] en verdachte aangetroffen.
[verdachte] : We zitte in een verhaal
[verdachte] : He broertje young china toxh
[verdachte] : Neemt 9 neppe mee
[verdachte] : Doos op de grond gelaten enzo
[verdachte] : Moeten terug zette
[medeverdachte 2] : Kanker mongool
[medeverdachte 2] : Neppe watchas
[verdachte] : Jaaa
[verdachte] : Dus nu komen we in een verhaal voor nep shit
[verdachte] : Moete terug zette
[medeverdachte 2] : Ja we gaan zo die kant op toch
[verdachte] : Jaaa
[medeverdachte 2] : Waar heeft die ze geklemd
[medeverdachte 2] : Heeft die chick je wat gezegd erover?
[verdachte] : Pa ze kamer
[verdachte] : Niks heeft die chick gezefs nog
[medeverdachte 2] : Oke dus kan zometeen geregeld worden
[medeverdachte 2] : Maar is gevaarlijk
[medeverdachte 2] : Kanker kind
[medeverdachte 2] : Gaat ie half werk leveren
[medeverdachte 2] : Mongool
[verdachte] : Ja hij kan ook niet ruike dat nep is toch
[verdachte] : Alleen hij laat die doos slijgere
[verdachte] : Slingere
[medeverdachte 2] : Nee maar hy moet die doos toch goed zetten dat bedoel ik
[medeverdachte 2] : Imbiciel
[verdachte] : Jaa dom
[verdachte] : Matue hoe ik een hublot in me had heb
[verdachte] : Hand
[verdachte] : Valle de schroeven er uit
[medeverdachte 2] : Komt goed zetten et straks terug
[verdachte] : Dacht we zijn klaar
[medeverdachte 2] : Jaa zou heerlijk zijn
[verdachte] : Ja man [8]
Op 28 augustus 2014 heeft [benadeelde partij 1] uit een lade in zijn slaapkamer een doos met daarop de tekst WATCHES aan verbalisanten Leijstra en Veenstra aangewezen. Leijstra heeft geconstateerd dat er vijf horloges in de doos aanwezig waren, waaronder een horloge van het merk Hublot. Het horloge mistte een schroefje rechtsboven de wijzerplaat. [9] De overige horloges in de doos waren van het merk Hummer, Locman, Certina DS en Dolce & Gabana. [10]
Verdachte heeft noch ten overstaan van de politie, noch ter terechtzitting – waar hij niet aanwezig was – een (aannemelijke) verklaring over het WhatsApp gesprek willen afleggen.
De rechtbank gaat er, op grond van voornoemde bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, van uit dat in de nacht van 24 op 25 juli 2014 een doos met ‘neppe watchas’ (de rechtbank begrijpt: nep horloges) is ontvreemd uit de slaapkamer van [benadeelde partij 1] , en dat deze tijdens het feest in de nacht van 25 op 26 juli 2014 is teruggezet. De rechtbank is van oordeel dat aan het WhatsApp gesprek voldoende wettig en overtuigend bewijs is te ontlenen dat [medeverdachte 2] en verdachte een gezamenlijk plan hadden om profijt te trekken van het eerder in de nacht van 24 op 25 juli 2014 gepleegde misdrijf. De rechtbank komt aldus tot de slotsom dat verdachte zich tezamen en in vereniging met een ander schuldig heeft gemaakt aan opzetheling.
Feit 2 subsidiair
Op 1 augustus 2014 heeft [benadeelde partij 1] aangifte gedaan van diefstal van diverse veelal waardevolle goederen uit zijn woning, gelegen aan de [adres] te [plaats 1] . [11]
Uit een op de telefoon van [medeverdachte 3] veiliggesteld sms-gesprek van 29 juli 2014 tussen [medeverdachte 3] en verdachte is komen vast te staan dat verdachte [medeverdachte 3] opdracht heeft gegeven om naar zijn woning te gaan. Verdachte stuurt [medeverdachte 3] om 19:09 uur het bericht: “
Ga naar me osso (de rechtbank begrijpt: huis) bel me als je er bent je moet ff wat ophale”. [12] [13] [medeverdachte 3] vraagt daarop om 20:05 uur aan verdachte: “
Kan ik die shit weggooie? Want ga t ook niet in mijn huis zetten”, waarop verdachte antwoordt: “
Jaa”. Vlak na het berichtenverkeer met [medeverdachte 3] ontvangt verdachte een sms van [benadeelde partij 2] waarin staat dat haar vader naar de politie gaat en alles op facebook gaat zetten. [14] Hierop sms’t verdachte naar [medeverdachte 3] :
