ECLI:NL:RBMNE:2024:3841

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
20 juni 2024
Publicatiedatum
20 juni 2024
Zaaknummer
16-152576-23 en 13-119015-22 (gev. ttz) (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor dwang, belaging, bedreiging en mishandeling in een relatie met gebruik van naaktfoto's en seksfilmpjes

Op 20 juni 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere strafbare feiten, waaronder dwang, belaging, bedreiging en mishandeling van zijn ex-partner. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 1 augustus 2021 tot en met 21 april 2023 zijn ex-partner, aangeduid als [slachtoffer 1], heeft gedwongen door te dreigen met de verspreiding van naaktfoto's en seksfilmpjes. De rechtbank heeft de betrouwbaarheid van de verklaringen van de aangeefster als hoog ingeschat, vooral in vergelijking met eerdere verklaringen die zij bij de rechter-commissaris had afgelegd. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 180 dagen, waarvan 114 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van 120 uren. Bij de veroordeling zijn bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een meldplicht bij de reclassering en het volgen van een behandeling.

De rechtbank heeft in haar overwegingen ook de ernst van de feiten en de impact op het slachtoffer meegewogen. De verdachte heeft zich gedurende een lange periode schuldig gemaakt aan stelselmatige belaging, waarbij hij zijn ex-partner herhaaldelijk heeft bedreigd en mishandeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte door zijn gedrag een ernstige inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer en de lichamelijke integriteit van [slachtoffer 1]. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de psychische toestand van de verdachte, die lijdt aan een persoonlijkheidsstoornis, en heeft geoordeeld dat hij verminderd toerekeningsvatbaar is. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een effectieve behandeling voor de verdachte om herhaling van dergelijk gedrag te voorkomen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummers: 16-152576-23 en 13-119015-22 (gev. ttz) (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 20 juni 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1992] te [geboorteplaats 1] ,
wonende aan de [adres 1] , [postcode 1] te [woonplaats] ,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting op 6 juni 2024.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie, mr. L.H. van der Veldt, en van dat wat verdachte en zijn raadsvrouw, mr. N.C. Reehuis, advocaat te Amsterdam, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting gewijzigd. De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage 1 aan dit vonnis gehecht.
De verdenkingen komen er in het kort op neer dat verdachte:
Parketnummer 16-152576-23
Feit 1
in de periode van 1 augustus 2021 tot en met 21 april 2023 in Amersfoort meermalen [slachtoffer 1] heeft gedwongen:
  • om haar telefoon op te nemen als verdachte contact zocht;
  • om op vragen van verdachte te reageren;
  • om seksuele handelingen met verdachte te verrichten;
  • om seksueel getint beeldmateriaal op te nemen en te delen met verdachte;
  • om haar betalingen te laten verrichten;
door te dreigen naaktfoto’s en/of seksfilmpjes van haar die hij al in zijn bezit had te verspreiden;
Feit 2
in de periode van 1 augustus 2021 tot en met 3 juni 2023 in Amersfoort meermalen [slachtoffer 1] heeft gestalkt door:
  • veel (WhatsApp)berichten naar haar en haar moeder, vader, zusje, nichtje en tante te sturen;
  • vaak te bellen naar haar werk;
  • haar meerdere spraakberichten te sturen;
  • haar meermalen te bellen;
Feit 3
in de periode van 10 februari 2023 tot en met 21 april 2023 in Amersfoort [slachtoffer 1] heeft bedreigd met zware mishandeling, namelijk ‘Ik sla je kankerhoofd in elkaar’ en ‘misschien ben je er morgen niet meer’;
Feit 4
op 20 maart 2023 in Amersfoort [slachtoffer 1] heeft mishandeld door haar aan haar haren te trekken en met kracht op de grond te gooien;
Feit 5
in de periode van 18 mei 2022 tot en met 19 mei 2022 [slachtoffer 1] heeft mishandeld door tegen haar vinger te schoppen, aan haar haren te trekken en in het gezicht/op het lichaam te slaan;
Feit 6
in de periode van 31 december 2022 tot en met 1 januari 2023 in Amersfoort de voordeur van [vereniging van eigenaren] heeft vernield;
Parketnummer 13-119015-22
op 9 mei 2021 in Amsterdam [slachtoffer 2] heeft mishandeld door hem één of meermalen te slaan met gebalde vuist op het hoofd/op het lichaam.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging. Dit betekent dat er volgens de wet geen formele belemmeringen zijn om deze strafzaak inhoudelijk te beoordelen.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht alle zeven ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend te bewijzen. Volgens de officier van justitie kan alleen niet worden bewezen dat verdachte zich in de periode van 1 augustus 2021 tot 9 februari 2023 schuldig heeft gemaakt aan stalking van [slachtoffer 1] (hierna ook: [slachtoffer 1 (voornaam)] ). Ook kan volgens haar niet worden bewezen dat verdachte in de periode na 31 maart 2023 [slachtoffer 1 (voornaam)] heeft bedreigd. Verdachte moet daarom partieel worden vrijgesproken van die gedeeltes van de respectievelijk onder feit 2 en feit 3 ten laste gelegde periodes.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit van alle 7 ten laste gelegde feiten, behalve van feit 6. De standpunten van de raadsvrouw worden – voor zover van belang voor de beoordeling – besproken in paragraaf 4.3.4.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
Vrijspraak 13-119015-22
De rechtbank spreekt verdachte vrij van de onder parketnummer 13-119015-22 ten laste gelegde mishandeling. Verdachte en aangever verklaren tegenstrijdig over wie is begonnen met het slaan. De enige getuigenverklaring in het dossier is die van de zus van aangever, ook de ex-vrouw van verdachte. Echter, een verbalisant heeft in het dossier aangegeven dat de omstanders die bij het incident aanwezig waren niet geheel onpartijdig zijn omdat dit allen familieleden van de aangever betreffen. Dit maakt dat de rechtbank met de verdediging de getuigenverklaring onvoldoende betrouwbaar vindt om te gebruiken als bewijsmiddel. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte vanwege het ontbreken van voldoende bewijsmiddelen voor dit feit moet worden vrijgesproken.
4.3.2
Bespreking bewijsmiddelverweren
De verklaringen van [slachtoffer 1 (voornaam)]
De rechtbank overweegt dat de verklaringen die [slachtoffer 1 (voornaam)] tegenover de politie heeft afgelegd uitgebreid en gedetailleerd zijn, en op grond van de inhoud als betrouwbaar kunnen worden aangemerkt. [slachtoffer 1 (voornaam)] heeft in de kern en bij herhaling consistent verklaard over de diverse gebeurtenissen die zich in de ten laste gelegde periodes hebben afgespeeld. Haar verklaring komt inhoudelijk op specifieke en relevante punten overeen met hetgeen zij in de aanvullende verhoren en in de daarop volgende aangiftes heeft verteld. Dat [slachtoffer 1 (voornaam)] in haar latere verklaring onder ede bij de rechter-commissaris volstrekt anders verklaart, kan volgens de rechtbank niet anders dan het gevolg zijn van de gesprekken die zij met verdachte heeft gevoerd terwijl verdachte in de penitentiaire inrichting (hierna ook: de PI) verbleef. De opnames van deze gesprekken laten namelijk zien dat verdachte dusdanig op [slachtoffer 1 (voornaam)] inpraat dat zij niet bij haar standpunt blijft over wat is voorgevallen. Er wordt letterlijk besproken wat er door [slachtoffer 1 (voornaam)] gezegd moet of kan worden zodat verdachte onder de verdenking uit kan komen. Deze situatie maakt juist de verklaringen van [slachtoffer 1 (voornaam)] daarna niet geloofwaardig zijn. Bovendien past het letsel dat de huisarts kort na het gebeuren heeft geconstateerd bij [slachtoffer 1 (voornaam)] in het relaas van de gebeurtenissen zoals [slachtoffer 1 (voornaam)] die in haar aangifte heeft weergegeven. Voor de aanname dat [slachtoffer 1 (voornaam)] onder druk van haar ouders haar verklaring zou hebben afgelegd, bevat het dossier naar het oordeel van de rechtbank geen aanknopingspunten. De rechtbank heeft dan ook geen reden om te twijfelen aan de juistheid en betrouwbaarheid van haar aangifte en aanvullende verklaringen en acht deze op grond van bovenstaande bruikbaar voor het bewijs.
