ECLI:NL:RBMNE:2024:5655
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herstel van zorgvuldigheidsgebrek in WIA-aanvraag na tussenuitspraak
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Midden-Nederland het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn WIA-aanvraag. Dit is een vervolg op de tussenuitspraak van 21 juni 2023, waarin de rechtbank het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) de gelegenheid gaf om een zorgvuldigheidsgebrek te herstellen door fysiek contact met eiser te hebben. Op 9 augustus 2023 heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep een aanvullend rapport ingediend na een fysiek spreekuurcontact met eiser. De rechtbank heeft besloten dat een nadere zitting niet nodig was en het onderzoek gesloten.
De rechtbank concludeert dat het Uwv het zorgvuldigheidsgebrek heeft hersteld door het aanvullende medisch onderzoek. Eiser had in zijn zienswijze op het rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep aangevoerd dat er een aangepaste functionele mogelijkhedenlijst (FML) had moeten worden opgesteld, maar de rechtbank oordeelt dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep haar eerdere conclusies heeft gehandhaafd. De rechtbank ziet geen aanleiding om te twijfelen aan de inschatting van de belastbaarheid van eiser door het Uwv.
De rechtbank oordeelt dat het Uwv terecht heeft besloten dat eiser per 18 januari 2022 niet langer recht heeft op een WIA-uitkering, omdat hij 22,91% arbeidsongeschikt is. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit, maar laat de rechtsgevolgen in stand. Eiser krijgt het betaalde griffierecht vergoed en de proceskosten worden vastgesteld op € 2.187,50. De uitspraak is gedaan door mr. E.M. van der Linde en is openbaar uitgesproken op 16 september 2024.