“Het moet terug. 2 ipads en sleutels”. [15] [16] [medeverdachte 3] reageert hierop: “
Sleutels weet niemand wat van. En die juda heeft maar 1 ipad”. Ook op de telefoon van verdachte zijn berichten veiliggesteld. Zo stuurt verdachte op 31 juli 2014 naar [medeverdachte 2] : “
Hij haalt shit. Maar die is er ineens niet. Me ma kan het ook nergens vinden.
Maar je snapt me toch is vreemd. Dat het er niet is. [medeverdachte 3] is met 4 boys bij me osso geweest en zij daarvoor heb koper. [medeverdachte 3] moet begrijpen dat als ik het osso niet kan vinden ik die gozer ga zeggen dat hij het heb he.” [17] [18]
De rechtbank gaat er, op grond van de hiervoor weergegeven berichten, van uit dat (een deel van) de gestolen goederen bij verdachte thuis aanwezig zijn geweest en hij deze aldus voorhanden heeft gehad. Weliswaar heeft verdachte ze vanaf een zeker tijdstip willen teruggeven aan [benadeelde partij 1] , doch dit is niet uit eigen beweging geweest. Immers, in het gesprek met [medeverdachte 3] geeft verdachte eerst aan dat hij, [medeverdachte 3] , de spullen mag weggooien, maar verandert van mening nadat [benadeelde partij 2] hem vertelt dat haar vader naar de politie gaat en de publiciteit gaat opzoeken. De rechtbank komt dan ook tot de slotsom dat wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan opzetheling.
De rechtbank zal verdachte vrijspreken van het onderdeel medeplegen nu niet kan worden vastgesteld dat [medeverdachte 3] de gestolen goederen daadwerkelijk heeft aangetroffen in de woning van verdachte en voorhanden heeft gehad.
3.5.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de in de zaak met parketnummer 15/871493-14 onder
1 subsidiair en 2 subsidiairten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij in de periode van 25 juli 2014 tot en met 26 juli 2014 in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, horloges welke zich bevonden in een doos met het opschrift "WATCHES", waaronder
- één (heren)horloge van het merk en/of type Hublot, en
- één (heren)horloge van het merk en/of type Hummer, en
- één (heren)horloge van het merk en/of type Locman, en
- één (heren)horloge van het merk en/of type Certina DS, en
- één (heren)horloge van het merk en/of type Dolce & Gabana,
voorhanden heeft gehad, terwijl hij en zijn mededader ten tijde van het voorhanden krijgen van voormelde goederen wisten dat het door misdrijf verkregen goederen betrof.
2.
hij in de periode van 25 juli 2014 tot en met 30 juli 2014 in Nederland onder andere
- een of meer horloge(s), waaronder één dameshorloge van het merk en/of type Rolex Oyster en/of één herenhorloge van het merk en/of type Cartier Roadster, en/of
- een of meer ring(en), waaronder één meerkleurige gouden ring (afgezet met witte diamanten) van het merk Cartier, en/of
- een of meer oorbel(len), waaronder één (paar) oorbel(len) waarbij de oorbel (telkens) bestaat uit twee of drie door elkaar gedraaide ringen van gekleurd goud en/of bezet is met een steentje, en/of
- een of meer kledingstuk(ken) en/of kledingaccessoire(s), waaronder één sjaal, kleur bruin, van het merk Louis Vuitton, en/of
- een of meer computer(s), waaronder één tablet van het merk Samsung, en/of
- een zonnebril, kleur bruin, van het merk Ray Ban, en/of
- een autosleutel van het merk Saab, en/of
- een pet met klep, kleur zwart, met de tekst "New York",
in voormelde periode voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van voormelde goederen wist dat het door misdrijf verkregen goederen betrof.
Hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. Verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten

