Uitspraak
Rechtbank noord-holland
1.Procesverloop
2.Tussen partijen vaststaande feiten
1.de heer [X] , geboren op [.. 1] te [Z]
Ondernemer’ en
[B 2] B.V., statutair gevestigd te [D] , en kantoorhoudende te [.. 2] [D] , [E] (correspondentieadres: [F] ), ingeschreven bij het handelsregister van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor [G] onder dossiernummer [# 3] ;
[B 2]’
Partijen’
Lening’ en
Swap’;
- Partijen dit geschil in der minne wensen te regelen.
- (…..)
3.Het geschil
- indien het renteswap contract als een zelfstandig vermogensbestanddeel moet worden gekwalificeerd, 55,03% van de in 2009 verschuldigde premie van het renteswap contract, zijnde € 121.857, als kosten in de winstsfeer ten laste van het belastbaar inkomen uit werk en woning gebracht kan worden;
- de mutatie van de waarde van het renteswap contract – voor zover betrekking hebbend op het werkzaamheidsvermogen – zijnde € 107.572 in 2009 ten laste van het belastbaar inkomen uit werk en woning dient te komen;
- het renteswap contract – voor zover betrekking hebbend op het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen – al of niet terecht bij uitspraak op bezwaar naar een negatieve waarde in aanmerking is genomen bij het berekenen van de rendementsgrondslag voor box III, hetgeen volgens verweerder abusievelijk is gebeurd.