In deze zaak heeft de verzoeker, betrokken bij een verkeersongeval, ASR SCHADEVERZEKERINGEN N.V. verzocht om de onderhandelingen over schadevergoeding te hervatten. De verzoeker was betrokken bij een ongeval in oktober 2018 en had letsel opgelopen. ASR erkende de aansprakelijkheid, maar met een eigen schuld van 25% voor de verzoeker. Na een eerdere afwijzing van een verzoek om volledige aansprakelijkheid te erkennen, heeft ASR de onderhandelingen in oktober 2022 eenzijdig beëindigd, omdat zij vond dat de verzoeker onterecht had gehandeld en niet naar waarheid had verklaard. De verzoeker heeft in dit deelgeschil gevraagd om te verklaren dat het onderzoek door ASR onrechtmatig was en om de kosten van het deelgeschil te begroten. De kantonrechter heeft geoordeeld dat ASR het recht had om de onderhandelingen af te breken en dat de verzoeken van de verzoeker niet toewijsbaar waren. De kantonrechter heeft ook geoordeeld dat de kosten van het deelgeschil niet voor vergoeding in aanmerking komen, omdat het verzoek volstrekt onterecht was ingediend. De verzoeker werd niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek om een voorlopig getuigenverhoor, en het tegenverzoek van ASR om de verzoeker in de kosten te veroordelen werd afgewezen.