Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 april 2025 in de zaken tussen
[eiser], uit [woonplaats], eiser
het College van Bestuur van de Universiteit Utrecht, het college
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
In de uitspraak van 19 december 2018 [5] heeft de Afdeling het volgende overwogen:
“De rechtbank heeft terecht overwogen dat uit de uitspraken van de CRvB van 4 april 2013, 26 juni 2014 en 29 oktober 2015 volgt dat de rechtmatigheid van het besluit van 8 juli 2008
(het opheffingsbesluit)en de daarin vermelde feiten in rechte vast staan. Dat betekent dat eveneens in rechte vaststaat dat de functie van appellant deel uitmaakte van de onderzoeksgroep [vakgroep].”
In de uitspraak van 15 juli 2022 [6] heeft de rechtbank het volgende overwogen:
“Eiser heeft op grond van de AVG veel verzoeken ingediend. Deze verzoeken houden verband met zijn indeling in subgroep [vakgroep] die uiteindelijk heeft geleid tot zijn ontslag. Over deze indeling en de juistheid daarvan zijn al veel procedures gevoerd die er niet toe hebben geleid dat eiser gelijk heeft gekregen in de zin dat verweerder niet mag uitgaan van de juistheid van deze indeling. De omstandigheid dat verweerder in het kader van de (huidige) gevoerde procedures dit persoonsgegeven verwerkt, is dus niet onrechtmatig. Indien eiser enkel daarover verzoeken indient en procedeert, kan in beginsel gesteld worden dat voldaan is aan de voorwaarden van artikel 15, vijfde lid van de AVG en/of dat sprake is van misbruik van recht.”
In de uitspraak van 24 februari 2023 [7] heeft de rechtbank geoordeeld over een vergelijkbaar stopverzoek van eiser als in deze zaken aan de orde. De rechtbank heeft geoordeeld dat de juistheid van de gegevens, te weten de indeling van eisers functie bij [vakgroep], in rechte vast is komen te staan en dat de verwerking ervan door het college niet onrechtmatig is.
In de uitspraak van 8 september 2023 [8] heeft de rechtbank geoordeeld dat eiser misbruik maakt van recht, nu hij tegen beter weten in blijft procederen over een niet bestaand besluit waarbij hij is ingedeeld in de onderzoeksgroep [vakgroep].
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart de beroepen niet-ontvankelijk;
- veroordeelt eiser in de proceskosten van het college tot een bedrag van € 907,-.