ECLI:NL:RBMNE:2025:5708

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
5 november 2025
Publicatiedatum
4 november 2025
Zaaknummer
25/2162
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M. Coenen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herhaalde aanvraag Wajong-uitkering en beoordeling arbeidsvermogen

In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland op 5 november 2025, betreft het een herhaalde aanvraag van eiser voor een Wajong-uitkering. Eiser, geboren in 1990, stelt dat hij voor zijn 23e jaar duurzaam zijn arbeidsvermogen heeft verloren. De rechtbank oordeelt dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) niet hoefde terug te komen op zijn eerdere beslissing om de aanvraag af te wijzen. Eiser had eerder, op 20 oktober 2022, een aanvraag ingediend die op 11 januari 2023 werd afgewezen. Het bezwaar hiertegen werd ongegrond verklaard, waardoor deze beslissing onherroepelijk werd. Eiser diende op 7 augustus 2024 een nieuwe aanvraag in, maar het Uwv concludeerde op 15 oktober 2024 dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die aanleiding gaven om de eerdere beslissing te herzien. De rechtbank bevestigt dat het Uwv de nieuwe stukken van eiser correct heeft beoordeeld en terecht tot de conclusie is gekomen dat deze geen reden geven voor het toekennen van een Wajong-uitkering. De rechtbank legt uit dat de psychische problematiek van eiser, waaronder PTSS en borderline persoonlijkheidsstoornis, wel is meegewogen, maar dat er geen bewijs is dat hij vóór zijn 23e jaar duurzaam geen arbeidsvermogen had. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen recht heeft op een Wajong-uitkering en ook geen griffierecht terugkrijgt.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 25/2162

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 5 november 2025 in de zaak tussen

[eiser] , uit [plaats] , eiser

en

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, Uwv

(gemachtigde: S.N. Westmaas-Kanhai).

Samenvatting

1. Deze uitspraak gaat over een herhaalde aanvraag van eiser om aan hem een uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) toe te kennen.
1.1.
De rechtbank komt in deze uitspraak tot het oordeel dat het Uwv niet hoefde terug te komen op zijn eerdere beslissing. Het Uwv heeft de nieuwe stukken beoordeeld en is terecht tot de conclusie gekomen dat dit geen reden is om alsnog een Wajong-uitkering toe te kennen.
1.2.
Eiser krijgt dus geen gelijk en het beroep is dus ongegrond. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.

Procesverloop

2. Eiser is geboren op [geboortedatum] 1990 en op [geboortedag] 2008 is hij 18 jaar geworden. Op 20 oktober 2022 (op 32-jarige leeftijd) heeft eiser een aanvraag ingediend voor een Wajong-uitkering. Het Uwv heeft deze aanvraag op 11 januari 2023 afgewezen. Het bezwaar van eiser is door het Uwv ongegrond verklaard en eiser heeft vervolgens geen beroep ingesteld. De beslissing van 11 januari 2023 staat daarmee onherroepelijk vast.
2.1.
Op 7 augustus 2024 heeft eiser een nieuwe aanvraag gedaan voor beoordeling arbeidsvermogen voor de Wajong. Dit is een herhaalde aanvraag waarmee eiser het Uwv vraagt om terug te komen op de beslissing van 11 januari 2023.
2.2.
In het besluit van 15 oktober 2024 heeft het Uwv beslist niet terug te komen op de beslissing van 11 januari 2023. Eiser heeft hiertegen bezwaar gemaakt. Bij het bestreden besluit van 13 februari 2025 is het Uwv bij deze beslissing gebleven. Volgens het Uwv is er geen sprake van nieuwe feiten of omstandigheden die aanleiding geven om terug te komen op de eerdere beslissing. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit.
2.3.
De rechtbank heeft het beroep op 28 augustus 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser, bijgestaan door zijn zus [A] , en de gemachtigde van Uwv.