4.3.3
Bewijsmiddelen [1]
Vanwege de omvang van het dossier zijn de bewijsmiddelen ten behoeve van de leesbaarheid van het vonnis opgenomen in bijlage II, die aan dit vonnis is gehecht.
De rechtbank acht het – gelet op de aangehaalde bewijsmiddelen – wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder feit 1 tot en met 6 ten laste gelegde. Hieronder zal de rechtbank dit oordeel motiveren.
4.3.4
Bewijsoverwegingen
4.3.4.1 Feit 1 - dwang
Inleiding
De rechtbank stelt op grond van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting de volgende feiten en omstandigheden vast.
Verdachte en [slachtoffer 1 (voornaam)] hadden een relatie waarbij verdachte op enig moment aan [slachtoffer 1 (voornaam)] vroeg om naaktfoto’s te sturen. Toen verdachte deze eenmaal in zijn bezit had, begon hij te dreigen deze te verspreiden aan haar familie en buren wanneer [slachtoffer 1 (voornaam)] niet deed wat hij wilde. De vraag die de rechtbank moet beoordelen is of verdachte door het dreigen hiermee dusdanig druk op [slachtoffer 1 (voornaam)] uitoefende dat niet van haar verwacht kon worden dat zij niet naar hem luisterde.
Wettelijk kader - dwang
Wanneer iemand een ander dwingt iets te doen, niet te doen of te dulden door geweld, een andere feitelijkheid of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, is sprake van wederrechtelijke dwang in juridische zin. Indien die dwang niet heeft geleid tot een doen, niet doen of dulden, is sprake van een poging. Het kan bij de genoemde dwangmiddelen in artikel 284 Sr gaan om fysieke druk door geweld, maar ook om psychische druk door bedreiging met geweld. Bij (bedreiging met) andere feitelijkheden gaat het om handelingen die niet onder geweld of bedreiging vallen. Deze handelingen moeten van zodanige aard zijn dat zij in de gegeven omstandigheden leiden tot een druk waaraan het slachtoffer geen weerstand kan bieden. Verdachte moet door die feitelijkheid opzettelijk hebben veroorzaakt dat het slachtoffer tegen zijn of haar wil iets heeft gedaan, niet gedaan of geduld (vgl. HR 18-10-2022, ECLI:NL:HR:2022:1473).
Andere feitelijkheden
De dwang die verdachte wordt verweten zou bestaan uit bedreiging met andere feitelijkheden, namelijk het verspreiden van de naaktfoto’s en seksfilmpjes die verdachte al in zijn bezit had.
Beoordeling van de rechtbank
Partiële vrijspraak pleegperiode
De rechtbank stelt vast dat uit de berichten in het dossier tussen verdachte en [slachtoffer 1 (voornaam)] blijkt dat verdachte in ieder geval vanaf 20 april 2022 dreigt met het verzenden van naaktfoto’s. Ondanks dat verdachte in zijn berichten enkel spreekt over foto’s, staat voor de rechtbank vast dat verdachte hiermee naaktfoto’s bedoelt. Hij is namelijk in zijn verhoren meermalen geconfronteerd met de vraag wat hij bedoelt met foto’s, waarop hij toegeeft dat hij hiermee naaktfoto’s bedoelt. Vanaf dit moment wordt de aangifte van [slachtoffer 1 (voornaam)] ondersteund. In het licht van het gehele dossier, concludeert de rechtbank daarom dat vanaf 20 april 2022 bewezen is dat verdachte dreigt met het verzenden van naaktfoto’s als [slachtoffer 1 (voornaam)] hem niet gehoorzaamt. Van de periode van 1 augustus 2021 tot 20 april 2022 spreekt de rechtbank verdachte (partieel) vrij.
Sprake van dwang
Gezien de berichten in het dossier, eist verdachte van [slachtoffer 1 (voornaam)] dat zij haar telefoon opneemt als hij contact zoekt, op vragen van verdachte reageert, seksueel getint beeldmateriaal opneemt en deelt met verdachte, en betalingen verricht. De rechtbank oordeelt dat is komen vast te staan dat verdachte heeft gedreigd met het verspreiden van de naaktfoto’s en seksfilmpjes die hij in zijn bezit had, en dat [slachtoffer 1 (voornaam)] feitelijk is gedwongen te voldoen aan bovengenoemde eisen van verdachte. Zo blijkt uit haar verklaring en de berichten dat zij haar telefoon moest opnemen en moest reageren op berichten van verdachte. Daarnaast is de rechtbank van oordeel dat uit de samenhang van de berichten van 9 april 2023 valt te concluderen dat verdachte eiste dat [slachtoffer 1 (voornaam)] seksueel getint beeldmateriaal opnam en deelde met verdachte. Verder heeft [slachtoffer 1 (voornaam)] verklaard dat zij benzine en boodschappen heeft betaald op aandringen van verdachte. Het bewijs dat [slachtoffer 1 (voornaam)] heeft betaald bij Shell voor benzine is voldoende ondersteuning voor haar aangifte. Dat de raadsvrouw heeft aangevoerd dat geen sprake is van een voltooid misdrijf, volgt de rechtbank feitelijk geredeneerd gezien het bovenstaande dan ook niet. Ten aanzien van het derde gedachtestreepje van de tenlastelegging, het verrichten van seksuele handelingen met verdachte, overweegt de rechtbank dat verdachte in de chatgesprekken die gaan over het ondergaan van seksuele handelingen, niet het dreigement van het openbaar maken van de foto’s en filmpjes heeft geplaatst. Het causaal verband tussen deze bewoordingen en het dreigement ontbreekt dus. De rechtbank spreekt verdachte van dit gedachtestreepje partieel vrij.
Tussenconclusie
Al met al is de rechtbank van oordeel dat verdachte door de continue stroom aan bedreiging met het verzenden van naaktfoto’s en seksfilmpjes, en hier zelfs uitvoering aan te geven, een zodanige voortdurende druk op [slachtoffer 1 (voornaam)] heeft uitgeoefend dat zij hieraan geen weerstand kon bieden en zij daarom, hoewel ze anders wilde, steeds niet anders kon doen dan doen wat verdachte haar opdroeg. Hiermee is sprake van dwang.
4.3.4.2 Feit 2 - belaging
Feiten en omstandigheden
De rechtbank stelt op grond van de tot het bewijs gebruikte bewijsmiddelen de volgende feiten en omstandigheden vast. In 2021 kregen verdachte en [slachtoffer 1 (voornaam)] een relatie. Verdachte werd vanaf augustus 2021 steeds dwingender in zijn contact. Dat verdachte de berichten in het dossier aan [slachtoffer 1 (voornaam)] heeft verstuurd, staat niet ter discussie. De vraag die de rechtbank moet beoordelen is of verdachte, onrechtmatig, in die mate voortdurend [slachtoffer 1 (voornaam)] heeft gestalkt dat sprake is van belaging in juridische zin.
Wettelijk kader - belaging
De rechtbank stelt voorop dat bij de beoordeling of sprake is van belaging als bedoeld in artikel 285b, eerste lid, van het wetboek van Strafrecht (Sr) verschillende factoren van belang zijn zoals de aard, de duur, de frequentie en de intensiteit van de gedragingen van de verdachte, de omstandigheden waaronder deze hebben plaatsgevonden en de invloed daarvan – naar objectieve maatstaven - op het persoonlijk leven en de persoonlijke vrijheid van het slachtoffer.
Beoordeling van de rechtbank
De rechtbank oordeelt bewezen dat verdachte veelvuldig [slachtoffer 1 (voornaam)] en haar moeder, vader, zusje, nichtje en tante berichten heeft gestuurd. Ook heeft hij meermalen gebeld naar haar werk, haar meerdere spraakberichten gestuurd en haar meermalen gebeld. Hoewel de meeste gedragingen slechts volgen uit de verklaring van [slachtoffer 1 (voornaam)] , wordt haar verklaring in voldoende mate ondersteund. Zo heeft [slachtoffer 1 (voornaam)] veel berichtenverkeer, belberichten en spraakberichten overlegd en bevestigt de getuige van de [naam 2] dat verdachte haar werk heeft gebeld.