Het bewezenverklaarde levert op:
parketnummer 15/871493-14
Ten aanzien van feit 1 subsidiair:
Medeplegen van opzetheling.
Ten aanzien van feit 2 subsidiair:
Opzetheling.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.

5.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is derhalve strafbaar.

6.Motivering van de sanctie

6.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een taakstraf bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van 240 uren, subsidiair 120 dagen hechtenis.
6.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht, bij een eventuele strafoplegging, rekening te houden met de jeugdige leeftijd die verdachte had ten tijde van de ten laste gelegde feiten en het gegeven dat verdachte thans een ander bestaan leidt dan destijds. Voorts heeft de raadsvrouw verzocht rekening te houden met het gegeven dat verdachte is geboeid bij zijn aanhouding, terwijl zich een situatie als bedoeld in artikel 22 van de Ambtsinstructie niet voordeed. De raadsvrouw heeft tot slot verzocht rekening te houden met de overschrijding van de redelijke termijn zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.
6.3.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de te bewezen verklaren feiten en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan heling van een aantal (kostbare) voorwerpen. Voorwerpen waarvan hij wist dat deze afkomstig waren uit een woning, alwaar hij op uitnodiging twee keer tijdens feesten aanwezig is geweest. Van het laakbare van zijn gedrag heeft verdachte op geen enkel moment blijk gegeven, hetgeen hem wordt aangerekend.
Daar staat tegenover dat verdachte niet eerder voor dergelijke delicten met de strafrechter in aanraking is geweest. Ook houdt de rechtbank ermee rekening dat de berechting niet binnen de redelijke termijn heeft plaatsgevonden. De misdrijven die verdachte heeft gepleegd, zijn immers begaan in de zomer van 2014. De rechtbank heeft voorts stilgestaan bij de publicitaire aandacht die naar de strafzaak van verdachte is uitgegaan. De rechtbank realiseert zich dat min of meer bekende personen in de Nederlandse samenleving bij een verdenking van een misdrijf met meer aandacht rekening dienen te houden dan andere burgers. In een democratische rechtsstaat geldt echter ook het uitgangspunt van de onschuld voordat de rechter een veroordeling heeft uitgesproken. De rechtbank kan zich in deze strafzaak niet onttrekken aan de indruk dat in de media dit uitgangspunt op de achtergrond is geraakt. Bij de strafoplegging zal dit matigend werken.
Al met al zal de rechtbank verdachte veroordelen tot een taakstraf van na te noemen duur.

7.Vorderingen benadeelde partij

7.1.
Benadeelde partij [benadeelde partij 1]
De benadeelde partij [benadeelde partij 1] heeft een vordering tot schadevergoeding van
€ 42.720,69 ingediend tegen verdachte wegens materiële en immateriële schade die hij als gevolg van het ten laste gelegde feit zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag.
De gestelde schade bestaat uit:
  • immateriële schade ad € 1.000.
  • materiële schade ad € 37.747,69.
  • proceskosten ad € 3.973.
De rechtbank is van oordeel dat de benadeelde partij niet kan worden ontvangen in zijn vordering waar het de materiële schade betreft en overweegt daartoe dat niet vast staat welke van de in de tenlastelegging genoemde goederen verdachte daadwerkelijk onder zich heeft gehad. Evenmin kan de benadeelde partij worden ontvangen in zijn vordering voor zover deze ziet op de immateriële schade nu de aard van het bewezen verklaarde feit daaraan in de weg staat. Gelet hierop zal de rechtbank bepalen dat de benadeelde partij niet ontvankelijk is in zijn vordering.
Nu er geen schadevergoeding wordt toegewezen, is een proceskostenveroordeling ook niet op zijn plaats.
7.2.
Benadeelde partij [benadeelde partij 2]
De benadeelde partij [benadeelde partij 2] heeft een vordering tot schadevergoeding van
€ 61.240,43 ingediend tegen verdachte wegens materiële en immateriële schade die zij als gevolg van de ten laste gelegde feiten zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag.
De gestelde schade bestaat uit:
  • immateriële schade ad € 12.000.
  • materiële schade ad € 49.240,43.
Nu het feit waar de vordering betrekking op heeft niet wettig en overtuigend is bewezen, kan de benadeelde partij niet in haar vordering worden ontvangen. Gelet hierop zal de rechtbank bepalen dat de benadeelde partij niet ontvankelijk is in haar vordering.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
22c, 22d, 47, 57 en 416 van het Wetboek van Strafrecht.