Beoordeling door de rechtbank

Het griffierecht
3. Omdat eiser heeft verzocht om vrijstelling van het griffierecht, moet de rechtbank eerst daarover beslissen. Eiser heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat hij voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling. Het verzoek om vrijstelling van het griffierecht wordt daarom definitief toegewezen. Eiser hoeft dus geen griffierecht te betalen.
Waar gaat deze zaak over?
4. De eerste aanvraag van eiser voor een Wajong-uitkering is afgewezen. In deze procedure gaat het om de beoordeling van zijn herhaalde aanvraag. Eiser heeft een herhaalde aanvraag voor een Wajong-uitkering gedaan omdat hij vindt dat hij blijvend zijn arbeidsvermogen is verloren vóór zijn 23e jaar. Ernstige gebeurtenissen in het verleden hebben bij eiser geleid tot een chronische posttraumatische stress stoornis (PTSS). Daarnaast heeft eiser borderline persoonlijkheidsstoornis en een periodieke explosieve stoornis.
Wanneer komt iemand in aanmerking voor een Wajong-uitkering?
5. In de regels van de Wajong staat dat iemand alleen een Wajong-uitkering kan krijgen als hij jonggehandicapte is. Als jonggehandicapte wordt beschouwd iemand die op zijn 18e verjaardag door medische en objectief vast te stellen beperkingen duurzaam, dus blijvend, geen arbeidsvermogen heeft. Het is mogelijk dat hiervan bij iemand op zijn 18e verjaardag nog geen sprake was, maar dat zo’n persoon in de vijf jaren daarna door dezelfde ziekteoorzaak alsnog duurzaam geen arbeidsvermogen heeft. [1] In het geval van eiser is de voor de Wajong verzekerde periode van [geboortedag] 2008 (18e verjaardag) tot [datum] 2013 (vijf jaar daarna).
5.1.
Om te beoordelen of iemand geen arbeidsvermogen heeft, gelden vier eisen. [2] Iemand heeft geen arbeidsvermogen als hij (a) geen taak kan uitvoeren in een arbeidsorganisatie, (b) niet over basale werknemersvaardigheden beschikt, (c) niet aaneengesloten kan werken gedurende ten minste een periode van een uur, of (d) niet ten minste vier uur per dag belastbaar is.
5.2.
Een verzoek om een Wajong-uitkering toe te kennen kan ook na afloop van de Wajong-periode worden ingediend. Dan is sprake van een laattijdige aanvraag, waarbij in de beoordeling moet worden teruggekeken in de tijd. Als door het tijdsverloop onvoldoende bewijs bestaat, dan komt dat volgens vaste rechtspraak voor risico van eiser. [3]
Hoe moet de rechtbank het bestreden besluit van 13 februari 2025 toetsen?
6. De aanvraag van eiser is een herhaalde aanvraag als bedoeld in artikel 4:6 van de Awb. In verschillende uitspraken heeft de Centrale Raad van Beroep uitgemaakt hoe het Uwv een herhaalde aanvraag moet beoordelen en hoe de rechtbank vervolgens een besluit over een herhaalde aanvraag behoort te toetsen. [4]
6.1.
Omdat de beslissing op de eerste aanvraag onherroepelijk is geworden, kan deze beslissing alleen veranderen als daarvoor aanleiding is op grond van nieuwe feiten of omstandigheden die in de eerdere beoordeling niet zijn meegenomen. Het Uwv heeft in dit geval de door eiser ingebrachte nieuwe stukken inhoudelijk beoordeeld. De rechter toetst inhoudelijk of de nieuwe informatie aanleiding geeft voor het Uwv om terug te komen op de eerdere beslissing.
6.2.
Als het bestreden besluit die toets doorstaat, kan de rechtbank niettemin aan de hand van wat eiser heeft aangevoerd tot het oordeel komen dat het evident onredelijk is om niet terug te komen op het besluit. [5]
Wat vinden partijen?
7. Eiser vindt dat hij in de Wajong-periode blijvend zijn arbeidsvermogen is verloren. Eiser geeft aan dat hij zelf in de Wajong-periode niet inzag dat hij ziek was en dat dat besef pas in de laatste jaren is gekomen. Hij heeft nieuwe stukken ingebracht ter onderbouwing van de ernst van zijn psychische problemen en van de problematiek in de jaren na het overlijden van zijn moeder. Eiser geeft aan dat in het bestreden besluit niet is terug te vinden dat rekening is gehouden met de stukken die hij heeft ingebracht en de problematiek die uit die stukken blijkt. Ook zijn de gegevens over de door hem behaalde diploma’s niet juist weergegeven.
7.1.