Partiële vrijspraak pleegperiode belaging
De gedragingen van verdachte in de periode van 1 augustus 2021 tot 9 februari 2023 kunnen naar het oordeel van de rechtbank niet als belaging worden aangemerkt, omdat dit handelen niet met een zodanige frequentie en intensiteit plaatsvond dat sprake is van stelselmatigheid. De rechtbank is van oordeel dat vanaf 9 februari 2023 wel te spreken is van stelselmatigheid in het contact van verdachte naar [slachtoffer 1 (voornaam)] . Verdachte wordt dus vrijgesproken van de periode daarvoor. Hoewel verdachte ten aanzien van de bewezen geachte berichten aan haar moeder, haar vader, haar zusje, haar nichtje en haar tante, wel wederrechtelijk heeft gehandeld tegenover [slachtoffer 1 (voornaam)] , speelt dit handelen zich af voor de periode vanaf wanneer de rechtbank van oordeel is dat sprake is van belaging. Van dit gedeelte van het eerste gedachtestreepje spreekt de rechtbank verdachte dan ook partieel vrij.
Stelselmatig en wederrechtelijk
De rechtbank is van oordeel dat vanaf 9 februari 2023 de aard, de duur, de frequentie en de intensiteit van de hiervoor vastgestelde gedragingen van verdachte, de omstandigheden waaronder deze hebben plaatsgevonden en de invloed daarvan op het persoonlijk leven en de persoonlijke vrijheid van [slachtoffer 1 (voornaam)] zodanig zijn geweest dat van een stelselmatige inbreuk op haar persoonlijke levenssfeer sprake is geweest. De raadsvrouw heeft verwezen naar de verklaring van [slachtoffer 1 (voornaam)] bij de rechter-commissaris, waarin zij zegt dat zij het gedrag van verdachte niet ‘stalkerig’ vond. De rechtbank heeft hiervoor reeds overwogen dat en waarom de verklaring van [slachtoffer 1 (voornaam)] bij de rechter-commissaris niet geloofwaardig wordt geacht. Ook volgt naar het oordeel van de rechtbank uit haar verklaringen van 6 juni 2023 en 14 juni 2023 en het feit dat zij aangifte heeft gedaan van stalking wel degelijk dat zij zijn gedrag hinderlijk vond. Temeer nu [slachtoffer 1 (voornaam)] op 9 februari 2023, het moment dat het contact vanuit verdachte stelselmatig werd, expliciet verdachte te kennen heeft gegeven dat zij wil dat verdachte stopt met bellen en berichten sturen en dat zij met rust gelaten wil worden. De berichten waren qua inhoud en hoeveelheid van zeer indringende aard. Daarbij overweegt de rechtbank dat veel van de bewezenverklaarde handelingen zich hebben afgespeeld tijdens de relatie van [slachtoffer 1 (voornaam)] en verdachte, terwijl iemand zich bij uitstek veilig moet voelen in een relatie. Dat maakt dat de aard en intensiteit van de gedragingen, in onderling verband en in samenhang bezien, naar objectieve maatstaven als zeer belastend kan worden aangemerkt.
Tussenconclusie t.a.v. feit 2
Verdachte heeft zich in een periode van bijna vier maanden schuldig gemaakt aan belaging. Hij heeft door zijn handelen opzettelijk een inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 1 (voornaam)] . Verdachte heeft op een indringende wijze geprobeerd om direct of indirect met haar in contact te komen, terwijl hij wist dat zij dit niet wenste. Verdachte had door zijn handelen het oogmerk om [slachtoffer 1 (voornaam)] te dwingen te dulden dat hij met haar in contact kwam. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank bewezen dat de verdachte zich aan de ten laste gelegde belaging schuldig heeft gemaakt vanaf 9 februari 2023.
4.3.4.3 Feit 3 - Bedreiging
Feiten en omstandigheden
Aan de hand van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting stelt de rechtbank de volgende feiten en omstandigheden vast. Verdachte heeft [slachtoffer 1 (voornaam)] op 10 februari 2023 een WhatsAppbericht gestuurd. Ook heeft hij haar op 31 maart 2023 een spraakbericht gestuurd. Dat het verdachte is geweest die de bewoordingen uit de bewijsmiddelen tegen [slachtoffer 1 (voornaam)] heeft geuit staat niet ter discussie. De rechtbank moet zich buigen over de vraag of bij [slachtoffer 1 (voornaam)] de redelijke vrees kon ontstaan dat zij haar leven zou kunnen verliezen of zwaar lichamelijk letsel zou kunnen oplopen door de bedreigingen vanuit verdachte.
Wettelijk kader – bedreiging
De rechtbank stelt voorop dat voor een veroordeling ter zake van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht of zware mishandeling is vereist dat de bedreigde daadwerkelijk op de hoogte is geraakt van de bedreiging en de bedreiging van dien aard is en onder zodanige omstandigheden is geschied dat bij de bedreigde in redelijkheid de vrees kon ontstaan dat hij het leven zou kunnen verliezen of zwaar lichamelijk letsel zou kunnen oplopen en dat het opzet van de verdachte daarop was gericht. (vgl. HR 22 maart 2011, ECLI:NL:HR:2011:BP0096, HR 22 mei 2012, ECLI:NL:HR:2012:BW6181 en HR 10 januari 2017, ECLI:NL:HR:2017:24)
Beoordeling van de rechtbank
Verdachte heeft de bewoordingen in de trant van “ik sla je kankerhoofd in elkaar” op boze toon in een spraakbericht geuit tegen [slachtoffer 1 (voornaam)] , en de bewoordingen “misschien ben je er morgen niet meer” in een reeks indringende, dreigende berichten waarin hij haar ook nog uitscheldt. De rechtbank is van oordeel dat deze uitlatingen van dien aard zijn en onder zodanige omstandigheden zijn gedaan dat deze in het algemeen de vrees kunnen opwekken kunnen dat de bedreigde het leven zou kunnen verliezen. Uit het dossier blijkt dat sprake was van een relatie waarin (be)dreiging aan de orde van de dag was. Verdachte heeft tijdens hun relatie veelvuldig gedreigd naaktfoto’s en seksfilmpjes van [slachtoffer 1 (voornaam)] te verspreiden naar haar familie, en dit ook daadwerkelijk gedaan. Bovendien heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan geweldshandelingen in hun relatie (zie hierna). De rechtbank verwerpt dan ook het verweer van de raadsvrouw, dat bij [slachtoffer 1 (voornaam)] gezien haar verklaring bij de rechter-commissaris niet de redelijke vrees kon ontstaan dat het misdrijf waarmee werd gedreigd ook zou worden gepleegd. De rechtbank heeft eerder reeds overwogen dat en waarom de verklaring van [slachtoffer 1 (voornaam)] bij de rechter-commissaris niet geloofwaardig wordt geacht. Voorts geldt dat, gezien de inhoud van de uitlatingen, de veelheid van berichten aan [slachtoffer 1 (voornaam)] in die periode en de pure woede waaruit verdachte dit volgens hemzelf uitte, de bewoordingen naar het oordeel van de rechtbank boven gerede twijfel in het algemeen de redelijke vrees kunnen opwekken dat de bedreigde het leven zou kunnen verliezen.
Concluderend komt de rechtbank daarmee tot een bewezenverklaring van het onder feit 3 ten laste gelegde.
4.3.4.4 Feit 4 en 5 - mishandelingen
De rechtbank acht de mishandelingen van [slachtoffer 1 (voornaam)] door verdachte op 20 maart 2023 en omstreeks 18 tot en met 19 mei 2022 wettig en overtuigend bewezen.
