ECLI:NL:RBNHO:2015:10378
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.M. Janse van Mantgem
- M. Kraefft
- S. Slijkhuis
- Rechtspraak.nl
Misbruik van recht bij Wob-verzoek door partner van rechtspraktijk
Op 4 december 2015 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een zaak waarbij eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde, een beroep had ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zandvoort. Eiseres had op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (WOB) verzocht om inzage in documenten met betrekking tot de aanstelling en benoeming van gemeentelijke functionarissen. Het college had het verzoek echter buiten behandeling gesteld, wat door eiseres werd bestreden. Tijdens de zitting op 16 juni 2015 werd het beroep gelijktijdig behandeld met andere beroepen, maar eiseres was niet aanwezig.
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat er sprake was van misbruik van recht. Eiseres had een groot aantal WOB-verzoeken ingediend bij verschillende gemeenten, zonder duidelijkheid te geven over het doel van deze verzoeken. De rechtbank concludeerde dat de verzoeken niet waren ingediend om informatie te verkrijgen, maar eerder om een test uit te voeren op de reacties van gemeenten. Dit werd versterkt door het feit dat de gemachtigde van eiseres niet bereid was om de gemeenten te helpen bij het verduidelijken van de verzoeken.
De rechtbank oordeelde dat het indienen van WOB-verzoeken met het doel om werk en inkomsten te genereren voor het bedrijf van de partner van eiseres, niet onder de reikwijdte van de WOB valt. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres niet-ontvankelijk en wees erop dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 4 december 2015, en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.