Het Uwv heeft beoordeeld of de nieuwe stukken van eiser reden geven om de eerdere beslissing te herzien. Het overlijden van de moeder van eiser en de ernstige psychische problematiek is uitvoerig beschreven in de medische rapportage van 5 juni 2023 bij de eerste Wajong-beoordeling. In het verweerschrift heeft het Uwv geschreven dat eiser in 2007 een MBO-2 diploma assistent installatietechniek heeft gehaald en in 2011 zijn MBO-1 certificaat installatietechniek/loodgieter. Het Uwv voert aan dat de door eiser ingebrachte stukken een goed beeld geven van de ernstige problematiek, maar dat dit geen reden is om alsnog te oordelen dat eiser duurzaam geen arbeidsvermogen had.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
8. De rechtbank is van oordeel dat het Uwv niet hoefde terug te komen op zijn eerdere beslissing. Het Uwv heeft de nieuwe stukken beoordeeld en is terecht tot de conclusie gekomen dat dit geen reden is om alsnog een Wajong-uitkering toe te kennen. De rechtbank legt hieronder uit hoe zij tot dit oordeel is gekomen.
Medische beoordeling bij de eerste Wajong-aanvraag
9. In deze procedure vraagt eiser om van de beslissing op zijn eerste Wajong-aanvraag af te wijken. De rechtbank moet beoordelen of de psychische problematiek van eiser bij de eerste Wajong-beoordeling volledig in beeld was en goed is beoordeeld. Als dat het geval is, dan is er bij deze herhaalde aanvraag geen aanleiding voor het Uwv om een ander conclusie te trekken. Daarom zal de rechtbank eerst bespreken wat er bij de eerste Wajong-aanvraag is beoordeeld.
9.1.
Bij de eerste Wajong-aanvraag is in bezwaar het rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep van 5 juni 2023 opgesteld. De rechtbank stelt vast dat in het rapport van 5 juni 2023 is beschreven en meegewogen dat eiser vanaf 2005 met tussenpozen onder behandeling is geweest bij De Waag voor complexe PTSS en agressieregulatietraining. De verzekeringsarts gaat er ook vanuit dat de psychische klachten zijn ontstaan voor het 18e levensjaar van eiser. In het rapport van 5 juni 2023 is uitgelegd waarom de verzekeringsarts tot de conclusie komt dat eiser, ondanks zijn psychische klachten, wel arbeidsvermogen had in de Wajong-periode. Ten eerste geeft de verzekeringsarts aan dat er te weinig informatie beschikbaar is om te beoordelen wat de invloed was van de psychische klachten op het arbeidsvermogen van eiser. Daarbij betrekt de verzekeringsarts ook dat er sinds die periode veel is gebeurd, waardoor niet gezegd kan worden dat de huidige situatie toen ook al aanwezig was. Ten tweede heeft de verzekeringsarts meegewogen dat op 26 september 2012 ook een medische beoordeling heeft plaatsgevonden door een verzekeringsarts van het Uwv. Eiser is in 2012 namelijk ziek uitgevallen van zijn werk als orderpikker bij [ex werkgever] vanwege voetklachten. De verzekeringsarts in die arbeidsongeschiktheidsprocedure heeft in zijn medische rapport niet alleen de voetklachten beoordeeld, maar ook de psychische problemen. Zo worden in dat rapport de agressieregulatietraining en de behandeling bij de psychiater vanwege PTSS genoemd. Bij deze beoordeling in 2012 heeft de verzekeringsarts vanwege de psychische voorgeschiedenis en behandeling ook arbeidsbeperkingen aangenomen voor eiser (geen hoge piekbelasting, deadlines of conflicthantering). Desondanks was eiser niet arbeidsongeschikt en kreeg hij geen WIA-uitkering. Omdat in dit rapport van 26 september 2012 kenbaar rekening is gehouden met psychische problemen, ziet de rechtbank geen reden waarom de verzekeringsarts in het rapport van 5 juni 2023 niet kon of mocht uitgaan van de bevindingen van de verzekeringsarts in 2012. De verzekeringsarts mocht in het rapport van 5 juni 2023 dus meewegen dat eiser per 11 oktober 2012 in staat werd geacht om ondanks zijn beperkingen te werken en dus arbeidsvermogen had. Daarbij is ook relevant dat de voorwaarden om voor een Wajong-uitkering in aanmerking te komen strenger zijn dan een WIA-uitkering. Met andere woorden, als eiser in 2012 niet voor een WIA-uitkering in aanmerking kwam, dan kwam hij ook niet in aanmerking voor een Wajong-uitkering. Op grond van de beoordeling en de conclusies in het rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep van 5 juni 2023 stelt de rechtbank vast dat bij de eerste Wajong-aanvraag de psychische problemen van eiser zijn meegewogen in de beoordeling.
Wat volgt uit de nieuwe informatie bij de herhaalde aanvraag?