Feit 4: Mishandeling van 20 maart 2023
Het waargenomen letsel zoals opgenomen in de geneeskundige verklaring ondersteunt de verklaring van [slachtoffer 1 (voornaam)] over de mishandeling. Dit past ook bij de geweldshandelingen door verdachte die [slachtoffer 1 (voornaam)] heeft beschreven, namelijk dat verdachte haar op de grond heeft gegooid. Verdachte heeft net als [slachtoffer 1 (voornaam)] verklaard dat zij ruzie hadden en dat hij boos was. Weliswaar heeft de raadsvrouw aangevoerd dat de verklaring van [slachtoffer 1 (voornaam)] bij de rechter-commissaris het fundament van de aangifte van [slachtoffer 1 (voornaam)] onderuithaalt, maar onder verwijzing naar paragraaf 4.3.2 acht de rechtbank juist de eerdere verklaringen van [slachtoffer 1 (voornaam)] betrouwbaar. Daarnaast heeft de politie [slachtoffer 1 (voornaam)] overstuur aangetroffen en ook een omstander heeft haar horen schreeuwen dat verdachte haar los moest laten. Naar het oordeel van de rechtbank staat met deze feiten en omstandigheden vast dat verdachte [slachtoffer 1 (voornaam)] heeft mishandeld door haar op de grond te gooien en haar aan haar haren te trekken.
Feit 5: Mishandeling van 18 tot en met 19 mei 2022
De letselverklaring ondersteunt de aangifte van [slachtoffer 1 (voornaam)] . Haar vinger was uit de kom en ook was sprake van oogletsel. Dit blauwe oog is bovendien waargenomen door haar moeder. Daar komt bij dat de getapte gesprekken vanuit P.I. tussen verdachte en [slachtoffer 1 (voornaam)] de verklaring van [slachtoffer 1 (voornaam)] bevestigen, nu verdachte daarin expliciet toegeeft haar te hebben geschopt. Hoewel verdachte heeft verklaard dat hij niet de bedoeling had haar vinger uit de kom te schoppen, gaat de rechtbank hier niet in mee omdat verdachte wist dat [slachtoffer 1 (voornaam)] lijdt aan het EDS-syndroom waardoor haar vingers snel uit de kom raken. In haar aangifte heeft [slachtoffer 1 (voornaam)] ten slotte verklaard dat verdachte haar aan haar haren heeft getrokken. Uit het voorgaande blijkt dat verdachte [slachtoffer 1 (voornaam)] heeft mishandeld door tegen haar vinger te schoppen, haar aan haar haren te trekken en in het gezicht te slaan.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
Feit 1
in de periode van 20 april 2022 tot en met 21 april 2023 in Nederland, meermalen,
een ander, te weten: [slachtoffer 1] , door bedreiging met enige andere feitelijkheid gericht tegen die ander, wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, te weten:
- haar telefoon op te nemen als verdachte contact zocht,
- op de vragen van verdachte te reageren,
- seksueel getint beeldmateriaal op te nemen en te delen met verdachte, en
- haar betalingen te laten verrichten,
door te dreigen de naaktfoto’s en seksfilmpjes van die [slachtoffer 1] die thans in
het bezit van verdachte waren te verspreiden;
Feit 2
van 9 februari 2023 tot en met 3 juni 2023 in Nederland, meermalen,
wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt
op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 1] ,
door die [slachtoffer 1] :
- veelvuldig (WhatsApp) berichten naar die [slachtoffer 1] te sturen,
- veelvuldig, althans meermalen, te bellen naar het werk van die [slachtoffer 1] ,
- meerdere spraakberichten te sturen, en
- meermalen te bellen,
met het oogmerk die [slachtoffer 1] , te dwingen iets te doen, te dulden
en vrees aan te jagen;
Feit 3
in de periode van 10 februari 2023 tot en met 31 maart 2023 in Nederland,
[slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling,
door die [slachtoffer 1] dreigend de woorden toe te voegen “Ik sla je kankerhoofd in
elkaar” en “misschien ben je er morgen niet meer”, althans woorden van gelijke
dreigende aard of strekking;
Feit 4
op 20 maart 2023 te [plaats 2] [slachtoffer 1] heeft mishandeld
door die [slachtoffer 1] aan haar haren te trekken en met kracht op de grond te
gooien;
Feit 5
in de periode van 18 mei 2022 tot en met 19 mei 2022 te [plaats 2] en
[plaats 1] , [slachtoffer 1] heeft mishandeld door die [slachtoffer 1] :
- tegen de vinger te schoppen,
- aan haar haar te trekken, en
- in het gelaat te slaan;
Feit 6
omstreeks 31 december 2022 tot en met 1 januari 2023 te [plaats 2]
opzettelijk en wederrechtelijk de ruit van de voordeur
die geheel of ten dele aan [vereniging van eigenaren] , in elk geval aan een ander
toebehoorde heeft vernield.
Voor zover in het bewezenverklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezenverklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
Feit 1
een ander door bedreiging met een feitelijkheid, gericht tegen die ander, wederrechtelijk dwingen iets te doen, meermalen gepleegd;
Feit 2
belaging;
Feit 3
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
Feit 4
mishandeling;
Feit 5
mishandeling;
Feit 6
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid geheel uitsluit.

8.OPLEGGING VAN STRAF EN MAATREGEL

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot:
- een gevangenisstraf van 6 maanden, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van 114 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, met als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering en ambulante behandeling; en
- een taakstraf van 120 uren, indien niet of niet naar behoren verricht te vervangen door 60 dagen hechtenis.
De officier van justitie heeft voorts gevorderd de te stellen voorwaarden en het uit te oefenen toezicht dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft het volgende aangevoerd. Sinds verdachte is vrijgelaten is er niets meer voorgevallen. De verdediging verzoekt indien een straf wordt opgelegd, een passende behandeling, bij een andere organisatie dan [organisatie] . Daarnaast verzoekt de verdediging de wijze van aanhouding van verdachte te verdisconteren in een eventueel op te leggen straf, nu deze niet proportioneel was.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezenverklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Inleiding
Verdachte heeft een jaar lang gedreigd naaktfoto’s en seksfilmpjes van [slachtoffer 1 (voornaam)] te verspreiden als zij niet deed wat hij wilde. Niet alleen moest zij haar telefoon opnemen en op zijn vragen reageren, maar ook een seksfilmpje opnemen en naar verdachte sturen. Daarnaast eiste hij op deze manier dat zij hem geld betaalde. Daar komt bij dat verdachte zich gedurende ongeveer vier maanden schuldig heeft gemaakt aan stalking van [slachtoffer 1 (voornaam)] . Naast dat hij haar veel (spraak)berichten heeft gestuurd en haar vaak heeft gebeld, heeft hij ook haar werkgever lastiggevallen. Verder heeft verdachte [slachtoffer 1 (voornaam)] op twee momenten bedreigd en mishandeld. Ten slotte heeft hij een voordeur van het appartementencomplex waar [slachtoffer 1 (voornaam)] woonde vernield. Dit alles speelde zich af terwijl verdachte en [slachtoffer 1 (voornaam)] , al dan niet met onderbreking(en), een relatie hadden.
Ernst van de feiten en omstandigheden
Dwang en belaging zijn zeer hinderlijke en angstaanjagende feiten. Stalking heeft een grote impact op slachtoffers, die zich daardoor ernstig beperkt voelen in hun bewegingsvrijheid en constant geconfronteerd worden met ongewenst (en in dit geval onbehoorlijk) contact. Verdachte heeft verklaard dat dit de manier was waarop hij en [slachtoffer 1 (voornaam)] communiceerden, dat [slachtoffer 1 (voornaam)] dit zou willen en ze zou genieten van de aandacht. Dit vindt de rechtbank onvoorstelbaar en dat verdachte zo denkt, baart de rechtbank zorgen. Uit de aangifte van [slachtoffer 1 (voornaam)] komt naar voren dat zij angstig is, zich bedreigd voelt, en wil dat verdachte stopt met het verpesten van haar leven. Niet alleen [slachtoffer 1 (voornaam)] , maar ook haar familie en werk heeft hinder en last van verdachte ondervonden. Bovendien heeft verdachte geweld gebruikt in hun relatie, wat - of het nu binnen of buiten een relatie plaatsvindt - niet mag gebeuren.
