Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[eiser1],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 4 juli 2012
- het proces-verbaal van comparitie van 26 september 2012
- de akte na comparitie tevens houdende aanvulling c.q. wijziging van eis met producties van [eiser1] c.s.
- de antwoordakte na comparitie van Köster.
2.De feiten
Artikel 23 Gewijzigde omstandigheden
3.Het geschil
a. € 79.099,30 ter zake van opstalschade,
b. € 20.000,00 ter zake van inboedelschade,
c. € 7.806,40 ter zake van reiniging c.q. transport,
d. € 48.017,15 ter zake van kosten van rechtsbijstand, inclusief proceskosten-veroordelingen,
e. € 1.368,50 ter zake van het opstellen van het schaderapport door Stam,
g. € 349.483,58 ter zake van inkomstenderving,
waarbij de posten a tot en met f dienen te worden vermeerderd met wettelijke rente,
4.De beoordeling
Beroepsfout
b. inboedelschade,
c. kosten van reiniging c.q. transport,
d. kosten van rechtsbijstand, inclusief proceskostenveroordelingen,
e. kosten ter zake van het opstellen van het schaderapport door Stam,
f. huurderving,
5.De beslissing
8 januari 2014voor uitlating aan de zijde van [eiser1] c.s. over hetgeen hiervoor onder 4.12 en 4.16 is overwogen;