10. De volgende vraag is of bij de herhaalde aanvraag nieuwe informatie is ingebracht die toch aanleiding geeft om op deze eerdere beoordeling terug te komen. Eiser heeft bij zijn herhaalde aanvraag nieuwe stukken ingebracht uit het verleden en van zijn actuele behandeling. Hij heeft stukken ingebracht uit de periode 2004 tot en met 2008 van de hulpverleningstrajecten die liepen bij verschillende instanties, waaronder Bureau Jeugdzorg en Spirit, en een behandelplan bij De Waag. De recentere stukken zijn het Pro Justitia onderzoek van 27 oktober 2023 en de brief van Fivoor van 13 november 2024. Ter zitting heeft eiser nog een brief van Accuraat Begeleid Wonen overhandigd. Uit de ingebrachte stukken blijkt dat eiser onder behandeling is, en dat ook in het verleden al was, voor forse psychische problematiek die zijn oorsprong vindt in zijn jeugd.
Medische beoordeling bij de herhaalde Wajong-aanvraag
11. De medische beoordeling bij de herhaalde Wajong-aanvraag is opgenomen in het rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep van 13 mei 2025. De rechtbank stelt vast dat de verzekeringsarts in het rapport van 13 mei 2025 heeft beoordeeld of sprake is van nieuwe feiten en omstandigheden die aanleiding geven om terug te komen op de beslissing van 11 januari 2023. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft de aangeleverde nieuwe informatie en de problematiek die daaruit volgt meegewogen in de heroverweging. De verzekeringsarts schrijft dat de nieuwe informatie een goed beeld geeft van de ernstige problematiek in de jeugd van eiser en in de voor de Wajong verzekerde periode. De gegevens geven volgens de verzekeringsarts echter geen reden om te oordelen dat eiser geen arbeidsvermogen zou hebben en geven ook geen aanwijzingen voor eventuele duurzaamheid daarvan. De verzekeringsarts concludeert dat deze nieuwe informatie geen ander zicht geeft op de beoordeling bij de eerste aanvraag. De rechtbank is van oordeel dat de verzekeringsarts bij de medische beoordeling van de herhaalde aanvraag deugdelijk en inzichtelijk heeft gemotiveerd waarom de nieuwe informatie geen aanleiding geeft om de beslissing te wijzigen en dat daarbij de ernst van de psychische problematiek en trauma’s van eiser kenbaar is meegewogen. Er is geen reden om te twijfelen aan het oordeel van de verzekeringsarts.
12. De rechtbank overweegt dat eiser op de zitting heeft uitgelegd dat hij pas recent de ernst van zijn problemen is gaan inzien. Eiser heeft uitgelegd dat hij destijds in zijn eigen belevenis niet ziek was. De rechtbank overweegt dat de wijze waarop eiser destijds zijn problemen ervoer van invloed kan zijn geweest op de medische beoordeling in die periode. Binnen de systematiek van deze procedure is het echter aan eiser om voldoende bewijs aan te leveren om tot een andere beoordeling te komen. De rechtbank heeft beoordeeld of uit de stukken blijkt dat vóór het 23e jaar van eiser een kantelpunt ligt, waarbij sprake is van een dusdanige verslechtering van de situatie van eiser dat hij alsnog wel onder de Wajong-criteria zou kunnen vallen. In de nu bekende stukken vindt de rechtbank echter geen aanknopingspunt dat vóór het 23e jaar van eiser een dergelijke verslechtering is opgetreden.
13. In wat eiser heeft aangevoerd wordt ook geen aanleiding gevonden voor het oordeel dat het bestreden besluit evident onredelijk is.
14. De rechtbank stelt tenslotte vast dat het Uwv in het verweerschrift de foute gegevens over de door eiser behaalde diploma’s heeft verbeterd. Dit heeft geen gevolgen voor het bestreden besluit.

Conclusie en gevolgen

15. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat het Uwv terecht heeft geconcludeerd dat de nieuwe informatie geen aanleiding geeft om de eerdere beslissing te herzien en alsnog een Wajong-uitkering toe te kennen.
15.1.
Eiser krijgt daarom het griffierecht niet terug. Hij krijgt ook geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Coenen, rechter, in aanwezigheid van P. Molenaar, griffier.
Uitgesproken in het openbaar op 5 november 2025.
De griffier is verhinderd
de uitspraak te ondertekenen
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Digitaal hoger beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA Utrecht.
Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Artikel 1a:1, tweede lid, Wajong 2015.
2.Artikel 1a, eerste lid, van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten.
3.Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 30 juli 2020, ECLI:NL:CRVB:2020:1678 r.o. 4.2.
4.Dat volgt uit onder meer de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 14 januari 2015, ECLI:NL:CRVB:2015:1.
5.Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 24 februari 2025, ECLI:NL:CRVB:2015:309, r.o. 4.1.