De rechtbank neemt in het bijzonder de indringendheid en inhoud van de berichten die verdachte [slachtoffer 1 (voornaam)] stuurde in aanmerking. Op zeer ongepaste wijze eiste hij hiermee dat [slachtoffer 1 (voornaam)] deed wat hij wilde en accepteerde hij geen nee. De rechtbank heeft ter zitting aan verdachte te kennen gegeven geschokt te zijn door wat verdachte meent aan [slachtoffer 1 (voornaam)] te kunnen en mogen sturen. Ook zijn woordgebruik en manieren om [slachtoffer 1 (voornaam)] ertoe te zetten dingen voor hem te doen zijn ongekend (‘
en jij gaat naar beneden komen me sleutels brengen me pijpen en opkankeren duidelijk?’).Door zo te handelen heeft verdachte op grove en indringende wijze inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit, de persoonlijke levenssfeer en het gevoel van veiligheid van [slachtoffer 1 (voornaam)] . Verdachte heeft niet laten blijken dat hij zich beseft wat voor gevolgen zijn handelen op [slachtoffer 1 (voornaam)] heeft gehad en heeft daarbij enkel rekening gehouden met zijn eigen behoefte om contact te hebben met haar. Deze houding van verdachte is ook op de zitting duidelijk naar voren gekomen, doordat verdachte bij herhaling bleef wijzen naar anderen en geen enkele verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn eigen handelen. Zo zouden de problemen tussen hem en [slachtoffer 1 (voornaam)] zijn ontstaan door de moeder van [slachtoffer 1 (voornaam)] , was het niet de bedoeling geweest om nare berichten te sturen, moest [slachtoffer 1 (voornaam)] maar weten dat verdachte het allemaal niet zo bedoelde en vond verdachte zijn acties en berichten multi-interpretabel (‘
het is maar hoe je het interpreteert’). Verdachte heeft hiermee op geen enkele wijze laten zien dat hij de laakbaarheid van zijn handelen en de vele strafbare feiten die hij daarmee heeft gepleegd inziet, hetgeen de rechtbank grote zorgen geeft voor de toekomst (van zowel verdachte als [slachtoffer 1 (voornaam)] ).
De persoon van verdachte
Over verdachte zijn de volgende rapporten opgemaakt:
  • een rapport van het NIFP van 6 november 2023, opgemaakt door mw. [A] , klinisch psycholoog;
  • een rapport van [instelling 1] van 23 mei 2024, opgemaakt door mevrouw [B] , reclasseringswerker.
Uit de Pro Justitia rapportage van 6 november 2023 blijkt dat verdachte is gediagnostiseerd met een psychische stoornis in de vorm van zwakbegaafdheid en een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met borderline kenmerken, waaraan hij ook leed ten tijde van het plegen van het ten laste gelegde. De combinatie van de borderline problematiek en de zwakbegaafdheid draagt bij aan emotionele instabiliteit - met name in interpersoonlijke en intieme relaties -, verlatingsangst en manipulatief gedrag. Geadviseerd wordt de ten laste gelegde feiten verminderd aan verdachte toe te rekenen. Factoren voor een ongunstig risicoscenario waarin op enig moment feiten zoals hem nu ten laste gelegd zich kunnen herhalen zijn: de neiging van verdachte om geen inzicht in zijn relatiedynamiek te geven, de druk die door beider families op de relatie wordt uitgeoefend, de beperkingen ten gevolge van de problematiek die betrokkene zelf heeft (gevoeligheid voor afwijzing en verlating, moeite met spanningsregulatie, gebrekkige probleem- oplossende vaardigheden, snel overvraagd zijn) en de nog steeds voortdurende relatie met [slachtoffer 1 (voornaam)] . Een behandeling ter verbetering van de emotieregulatieproblematiek en het verstevigen van de identiteit, het zelfbeeld en de autonomie wordt dan ook geadviseerd.
Verder heeft de reclassering op 23 mei 2024 gerapporteerd over verdachte. De reclassering schat de kans op recidive en letsel in als gemiddeld. Het risico op onttrekken aan voorwaarden wordt ingeschat als gemiddeld tot hoog. Verdachte komt zijn meldplichtafspraken met de reclassering wisselend na. De reclassering adviseert bijzondere voorwaarden in de vorm van een meldplicht en ambulante behandeling.
Op grond van de rapportages van de psycholoog en de reclassering neemt de rechtbank de conclusies over dat bij verdachte tijdens het begaan van de feiten een gebrekkige ontwikkeling en ziekelijke stoornis van de geestesvermogens bestond zoals bedoeld in art. 37a Sr. De feiten stonden daarmee in direct verband. De stoornissen van verdachte dragen bij aan emotionele instabiliteit, verlatingsangst en manipulatief gedrag, maar maken niet dat hij geen enkel besef en inzicht had in zijn handelen zodat sprake zou zijn van volledige ontoerekeningsvatbaarheid. Zo heeft verdachte bewust gedreigd met naaktfoto’s en seksfilmpjes en bewust stelselmatig contact gezocht met [slachtoffer 1 (voornaam)] omdat hij wilde dat zij reageerde. Verdachte heeft verklaard dat hij zelf de oorzaak van zijn gebrekkige regulatie ziet in het blowen, waar hij sindsdien mee is gestopt. Hierin ziet de rechtbank geen reden om van de adviezen af te wijken, nu niet zo eenvoudig kan worden bepaald waar oorzaak en gevolg liggen in het samenstel van verdachte zijn gedrag. Kortom, de rechtbank acht verdachte verminderd toerekeningsvatbaar. Verdachte heeft ook aangegeven dat hij wel behoefte heeft aan hulp, maar dan met name in het kader van de verwerking en het begrip van voorvallen uit zijn jeugd. De rechtbank is van oordeel dat, waar dit inderdaad van belang is voor een effectieve behandeling, dit in het kader van de reeds geadviseerde behandeling duidelijk moet worden. Dan kan op dat moment worden bepaald hoe dit het beste kan worden meegenomen.
Ten slotte heeft de rechtbank gekeken naar het strafblad van verdachte van 25 april 2024, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor een soortgelijk feit.
Strafoplegging
Om te beginnen heeft de rechtbank bij het bepalen van de straf gekeken naar straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd en de richtlijnen van het Openbaar Ministerie. Daarin past voor dwang een strafeis van een gevangenisstraf, deels voorwaardelijk met bijzondere voorwaarden. Voor belaging waarbij contact is gelegd met derden past een forse taakstraf met een voorwaardelijke gevangenisstraf, of een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van enkele maanden. De rechtbank houdt hierbij ook rekening met het gegeven dat de feiten in verminderde zin aan verdachte kunnen worden toegerekend. De verdediging heeft bepleit dat de aanhouding van verdachte niet proportioneel was en dat daarmee rekening zou moeten worden gehouden in de strafoplegging. De rechtbank is van oordeel dat de politie bij de aanhouding verder is gegaan dan noodzakelijk, gelet op de ernst van het feit en de persoon van verdachte. Er is dus sprake van een vormverzuim dat niet meer te herstellen is en verdachte heeft daar nadeel van ondervonden. Echter, naar het oordeel van de rechtbank is de overschrijding van de norm beperkt geweest, de politie is weliswaar verder gegaan dan achteraf noodzakelijk, maar de agenten hebben vrijheid in het bepalen van de aanpak. Daarnaast heeft verdachte weliswaar enig nadeel ondervonden van de arrestatie, maar is ook dit nadeel beperkt gebleven. De rechtbank is daarom van oordeel dat kan worden volstaan met een constatering van het vormverzuim en dat daaraan geen verdere gevolgen hoeven te worden verbonden.
Verder rechtvaardigt met name de ernst en combinatie van deze strafbare feiten de oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Gelet op de persoon van verdachte is de rechtbank van oordeel dat daarnaast aan verdachte een voorwaardelijk deel moet worden opgelegd om te voorkomen dat verdachte opnieuw strafbare feiten zal plegen. De rechtbank legt daarbij de meldplicht en ambulante behandeling op, zoals deze voorwaarden door de reclassering zijn geadviseerd. De rechtbank volgt al met al de eis van de officier van justitie en acht een gevangenisstraf passend van 180 dagen, waarvan 114 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren en daaraan voornoemde bijzondere voorwaarden verbonden. De tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht moet van die straf worden afgetrokken. Ook moet verdachte een taakstraf uitvoeren van 120 uren, om naast het voorarrest de gevolgen van zijn daden te ondervinden.
Ten slotte beveelt de rechtbank dat de bijzondere voorwaarden en het uit te oefenen toezicht dadelijk uitvoerbaar zijn, omdat gelet op het bovenstaande er rekening mee moet worden gehouden dat verdachte opnieuw een dergelijk misdrijf begaat, dat is gericht tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een ander. De psycholoog acht namelijk de voortdurende relatie met [slachtoffer 1 (voornaam)] verhogend voor het recidiverisico en verdachte heeft verklaard dat hij en [slachtoffer 1 (voornaam)] elkaar nog wekelijks spreken en zien.

