Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Tussen partijen vaststaande feiten
1 Reikwijdte van de controle
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 4 november 2013 uitspraak gedaan in een geschil tussen [X] B.V. en de inspecteur van de Belastingdienst/Douane, kantoor Rotterdam-Rijnmond. De eiseres, [X] B.V., had beroep ingesteld tegen een uitnodiging tot betaling van douanerechten ter hoogte van € 49.530,79, die op 19 januari 2012 was uitgereikt. De inspecteur had het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard op 13 juni 2012, waarna eiseres in beroep ging. Tijdens de zitting op 8 maart 2013 en de nadere zitting op 15 oktober 2013 zijn de standpunten van beide partijen besproken. Eiseres stelde dat de douanewaarde te laag was vastgesteld en dat de inspecteur niet voldoende had gemotiveerd waarom er gegronde twijfel bestond over de aangegeven douanewaarde. De rechtbank oordeelde dat de inspecteur terecht had gehandeld door de douanewaarde te verwerpen op basis van gegronde twijfel, en dat de gebruikte referentielijsten niet in strijd waren met de wet- en regelgeving. De rechtbank concludeerde dat de inspecteur de douanewaarde op redelijke wijze had vastgesteld en dat het beroep van eiseres ongegrond was. De rechtbank heeft geen proceskostenveroordeling uitgesproken en heeft de uitspraak openbaar gedaan.