2.Voor de beoordeling is de volgende regelgeving van belang.
Op grond van artikel 76b, eerste lid, eerste volzin, van de Wvo draagt de gemeenteraad onderscheidenlijk dragen burgemeester en wethouders ten behoeve van de gemeentelijke en van de andere dan gemeentelijke scholen zorg voor de voorzieningen in de huisvesting op het grondgebied van de gemeente overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk.
Op grond van artikel 76c, eerste lid, van de Wvo worden voor de toepassing van dit hoofdstuk onder voorzieningen in de huisvesting begrepen:
a. voor blijvend onderscheidenlijk voor tijdelijk gebruik bestemde voorzieningen, bestaande uit:
1°. nieuwbouw, (…);
(…)
3°. medegebruik van een ruimte die geschikt is voor het onderwijs;
b. herstel van constructiefouten aan het gebouw of het terrein;
c. herstel en vervanging in verband met schade aan gebouw, leer- en hulpmiddelen en meubilair in geval van bijzondere omstandigheden.
Op grond van artikel 76f eerste en tweede lid, van de Wvo stellen burgemeester en wethouders jaarlijks een programma vast met daarin onder meer de voorzieningen in de huisvesting die in het jaar na de vaststelling voor bekostiging in aanmerking worden gebracht voor andere dan gemeentelijke scholen.
Op grond van artikel 76i, eerste lid, van de Wvo dient het bevoegd gezag van een andere dan een gemeentelijke school dat een voorziening in de huisvesting wenst die niet in het programma, bedoeld in artikel 76f, is opgenomen, maar die gelet op de voortgang van het onderwijs geen uitstel kan lijden, een aanvraag om bekostiging van die voorziening in bij burgemeester en wethouders.
Op grond van artikel 76i, tweede lid, aanhef en onder b, van de Wvo kan de beschikking een gedeelte van de gewenste voorziening dan wel een andere voorziening dan gewenst omvatten. Burgemeester en wethouders wijzen de aanvraag af, indien een van de weigeringsgronden, genoemd in artikel 76k, eerste lid, onderdelen a tot en met d en f, en tweede lid, van toepassing is.
Op grond van artikel 76k, eerste lid, van de Wvo, voor zover van belang, wordt een voorziening in de huisvesting slechts geweigerd, indien:
a. de gewenste voorziening geen voorziening is in de zin van artikel 76c,
(…)
f. de gewenste voorziening anders dan op grond van de onderdelen b tot en met d niet noodzakelijk is.
Op grond van artikel 76k, tweede lid, van de Wvo kan een voorziening in de huisvesting tevens worden geweigerd, indien de voorziening als gevolg van het verwijtbaar nalaten van noodzakelijk onderhoud in een slechte bouwkundige staat verkeert of indien de voorziening nodig is voor herstel van schade die is veroorzaakt door schuld of toedoen van het bevoegd gezag.
Op grond van artikel 76m, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wvo stelt de gemeenteraad bij verordening een regeling vast met betrekking tot de voorzieningen die ingevolge artikel 76c voor bekostiging in aanmerking kunnen worden gebracht.
Op grond van artikel 2 van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs van de gemeente Stede Broec (hierna: de Verordening), voor zover van belang, worden bij de toepassing van deze verordening de volgende voorzieningen onderscheiden:
a. de voor blijvend of voor tijdelijk gebruik bestemde voorzieningen bestaande uit:
1°. (…) nieuwbouw ter gehele of gedeeltelijke vervanging van een gebouw waarin een school is gehuisvest, al dan niet op dezelfde locatie;
(…)
8°. medegebruik van een ruimte voor het onderwijs in een gebouw dat al bij een andere school in gebruik is (…);
d. herstel van een constructiefout bestaande uit schade aan een gebouw veroorzaakt door eigen gebrek of eigen bederf, evenals uit kosten gemoeid met het voorkomen van nog niet zichtbare materiële schade onmiddellijk voortvloeiend uit ontwerpfouten, uitvoeringsfouten of wanprestatie;
e. herstel en vervanging in verband met schade aan een gebouw, onderwijsleerpakket of leer- en hulpmiddelen en meubilair ingeval van bijzondere omstandigheden.
Op grond van artikel 22, eerste lid, van de Verordening, voor zover van belang, wordt de aangevraagde voorziening toegewezen, indien het college heeft vastgesteld dat het treffen van de voorziening, gelet op de voortgang van het onderwijs, geen uitstel kan lijden en geen van de in de Wet op het primair onderwijs en Wvo opgenomen weigeringsgronden van toepassing is.
Op grond van artikel 22, tweede lid, van de Verordening kan de beslissing van het college een gedeelte van de gewenste voorziening dan wel een andere dan de gevraagde voorziening omvatten.