9.Beslag

9.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat het inbeslaggenomen goed, te weten een witte iPhone, verbeurd wordt verklaard.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft geen standpunt ingenomen met betrekking tot het beslag.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
Verbeurdverklaring
De rechtbank zal het in beslag genomen voorwerp, te weten een witte iPhone (Omschrijving: PL0900-2023115034-G3181050, wit, merk: Apple), verbeurdverklaren. Met behulp van dit voorwerp zijn de onder feit 1, feit 2 en feit 3 bewezenverklaarde feiten begaan. De rechtbank is bovendien van oordeel dat het telefoontoestel aan verdachte toebehoort. Uit het dossier blijkt namelijk dat deze telefoon met laatst gebruikte telefoonnummer [telefoonnummer] in beslag is genomen na aanhouding van verdachte. Verdachte heeft verklaard dat [telefoonnummer] zijn telefoonnummer is.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 33, 33a, 57, 284, 285, 285b, 300, 350 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het onder parketnummer 13-119015-22 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Bewezenverklaring
- verklaart het onder feit 1, feit 2, feit 3, feit 4, feit 5 en feit 6 van parketnummer 16-152576-23 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
180 dagen;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte van
114 dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van 2 jaren vast;
- veroordeelt verdachte tot een taakstraf van
120 uren;
- beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 60 dagen hechtenis;
- als algemene voorwaarden gelden dat verdachte:
 zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
 ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
 medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat verdachte gedurende de proeftijd:
 zich binnen drie dagen na het ingaan van de proeftijd meldt bij [instelling 1] aan de [adres 2] , [postcode 2] te [plaats 1] en zich blijft melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
 zich onder behandeling zal stellen door een ambulante, forensische, psychiatrische zorginstelling, zoals [instelling 2] of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt.
- waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- beveelt dat de bijzondere voorwaarden en het toezicht door de reclassering dadelijk uitvoerbaar zijn;
Beslag
- verklaart het volgende voorwerp verbeurd:
Telefoontoestel (Omschrijving: PL0900-2023115034-G3181050, wit, merk: Apple).
Voorlopige hechtenis
- heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. N.P.J. Janssens, voorzitter, mrs. A. Blanke en E.W. Stein, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.W.S. Stukker, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 20 juni 2024.
mr. A. Blanke is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
16-152576-23
1
hij in of omstreeks de periode van 1 augustus 2021 tot en met 21 april 2023 te
Amersfoort, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal,
een ander, te weten [slachtoffer 1] ,
door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige
andere feitelijkheid gericht tegen die ander en/of derden,
wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, niet te doen en/of te dulden, te weten
die [slachtoffer 1] :
- haar telefoon op te nemen als verdachte contact zocht,
- op de vragen van verdachte te reageren,
- seksuele handelingen met verdachte te verrichtne,
- seksueel getint beeldmateriaal op te nemen en te delen met verdachte, en/of
- haar betalingen te laten verrichten,
door te dreigen de naaktfoto's en/of seksfilmpjes van die [slachtoffer 1] die thans in
het bezit van verdachte waren te verspreiden;
( art 284 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
2
hij in of omstreeks de periode van 1 augustus 2021 tot en met 3 juni 2023 te
Amersfoort, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal,
wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt
op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 1] ,
door die [slachtoffer 1] :
- veelvuldig, althans meermalen, (WhatsApp) berichten naar die [slachtoffer 1] , haar
moeder, haar vader, haar zusje, haar nichtje en/of haar tante te sturen,
- veelvuldig, althans meermalen, te bellen naar het werk van die [slachtoffer 1] ,
- meerdere spraakberichten te sturen, en/of
- meermalen te bellen,
met het oogmerk die [slachtoffer 1] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden
en/of vrees aan te jagen;
( art 285b lid 1 Wetboek van Strafrecht )
3
hij in of omstreeks de periode van 10 februari 2023 tot en met 21 april 2023 te
Amersfoort, althans in Nederland,
[slachtoffer 1] heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling,
door die [slachtoffer 1] dreigend de woorden toe te voegen "Ik sla je kankerhoofd in
elkaar" en/of "misschien ben je er morgen niet meer", althans woorden van gelijke
dreigende aard of strekking;
( art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
4
hij op of omstreeks 20 maart 2023 te Amersfoort [slachtoffer 1] heeft mishandeld
door die [slachtoffer 1] aan haar haren te trekken en/of met kracht op de grond te
gooien;
( art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
5
hij in of omstreeks 18 mei 2022 tot en met 19 mei 2022 te Amersfoort en/of
Amsterdam,
[slachtoffer 1] heeft mishandeld door die [slachtoffer 1] :
- tegen de vinger te schoppen,
- aan haar haar te trekken, en/of
- in het gelaat, althsna op het lichaam, te slaan;
( art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
6
hij in of omstreeks 31 december 2022 tot en met 1 januari 2023 te Amersfoort
opzettelijk en wederrechtelijk de ruit van de voordeur, in elk geval enig goed,
dat/die geheel of ten dele aan [vereniging van eigenaren] , in elk geval aan een ander
toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
( art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
13-119015-22
hij op of omstreeks 9 mei 2021 te Amsterdam
[slachtoffer 2] heeft mishandeld door die [slachtoffer 2] één of meermaals met
gebalde vuist op het hoofd, althans op het lichaam, te slaan;
( art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
Bijlage II: bewijsmiddelen [2]
De verklaring van verdachte op de terechtzitting, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik heb de berichten gestuurd naar [slachtoffer 1 (voornaam)] en ik heb haar werk gebeld. [3]
Een proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 1] van 21 april 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Vanaf augustus 2021 werd [verdachte (voornaam)] steeds dwingender. Als hij mij bijvoorbeeld belde, en ik zijn oproep had gemist, stuurde hij via Whats-App berichten zoals: "neem nu op, of ik ga je huis slopen/ik ga jouw zusje wat aan doen". [4] Deze dreigende toon veroorzaakte bij mij angst. Bij mij bestond de indruk dat [verdachte (voornaam)] zijn bedreigingen namelijk daadwerkelijk ten uitvoer zou brengen. Zo durfde ik geen nee te zeggen en als [verdachte (voornaam)] wilde dat ik hem zou ontmoeten, dan deed ik dat dus ook. Omstreeks januari 2022 heeft [verdachte (voornaam)] mij meermaals verzocht naaktfoto's en video's van mijzelf te maken en naar hem te versturen. Een aantal van deze foto's en video's heb ik vrijwillig gemaakte en verstuurd, maar ik werd ook meermaals bedreigd en onder druk gezet om dit te doen. Toen [verdachte (voornaam)] dit beeldmateriaal in zijn bezit had, begon hij dit te gebruiken om mij te laten doen wat hij wilde. Waar hij voorheen bijvoorbeeld zei: "ik sta buiten te wachten in de auto, je moet nu komen, anders ga ik je huis of zusje kapot maken.", zei hij nu: "als je niet komt, stuur ik naaktfoto's naar je familie.". Daarom deed ik eigenlijk altijd wat hij mij opdroeg om te doen. [5]
Een proces-verbaal van aanvullend verhoor aangeefster van 1 mei 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 18 mei 2022, kregen wij ruzie, tijdens deze ruzie heeft [verdachte (voornaam)] mij aan mijn haren getrokken, hij heeft mij geslagen en mijn vinger uit de kom geschopt. Dit was in de nacht, zeker na 12 uur s ‘nachts. [6]
Op 19 mei 2022 stapte ik uit de auto. Doordat hij mij aan mijn haren terug trok vielen mijn sleutels op de grond.
Ineens voelde ik een harde en scherpe pijn op mijn rechteroog. Ik weet wel dat hij mij heel hard heeft geslagen. Mijn rechter oog werd gelijk dik en deed zeer. [7]
Hij eiste onder andere dat ik de benzine moest betalen anders zou hij de foto's en de filmpjes online zetten. Hij eiste ook dat ik een bekeuring moest betalen [8] voor te hard rijden. [9]
Uit bijlagen bij dit PV:
Afschrijving Shell [.] [10] :
-84,21 EUR
SHELL [.]
