Uitspraak
Onderzoek van de zaak
31 januari 2018 en 14 februari 2018 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tenlastelegging
Vonnis waarvan beroep
Bewijsmiddelen
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
33 kilogram ingevoerd in Nederland. De vloeistof betrof zogeheten ayahuasca-thee, een in Brazilië bereide drank die was bestemd voor de kerk Santo Daime in Amsterdam. De verdachte, zelf lid van die kerk en thans in de leiding van de kerk, heeft de thee op verzoek van de toenmalige president van de kerk [naam 1] naar Nederland gebracht, met de bedoeling de thee te doen gebruiken bij de erediensten van het kerkgenootschap, waaraan zij zelf ook deelneemt. Ayahuasca-thee bevat dimethyltryptamine, verder afgekort en aangeduid als DMT, welk middel staat vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I. De verdachte had bij binnenkomst in Nederland een brief bij zich van eerdergenoemde [naam 1] van 27 mei 2015, onder meer inhoudende dat de verdachte “op 5 juni 2015 zal aankomen op Schiphol vanuit Brazilië en als lid van Ceu da Santa Maria vanuit Brazilië Santo Daime meeneemt voor ons kerkgenootschap”.
9, eerste lid EVRM, waarin onder andere het recht op vrijheid van godsdienst is gewaarborgd; daaronder is begrepen het belijden van de godsdienst in erediensten.
De vrijheid zijn godsdienst te belijden of overtuiging tot uiting te brengen kan aan geen andere beperkingen worden onderworpen dan die die bij de wet zijn voorzien en in een democratische samenleving noodzakelijk zijn in het belang van de openbare veiligheid, voor de bescherming van de openbare orde, gezondheid of goede zeden of voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen.”
concretegevaarzetting van DMT voor de gezondheid bij de consumptie van ayahuasca-thee door Santo Daime-congreganten te toetsen, aangezien de gevaarzetting voor de volksgezondheid in abstracto mét de plaatsing van DMT op lijst I van de Opiumwet is gegeven. De advocaat-generaal heeft daarbij verwezen naar het arrest van de Hoge Raad van 9 januari 2007 [2] en het arrest van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (hierna: EHRM) in Fränklin-Beentjes en Ceflu-Luz da Floresta tegen Nederland van
6 mei 2014 [3] , waarin is bepaald dat een algemeen verbod op ayahuasca (DMT) is toegestaan en geen ongerechtvaardigde beperking oplevert van de vrijheid van godsdienst. De raadsvrouw heeft dit standpunt gemotiveerd betwist.
concretetoetsing er toe zou leiden dat bij iedere beoordeling van de rechtmatigheid van een beperking van het recht van vrijheid van godsdienst kan worden volstaan met de vaststelling of de beperking bij wet is voorzien en één van de in artikel 9, tweede lid, EVRM vermelde doeleinden dient. De afzonderlijke beantwoording van de vraag of die beperking ook noodzakelijk is in een democratische samenleving zou dan niet meer nodig zijn, hetgeen naar het oordeel van het hof als strijdig met de bewoordingen van artikel 9, tweede lid, EVRM, niet de bedoeling kan zijn. Ook uit de rechtspraak van het EHRM met betrekking tot artikel 9 EVRM volgt dat een beoordeling van de noodzaak van de beperking in concreto niet achterwege kan blijven. Daartoe moet worden onderzocht of de beperking een dringende maatschappelijke behoefte dient en evenredig is aan het beoogde doel.
