ECLI:NL:RBNHO:2014:9157
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.M. Cichowski-van der Kleijn
- M.M. van Weely
- R.A. Otter
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie wegens overschrijding van de redelijke termijn in jeugdstrafzaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 23 september 2014 uitspraak gedaan in een jeugdstrafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van openlijk geweld en mishandeling. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake was van een forse overschrijding van de redelijke termijn, die in deze context 16 maanden bedraagt. De termijn begon te lopen op 4 april 2011, toen de verdachte als zodanig werd gehoord, en eindigde op 27 juni 2014, toen de zaak opnieuw op zitting werd gebracht. Dit resulteerde in een overschrijding van meer dan 22 maanden, wat de rechtbank als onacceptabel beschouwde.
De verdediging stelde dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaard moest worden in de vervolging van de verdachte, omdat de lange duur van de procedure en de gebrekkige communicatie van het Openbaar Ministerie de belangen van de verdachte ernstig hadden geschaad. De rechtbank oordeelde dat de belangen van de verdachte, die op het moment van de feiten minderjarig was, niet adequaat waren behartigd. De rechtbank wees op de pedagogische aspecten van het jeugdstrafrecht en de noodzaak om de belangen van het kind voorop te stellen.
De rechtbank concludeerde dat de overschrijding van de redelijke termijn, in combinatie met de bijzondere omstandigheden van de zaak, leidde tot grove veronachtzaming van de belangen van de verdachte. Dit resulteerde in de beslissing om het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk te verklaren in de vervolging. De rechtbank realiseerde zich dat deze beslissing onbevredigend was voor het slachtoffer en diens ouders, maar kwam tot de conclusie dat de juridische gronden voor niet-ontvankelijkheid zwaarwegend waren. De benadeelde partij werd eveneens niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding, aangezien de vervolging niet doorging.