Brandstof
15 mei 2022
Van Mw [slachtoffer 1]
Screenshot WhatsApp van 9 februari 2023
[verdachte (voornaam)] [slachtoffer 1 (voornaam)] :
Neem is op je bent zoiezo al op werk
Hoe ben jij zo echt zo kkr hoe ben je gwn zo
Neem is op!!
Zag het niet
Neem is op
Neeem die telefoon nu op
Dit ga je niet bij me doen zo kkr smerig
Neem nu op
Je moet pas 5 uur beginne
Zie in je vanavond ja of nee?
Ik ga na je werk bellen
Neem op beter
Wollah ik ga na je werk bellen als je niet opneemt voor je begint
Je hebt 10 min nog
Je ziet je krijg me weer boos
Wollah [slachtoffer 1 (voornaam)] ik ga na je werk bellen ga me niet weer ziek lopen maken
Zie je nou, hoe je bent je ziet ik geef je aandacht je gaat gelijk zo gedragen zo [11]
Ik zeg je ik ga na je kkr werk bellen neem beter op
Zo ben je dus zo kkr smerig
Als ik nog steeds dom deed had je weer gehuild en alles
En nu je ziet wil het goed maken ga je zo doen tegen me
Deed ik zo tegen jou als je me zei hoef je niet meer te spreken [.] ?
Al die 1000x
Ik zeg je neem op ga je werk bellen wollah
Neeeeeem kkkkkrrr opppppp
Beter bel je me terug ga echt alles kapot maken ga mij niet kkr ziek lopen maken echt ik waarschuw je
Bel me kkr terug beter !!!!!
Ja zeker weten
Dat je dit gaat doen
Neem beter op wollah
Je hebt me weer gek gemaakt
Ah blokkeren ook
Is goed
Is goed [12]
Je kan echt beter opnemen echt
Je zit me ziek te maken weer als vroeger
Merk ook dat je het na boven haalt weer
Neem kkr op wollah
Anders ga ik zo weg kom ik na je werk
Mag je politie bellen wat je wilt
Ik wil je niet meer bellen dus dat ga ik ook niet doen. Ik wil graag dat je me met rust laat en stopt met mij bellen en berichten sturen. Ik ben nu op werk en ik kan dit er niet bij hebben.
Je hebt nooit van me gehouden
Neem op
Of ik ga nu weg van werk
En kom na je toe
Nuuuuuu
Geloof me beter neem op echt [13]
Gemist spraakgesprek
Gemist spraakgesprek
Ik zeg je [slachtoffer 1 (voornaam)]
Ga je werk hele kkr dag bellen
Gemist spraakgesprek
Jij hebt nooit van me gehouden echt niet
Neem die telefoon opnemen
!!!!
Ee
Je maakt grote problemen neem die kkr tel op.
En dan gisteren zogenaamd huilen omdat ik het ff niet meer zag zitten toch
En dan nu je ziet wil je niet kwijt ga je weer zo doen zoals je altijd doet
Zo vies dit echt wauw
Echt jij hebt nooit van me gehouden
Beter bel je me echt [14]
Screenshot WhatsApp van 10 februari 2023
[verdachte (voornaam)]
Toch misschien ben je er morgen niet meer toch staat er. [15]
Screenshot WhatsApp van 8 april 2023
[verdachte (voornaam)] [slachtoffer 1 (voornaam)] :
Ik ben met allemaal mensen
Neem kkr op nuuuuuu
Of ik stuur alles na je moeder
Nu
Doe even normaal [verdachte (voornaam)]
En maak geen grappen
Stuur het echtneem
Kkrr op nu
Of ik stuur alles
Kies maar
Wollah
Op me oma’s graf stuur alles
Nuuuuuuuuu
Doe even normaal [16]
Maar echt naar iedereen he
[.]
Zusje vader tantes oma opa oom iedereen
Neem nu op
Zeg je bij deze anders stuur ik alles
Neem beter op geloof me
Nee hou op [17]
NEEEM OPPP NUUUUU
NNUUUUUUUU
Neem op nuuu
Of ik stuur het nu
En bel je werk elkedag
Neeeem op nuuuuu
Bel me nu terug of ik stuur het echt na iedereen [18]
Screenshot WhatsApp van 9 april 2023
[verdachte (voornaam)] [slachtoffer 1 (voornaam)] :
En als je niet doet wat ik zeg gooi ik alles
overal op je werk school [.] snap [.] familie
vrienden overal is dat duidelijk
Duidelijk toch ?
Jij gaat me vanavond 50 euro betalen en zet
je kkr telefoon op kkr luid vanaf nu als
ik jou app antwoord je mij binnen 15 minuten
DUIDELIJK ?????
Hoezo 50 euro
Omdat ik me heb verslapend door jou
Je zou me bellen heb je niet gedaan heb geld
mis gelopen
Dat ga jij betalen
Simpel
Of ik stuur nu wat na je vader
Ga je nu betaal verzoek sturen [20]
En je betaald het of ik stuur naar je vader
En doet wat ik zeg of je komt overal terecht
Ow oke [21]
Screenshot WhatsApp van 9 april 2023
[verdachte (voornaam)] [slachtoffer 1 (voornaam)] :
Ga nu sturen
Wacht op ze reactie
Nee
Hou op
Te laat
Pik
Is verstuurd
Nee hou op
Heb het gestuurd sorry
Heb je gewaarschuwd
Oké [22]
Hoelaat ga je sturen?
1.3
minuut moet ie duren
Half 6
Oké 1.30 lang moet ie zijn duidelijk
Ik maka m nu voor je
Oké
1.3
lang he
Veel spuug en goed zuigen aan je tepels
En trek je kleren uit voor de camera
Stripshow [23]
Een proces-verbaal van aanvullend verhoor aangever van 6 juni 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 20 maart 2023 hadden we een ruzie in [plaats 2] , op een braakliggend terrein. We waren op een gegeven moment uit de auto en toen heeft hij me heel hard aan mijn haren getrokken. Ik weet niet meer precies hoe het ging, maar het ging zo snel dat ik door hem met kracht, op de grond werd gegooid. Ik viel daarbij op mijn rechter sleutelbeen. Ik had daar toen zoveel pijn aan en ben toen een paar dagen later hiervoor naar het ziekenhuis gegaan, omdat het zoveel pijn bleef doen. Ik had ook pijn aan mijn ruggengraat aan de rechterzijde en 1 rib aan de rechterzijde bleek gekneusd te zijn. Ook viel ik weer hard op mijn rechtervinger die daardoor weer uit de kom ging. [24]
V: Waaraan heb je nog meer geld voor [verdachte (voornaam)] moeten geven, zodat hij de genoemde filmpjes en video's niet online zou zetten?
A: Ik moest boodschappen voor hem betalen en dus die bekeuring voor te hard rijden, waarvan hij vond dat het mij schuld was dat hij te hard had gereden. Ik heb genoemde boete uiteindelijk niet betaald, maar wel de boodschappen.
V: Wie heeft hij die sexfilmpjes gestuurd?
A: Ik weet alleen van dat hij mijn naaktfoto’s heeft verstuurd. Hij dreigde wel telkens dat hij ook de video's zou versturen als ik de telefoon niet op zou nemen. Dat was dan ook de reden dat ik toch maar weer opnam omdat ik bang was dat hij die foto's en filmpjes zou versturen
. [25]
Een proces-verbaal van bevindingen van 3 juli 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Cellebrite Extraction Report – WhatsApp gesprek op 20 april 2022
[verdachte (voornaam)] [slachtoffer 1 (voornaam)] :
Ik hoef niet meer te bellen
Ik wil alleen zijn snapje dat [26]
Bel even
Bel even aub [27]
Ik wil niet ik wil alleen zijn
Ik wil niet bellen [28]
Wat zal je moeder ervan vinden
En de buren [29]
Ga f wat foto's voor je printen kom ik na je toe
F door de buurt wat foto's verspreiden [30]
Een proces-verbaal van bevindingen van 15 augustus 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
In februari 2023 heeft de manager van [naam 2] de stekker uit het stopcontact
getrokken omdat [verdachte (voornaam)] zo vaak belde.
