ECLI:NL:RBMNE:2024:69
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van WW-uitkering; beoordeling van informatieplicht en evenredigheidsbeginsel
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Midden-Nederland het beroep van eiser tegen de herziening en intrekking van zijn WW-uitkering. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft gesteld dat eiser niet heeft gereageerd op verzoeken om informatie, waardoor het recht op uitkering niet kon worden vastgesteld. Eiser ontving bruto € 2.400,51 aan WW-uitkering, die hij nu moet terugbetalen. De rechtbank heeft op 15 januari 2024 geoordeeld dat het Uwv terecht heeft besloten tot herziening en terugvordering van de uitkering. Eiser heeft onvoldoende informatie verstrekt over zijn werkzaamheden bij de orthodontiepraktijk van zijn oom, wat volgens de rechtbank in strijd is met de verplichtingen uit de Werkloosheidswet (WW). De rechtbank concludeert dat het Uwv voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de werkzaamheden van eiser als op geld waardeerbare activiteiten moeten worden beschouwd, en dat de gehele uitkering herzien en teruggevorderd mocht worden. Eiser heeft niet aangetoond dat er dringende redenen zijn om van terugvordering af te zien, en de rechtbank oordeelt dat de terugvordering niet in strijd is met het evenredigheidsbeginsel. Het beroep van eiser is ongegrond verklaard, en hij moet het ontvangen bedrag terugbetalen.