In deze zaak verzoekt een werknemer, die sinds 2020 vanuit Ecuador werkt, de kantonrechter om de continuering van zijn werkregeling. De werkgever heeft een nieuw beleid ingevoerd dat werknemers verplicht om vanuit Nederland te werken. De werknemer stelt dat de werkregeling een arbeidsvoorwaarde is geworden die niet eenzijdig door de werkgever kan worden gewijzigd. De kantonrechter oordeelt dat de afspraken over het thuiswerken vanuit Ecuador als arbeidsvoorwaarde zijn gaan gelden. De werkgever heeft jarenlang de regeling gefaciliteerd en kan deze niet zomaar beëindigen. De kantonrechter wijst het verzoek van de werknemer toe en verklaart dat de werkgever de werkregeling moet continueren. Het tegenverzoek van de werkgever om de arbeidsvoorwaarde eenzijdig te wijzigen wordt afgewezen. De proceskosten worden aan de werkgever opgelegd.