Uit de bijlage [31] "belberichten", die bij de verklaring van 6 juni is gevoegd blijkt dat
[verdachte (voornaam)] meerdere malen per dag naar [slachtoffer 1 (voornaam)] belde.
Dat betreft op 27 mei 2023: Onder de naam " [verdachte (voornaam)] " 3 maal, onder de naam " [naam 1] " 2
maal en met zijn telefoonnummer + [telefoonnummer] 4 maal.
Dat betreft op 28 mei 2023 met zijn telefoonnummer + [telefoonnummer] 8 maal.
Dat betreft op 29 mei 2023 onder de naam " [naam 1] " 5 maal en met zijn telefoonnummer
+ [telefoonnummer] 1 maal.
Dat betreft op 1 juni 2023 onder de naam " [naam 1] " 11 maal en met zijn genoemde
telefoonnummer:42 maal
Dat betreft op "vrijdag" (vermoedelijk 2 juni) met zijn genoemde telefoonnummer: 12
maal
Dat betreft op "zaterdag"(vermoedelijk 3 juni) met zijn genoemde telefoonnr. 1 maal
en onder " [naam 1] " 7 maal [32]
Een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] van 5 juni 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik ben werkzaam als sales expert bij de winkel van [naam 2] te [plaats 2] . [verdachte (voornaam)] is sinds 9 februari 2023 gaan bellen naar [naam 2] . [verdachte (voornaam)] had namelijk om ons e-mailadres van [naam 2] gevraagd en hij zou foto's van [slachtoffer 1 (voornaam)] naar [naam 2] gaan sturen. Dat waren naaktfoto's, en later toen hij vaker met medewerksters ging bellen heeft hij ook tegen hen gezegd dat hij naaktfoto's ging sturen.
Op 9 februari 2023 waren de medewerksters ook heel bang na dit telefoontje en hebben de stekker uit het stopcontact getrokken. 9 februari 2023 heeft hij twee keer gebeld. Hij belde op 20 april 2023. Op 17 mei 2023, omstreeks 19.40 uur heeft hij ook 1 keer gebeld. Op 18 mei 2023 heeft hij meerdere keren in de middag gebeld. [33] Op 29 mei 2023 was ik namelijk werkzaam in de winkel toen er gebeld werd naar [naam 2] . Op 27 mei 2023 had hij ook al gebeld en toen had hij gedreigd dat hij naar de winkel zou komen. [34]
Een proces-verbaal van aanvullend verhoor aangifte van 14 juni 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik doe aangifte van bedreiging door [verdachte] . [35]
Een proces-verbaal van bevindingen van 10 juni 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Beluisteren WhatsApp Ptt 2023-03-31 at 23.51.39:
“Je komt die eten ophalen en je gaat mij die kankereten geven anders schop ik die hele kankerhuis kapot. Heb je mij gehoord? En je kankerhoofd ook." [36]
Een proces-verbaal van bevindingen van 6 oktober 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
[slachtoffer 1 (voornaam)] Ja, je schopte me, toch of niet? Daardoor kreeg ik mijn vinger uit de kom, of niet?
Verdachte Ja, maar dat was toch niet... [37]
Een geschrift, te weten een medische brief van 18 mei 2022 van het [ziekenhuis] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
18 mei 2022
Reden consult
Vingerluxatie rechts
Anamnese
Ehlers danlos, zeer frequente luxaties
Luxatie van dig 4 rechter hand [38]
Een geschrift, te weten een medische brief van 21 mei 2022 van de [huisartsenpost] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
21 mei 2022
Klacht/beloop: Donderdag met hoofd tegen kast aan gevallen, blauwe plek en wenkbrauw dik, vaak misselijk en duizelingen, met bukken toename pijn, drukkend gevoel in oog. Hersenschudding/hoofdtrauma. [39]
Een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] van 30 mei 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik heb toen foto's van haar, van dat oogletsel, gekregen. [slachtoffer 1 (voornaam)] heeft mij die foto's op 25 mei 2022 doorgestuurd. Dat was een paar dagen later nadat ik haar blauwe linkeroog voor het eerst zag. [40]
Een proces-verbaal van bevindingen van 1 juni 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op maandag 20 maart 2023, kregen wij de opdracht om naar de [straat 1] in [plaats 2] te gaan. Er zou melding zijn gemaakt door een meldster, die een dame had horen schreeuwen 'laat me los, laat me los'. Wij hoorden portofonisch dat de collega een dame alleen en overstuur had aangetroffen op de [straat 2] . Desgevraagd gaf zij op te zijn:
- [slachtoffer 1] , geboren [1997] te [geboorteplaats 2] -
Wij hoorden dat zij, desgevraagd, het volgende verklaarde:
- Dat zij zojuist contact had gehad met haar ex-vriend, [verdachte] ;
- dat [verdachte] dingen bij haar voor elkaar kreeg, door te dreigen;
- dat zij wel haar pink uit te kom had;
- dat [verdachte] dit zou hebben gedaan, maar dat zij ook een ziekte had waardoor haar gewrichten snel uit de kom gingen. [41]
Een geschrift, te weten een geneeskundige verklaring van 16 juni 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 22 maart 2023 was ze op de praktijk. Val borstkas door duw vriend. Pijn thorax en schouder. [42]
T.a.v. feit 6 – vernieling
Verdachte heeft het onder 6 ten laste gelegde feit bekend. De raadsvrouw heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 6 juni 2024;
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte door [C] , externe bestuurder van de [.....] in [plaats 3] van 9 augustus 2023, genummerd PL0900-2023240030-2, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, doorgenummerde pagina 480 e.v.
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreffen dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 22 juni 2023, genummerd PL0900-2023115034, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 481. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreffen dit – tenzij anders vermeld - pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 22 juni 2023, genummerd PL0900-2023115034, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 481. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
3.Verklaring van verdachte op de terechtzitting van 6 juni 2024.
4.Pagina 33.
5.Pagina 34.
6.Pagina 64.
7.Pagina 65.
8.Pagina 66.
9.Pagina 67.
10.Een schriftelijk bescheid, te weten een screenshot van een bankafschrijving, pagina 72.
11.Een schriftelijk bescheid, zijnde een screenshot van een WhatsApp gesprek, pagina 152.
12.Een schriftelijk bescheid, zijnde een screenshot van een WhatsApp gesprek, pagina 153.
13.Een schriftelijk bescheid, zijnde een screenshot van een WhatsApp gesprek, pagina 154.
14.Een schriftelijk bescheid, zijnde een screenshot van een WhatsApp gesprek, pagina 155.
15.Een schriftelijk bescheid, zijnde een screenshot van een WhatsApp gesprek, pagina 156.
16.Een schriftelijk bescheid, zijnde een screenshot van een WhatsApp gesprek, pagina 85.
17.Een schriftelijk bescheid, zijnde een screenshot van een WhatsApp gesprek, pagina 87.
18.Een schriftelijk bescheid, zijnde een screenshot van een WhatsApp gesprek, pagina 88.
19.Een schriftelijk bescheid, zijnde een screenshot van een WhatsApp gesprek, pagina 97.
20.Een schriftelijk bescheid, zijnde een screenshot van een WhatsApp gesprek, pagina 100.
21.Een schriftelijk bescheid, zijnde een screenshot van een WhatsApp gesprek, pagina 101.
22.Een schriftelijk bescheid, zijnde een screenshot van een WhatsApp gesprek, pagina 105.
23.Een schriftelijk bescheid, zijnde een screenshot van een WhatsApp gesprek, pagina 106.
24.Pagina 169.
25.Pagina 170.
26.Pagina 357.
27.Pagina 358.
28.Pagina 359.
29.Pagina 360.
30.Pagina 363.
31.Pagina 177.
32.Pagina 311.
33.Pagina 281.
34.Pagina 282.
35.Pagina 188.
36.Pagina 300.
37.PV 4e summier + tapgesprek PI, pagina 12.
38.Een geschrift, te weten een medische brief van 18 mei 2022 van het [ziekenhuis] , pagina 183.
39.Een geschrift, te weten een medische brief van 21 mei 2022 van de [huisartsenpost] , pagina 184.
40.Pagina 223.
41.Pagina 287.
42.Een geschrift, te weten een geneeskundige verklaring van 16 juni 2023, pagina 180.