Op 8 september 2016 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die op 14 juli 2015 te Schiphol ongeveer 33.351,6 gram ayahuasca-thee, een middel dat DMT (dimethyltryptamine) bevat, heeft ingevoerd. De verdachte, een lid van de Santo Daime kerk, voerde de thee in voor gebruik tijdens rituelen van de kerk. De officier van justitie vorderde vervolging op basis van de Opiumwet, terwijl de verdediging aanvoerde dat de vervolging in strijd was met het vertrouwensbeginsel en de vrijheid van godsdienst. De rechtbank oordeelde dat er geen gerechtvaardigd vertrouwen was gewekt dat de verdachte niet vervolgd zou worden. De rechtbank concludeerde echter dat de invoer van de ayahuasca-thee, gezien de specifieke omstandigheden van gebruik binnen de kerk, een zeer gering gevaar voor de volksgezondheid oplevert. De rechtbank oordeelde dat de inbreuk op de vrijheid van godsdienst niet noodzakelijk was in een democratische samenleving en dat de artikelen van de Opiumwet in dit geval buiten toepassing moesten blijven. De verdachte werd ontslagen van alle rechtsvervolging.