9.1.Bij de eerste Wajong-aanvraag is in bezwaar het rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep van 5 juni 2023 opgesteld. De rechtbank stelt vast dat in het rapport van 5 juni 2023 is beschreven en meegewogen dat eiser vanaf 2005 met tussenpozen onder behandeling is geweest bij De Waag voor complexe PTSS en agressieregulatietraining. De verzekeringsarts gaat er ook vanuit dat de psychische klachten zijn ontstaan voor het 18e levensjaar van eiser. In het rapport van 5 juni 2023 is uitgelegd waarom de verzekeringsarts tot de conclusie komt dat eiser, ondanks zijn psychische klachten, wel arbeidsvermogen had in de Wajong-periode. Ten eerste geeft de verzekeringsarts aan dat er te weinig informatie beschikbaar is om te beoordelen wat de invloed was van de psychische klachten op het arbeidsvermogen van eiser. Daarbij betrekt de verzekeringsarts ook dat er sinds die periode veel is gebeurd, waardoor niet gezegd kan worden dat de huidige situatie toen ook al aanwezig was. Ten tweede heeft de verzekeringsarts meegewogen dat op 26 september 2012 ook een medische beoordeling heeft plaatsgevonden door een verzekeringsarts van het Uwv. Eiser is in 2012 namelijk ziek uitgevallen van zijn werk als orderpikker bij [ex werkgever] vanwege voetklachten. De verzekeringsarts in die arbeidsongeschiktheidsprocedure heeft in zijn medische rapport niet alleen de voetklachten beoordeeld, maar ook de psychische problemen. Zo worden in dat rapport de agressieregulatietraining en de behandeling bij de psychiater vanwege PTSS genoemd. Bij deze beoordeling in 2012 heeft de verzekeringsarts vanwege de psychische voorgeschiedenis en behandeling ook arbeidsbeperkingen aangenomen voor eiser (geen hoge piekbelasting, deadlines of conflicthantering). Desondanks was eiser niet arbeidsongeschikt en kreeg hij geen WIA-uitkering. Omdat in dit rapport van 26 september 2012 kenbaar rekening is gehouden met psychische problemen, ziet de rechtbank geen reden waarom de verzekeringsarts in het rapport van 5 juni 2023 niet kon of mocht uitgaan van de bevindingen van de verzekeringsarts in 2012. De verzekeringsarts mocht in het rapport van 5 juni 2023 dus meewegen dat eiser per 11 oktober 2012 in staat werd geacht om ondanks zijn beperkingen te werken en dus arbeidsvermogen had. Daarbij is ook relevant dat de voorwaarden om voor een Wajong-uitkering in aanmerking te komen strenger zijn dan een WIA-uitkering. Met andere woorden, als eiser in 2012 niet voor een WIA-uitkering in aanmerking kwam, dan kwam hij ook niet in aanmerking voor een Wajong-uitkering. Op grond van de beoordeling en de conclusies in het rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep van 5 juni 2023 stelt de rechtbank vast dat bij de eerste Wajong-aanvraag de psychische problemen van eiser zijn meegewogen in de beoordeling.
Wat volgt uit de nieuwe informatie bij de herhaalde aanvraag?
10. De volgende vraag is of bij de herhaalde aanvraag nieuwe informatie is ingebracht die toch aanleiding geeft om op deze eerdere beoordeling terug te komen. Eiser heeft bij zijn herhaalde aanvraag nieuwe stukken ingebracht uit het verleden en van zijn actuele behandeling. Hij heeft stukken ingebracht uit de periode 2004 tot en met 2008 van de hulpverleningstrajecten die liepen bij verschillende instanties, waaronder Bureau Jeugdzorg en Spirit, en een behandelplan bij De Waag. De recentere stukken zijn het Pro Justitia onderzoek van 27 oktober 2023 en de brief van Fivoor van 13 november 2024. Ter zitting heeft eiser nog een brief van Accuraat Begeleid Wonen overhandigd. Uit de ingebrachte stukken blijkt dat eiser onder behandeling is, en dat ook in het verleden al was, voor forse psychische problematiek die zijn oorsprong vindt in zijn jeugd.
Medische beoordeling bij de herhaalde Wajong-aanvraag
11. De medische beoordeling bij de herhaalde Wajong-aanvraag is opgenomen in het rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep van 13 mei 2025. De rechtbank stelt vast dat de verzekeringsarts in het rapport van 13 mei 2025 heeft beoordeeld of sprake is van nieuwe feiten en omstandigheden die aanleiding geven om terug te komen op de beslissing van 11 januari 2023. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft de aangeleverde nieuwe informatie en de problematiek die daaruit volgt meegewogen in de heroverweging. De verzekeringsarts schrijft dat de nieuwe informatie een goed beeld geeft van de ernstige problematiek in de jeugd van eiser en in de voor de Wajong verzekerde periode. De gegevens geven volgens de verzekeringsarts echter geen reden om te oordelen dat eiser geen arbeidsvermogen zou hebben en geven ook geen aanwijzingen voor eventuele duurzaamheid daarvan. De verzekeringsarts concludeert dat deze nieuwe informatie geen ander zicht geeft op de beoordeling bij de eerste aanvraag. De rechtbank is van oordeel dat de verzekeringsarts bij de medische beoordeling van de herhaalde aanvraag deugdelijk en inzichtelijk heeft gemotiveerd waarom de nieuwe informatie geen aanleiding geeft om de beslissing te wijzigen en dat daarbij de ernst van de psychische problematiek en trauma’s van eiser kenbaar is meegewogen. Er is geen reden om te twijfelen aan het oordeel van de verzekeringsarts.
12. De rechtbank overweegt dat eiser op de zitting heeft uitgelegd dat hij pas recent de ernst van zijn problemen is gaan inzien. Eiser heeft uitgelegd dat hij destijds in zijn eigen belevenis niet ziek was. De rechtbank overweegt dat de wijze waarop eiser destijds zijn problemen ervoer van invloed kan zijn geweest op de medische beoordeling in die periode. Binnen de systematiek van deze procedure is het echter aan eiser om voldoende bewijs aan te leveren om tot een andere beoordeling te komen. De rechtbank heeft beoordeeld of uit de stukken blijkt dat vóór het 23e jaar van eiser een kantelpunt ligt, waarbij sprake is van een dusdanige verslechtering van de situatie van eiser dat hij alsnog wel onder de Wajong-criteria zou kunnen vallen. In de nu bekende stukken vindt de rechtbank echter geen aanknopingspunt dat vóór het 23e jaar van eiser een dergelijke verslechtering is opgetreden.
13. In wat eiser heeft aangevoerd wordt ook geen aanleiding gevonden voor het oordeel dat het bestreden besluit evident onredelijk is.
14. De rechtbank stelt tenslotte vast dat het Uwv in het verweerschrift de foute gegevens over de door eiser behaalde diploma’s heeft verbeterd. Dit heeft geen gevolgen voor het bestreden besluit.