in het algemeen. Zoals de Hoge Raad in genoemd arrest uit 2007 ook heeft overwogen volgt uit het doel en stelsel van de Opiumwet, zoals daarvan mede blijkt uit de wetsgeschiedenis, dat op lijst I middelen staan vermeld die, onder meer ter uitvoering van internationale verdragsverplichtingen, zijn aangemerkt als middelen waarvan is gebleken dat deze het bewustzijn van de mens beïnvloeden en bij gebruik door de mens kunnen leiden tot schade aan zijn gezondheid en schade voor de samenleving. Het EHRM wijst in Fränklin-Beentjes (§ 48) op de “known effects” –
DMT can cause hallucinations, other possible effects include gastrointestinal reactions, such as nausea and vomiting. There is a possibility of more serious symptoms of acute toxicity, such as hypertension and increased body temperature, a rapid pulse rate and hyperventilation, sensory impairment in the limbs and difficulty walking– en wijst er eveneens op dat Nederland als verdragspartij bij internationale verdragen is gehouden om het bezit en gebruik van DMT te verbieden (§ 49). Dit betekent dat bij de beoordeling van de noodzaak van de beperking, uitgegaan moet worden van het gevaar voor de volksgezondheid in het algemeen, en slechts getoetst wordt
of door de omstandigheden van het onderhavige gevaltot het oordeel kan worden gekomen dat – onder afweging van alle belangen – gezegd kan worden dat in het concrete geval van de invoer van de ayahuasca voor de Santo Daime kerk het gevaar voor de volksgezondheid zodanig aanvaardbaar is dat de beperking van het recht op vrijheid van godsdienst niet noodzakelijk is.
- De intake van de gebruikers van de ayahuasca-thee wordt niet uitgevoerd door medici of in verband met het gebruik van dit middel daarvoor opgeleide personen en men gaat daarbij volledig af op de eerlijkheid van de aspirant gebruiker, zodat het risico bestaat dat mensen relevante zaken verzwijgen omdat zij heel graag willen deelnemen aan de dienst en daarmee de ayahuasca-thee willen gebruiken bij de dienst. Ook als het hof al zou uitgaan van het rapport van prof. [naam 2] van 24 april 2000 zijn de daarin genoemde ongewenste effecten na inname van ayahuasca (blad 5 van het rapport) met de huidige omvang van de kerkdiensten niet meer beheersbaar. Daarbij noemt [naam 2] ook nog dat “evenals de beoogde effecten van ayahuasca ook de toxische effecten afhankelijk zijn van de gebruikte dosis. De dosis is bij preparaten van natuurlijke herkomst – zoals ayahuasca – een moeilijk definieerbaar punt”. Uit de door de raadsvrouw overgelegde overzichten van de kerk blijkt dat de diensten niet alleen door vaste leden, maar ook door ‘gasten’ worden bezocht. In 2017 zijn de diensten bijvoorbeeld door in totaal 2352 gasten bezocht, ten opzichte van 2871 leden. Bij deze gasten is niet bekend hoe zij zullen reageren op ayahuasca-thee. Bovendien valt niet uit te sluiten dat zij worden aangetrokken tot het nuttigen van de ayahuasca-thee als zodanig, zonder daarbij op zoek te zijn naar het geloof, doch de dienst gebruiken om het middel te kunnen nuttigen.
- De controle en begeleiding vinden plaats voorafgaand en tijdens de dienst, terwijl bepaalde gevolgen voor de gezondheid ook nadien kunnen optreden.
- Daarnaast zijn er door de kerk weliswaar regels opgesteld omtrent de invoer in Nederland, het vervoer, de opslag en de verstrekking van de thee, maar de betrouwbaarheid van deze systemen staat of valt met de betrouwbaarheid van de individuen die zich daarmee bezig houden en zijn daarom deels oncontroleerbaar. Zo wordt de voorraad ayahuasca thans bij bestuurders thuis bewaard. Ter zitting van de rechtbank verklaarde de verdachte dat “de thee bij verschillende mensen van de Santo Daime kerk thuis bewaard wordt”.
- Uit de door de verdediging overgelegde administratie van beide kerken van 2013 tot heden valt af te leiden dat ayahuasca Nederland binnen gebracht wordt door vele verschillende personen, in ieder geval meer dan enkel bestuursleden van de kerk.
24 februari 2012, van oordeel dat moet worden geconcludeerd dat gelet op het hiervoor overwogene de toepassing van de betreffende Opiumwetbepalingen en daarmee de beperking van het recht op vrijheid van godsdienst van de verdachte in een democratische samenleving noodzakelijk is ter bescherming van de volksgezondheid, nu ook de concrete toetsing van invoer, bezit en gebruik van ayahuasca in het onderhavige geval leidt tot de vaststelling dat er sprake is van een onaanvaardbaar gevaar voor de volksgezondheid.
Strafbaarheid van de verdachte
Toepassing van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht
BESLISSING
mr. M. Lolkema, in tegenwoordigheid van mr. S.M. Schouten, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 28 februari 2018.