9.Beslissing

De rechtbank:
 Verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder de feiten 1 primair en 2 primair in de zaak met parketnummer 15/871493-14
,alsmede de hem in de zaak met parketnummer 15/700079-15 onder de feiten 1 en 2 is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij.
 Verklaart bewezen dat verdachte de in de zaak met parketnummer 15/871493-14 onder de feiten 1 subsidiair en 2 subsidiair ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.5. weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders in de zaak met parketnummer 15/871493-14 onder de feiten 1 subsidiair en 2 subsidiair is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
 Bepaalt dat de bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren en verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
 Veroordeelt verdachte tot het verrichten van
150 (honderdvijftig) urentaakstraf die bestaat uit het verrichten van onbetaalde arbeid, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door 75 dagen hechtenis.
 Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde taakstraf in mindering wordt gebracht, met dien verstande dat voor elke dag die verdachte in verzekering heeft doorgebracht twee uren taakstraf, subsidiair één dag hechtenis, in mindering worden gebracht.
 Verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij 1] niet-ontvankelijk in zijn vordering tot schadevergoeding.
 Verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij 2] niet-ontvankelijk in haar vordering tot schadevergoeding.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. A.F. van Hoorn, voorzitter,
mr. M.S. Lamboo en mr. H.A. Stalenhoef, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. D. Ince,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 25 november 2016.

Voetnoten

3.De door de rechtbank in de voetnoten als proces-verbaal aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen.
4.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte door [benadeelde partij 1] , d.d. 1 augustus 2014, dossierpagina 498 tot en met 505.
5.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verhaal van getuige [benadeelde partij 1] , d.d. 30 augustus 2014, dossierpagina 811 tot en met 813.
6.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verhaal van getuige [benadeelde partij 1] , d.d. 30 augustus 2014, dossierpagina 811.
7.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen van verbalisant T. Veenstra, d.d. 12 oktober 2014, dossierpagina 556.
8.Een schriftelijk bescheid, te weten een bij voornoemd proces-verbaal gevoegde bijlage, dossierpagina 557 en 558.
9.Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten M. Leijstra en T. Veenstra, d.d. 28 augustus 2014, dossierpagina 549.
10.Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant T. Veenstra, d.d. 1 oktober 2014, dossierpagina 554 en 555.
11.Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte door [benadeelde partij 1] , d.d. 1 augustus 2014, dossierpagina 498 tot en met 505.
12.Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant T. Veenstra, d.d. 27 augustus 2014, dossierpagina 560.
13.Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant W.G. de Groot, d.d. 25 maart 2015, niet doorgenummerd (blad 2).
14.Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant T. Veenstra, d.d. 12 oktober 2014, dossierpagina 565.
15.Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant T. Veenstra, d.d. 27 augustus 2014, dossierpagina 561.
16.Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant W.G. de Groot, d.d. 25 maart 2015, niet doorgenummerd (blad 2).
17.Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant T. Veenstra, d.d. 12 oktober 2014, dossierpagina 579.
18.Een schriftelijk bescheid, te weten een bij voornoemd proces-verbaal gevoegde bijlage, dossierpagina 580 en 581.