Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
[gedaagde 1]
[gedaagde 2]
[gedaagde 3],
[gedaagde 4],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 26 juni 2013
- de conclusies van repliek van Uysal
- de conclusies van dupliek van gedaagden.
2.De verdere beoordeling
EUR 435.512,82.
schadewordt geleden wordt echter beantwoord door een vergelijking te maken tussen de ten gevolge van het ongeval gemiste inkomsten met de na het ongeval wel genoten inkomsten. Over dit laatste heeft [naam eiser]niets gesteld, zodat hij de rechtbank niet in staat heeft gesteld de bedoelde vergelijking te maken. Hij heeft daarbij niet aannemelijk gemaakt dat en hoe hij wél een volledige baan had gecombineerd met een profcarrière, nu hij blijkens de verklaring van zijn beoogde trainer [persoon 3] (in tegenstelling tot wat [naam eiser]zelf verklaart [1] ) ook zijn studie aan de UvA niet met een profcarrière wilde/kon combineren. De enkele stelling dat hij ‘naast een volledige baan’ wel inkomsten zou verwerven uit zijn bokscarrière is in dat licht onvoldoende.
15.480,00(6,0 punten × factor 1,0 × tarief € 2.580,00)
3.De beslissing
EUR 56.934,82(zegge: zesenvijftigduizend negenhonderdvierendertig euro en tweeëntachtig cent), met dien verstande dat indien en voor zover een hunner reeds aan de tegen hem in de strafrechtelijke procedure uitgesproken civiele veroordeling heeft voldaan, dit in mindering komt op het hierboven genoemde bedrag;