In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Midden-Nederland het beroep van eiseres, een B.V., tegen de beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om aan de ex-werkneemster van eiseres een WIA-uitkering toe te kennen. Het Uwv heeft vastgesteld dat de ex-werkneemster voor 61,32% arbeidsongeschikt is, met ingang van 4 april 2022. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, maar het Uwv heeft het bezwaar ongegrond verklaard. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld, waarbij zij aanvoert dat het Uwv het maatmanloon niet correct heeft vastgesteld en dat de arbeidskundige beoordeling onjuist is. Tijdens de zitting op 26 september 2023 zijn de gemachtigden van beide partijen en de ex-werkneemster aanwezig geweest. De rechtbank heeft de medische gegevens van de ex-werkneemster niet openbaar gemaakt, omdat zij geen toestemming heeft gegeven voor het delen van deze informatie.
De rechtbank oordeelt dat het Uwv voldoende gemotiveerd heeft waarom een preventieve urenbeperking is aangenomen en dat de arbeidskundige beoordeling zorgvuldig is uitgevoerd. Eiseres heeft in haar beroepschrift verschillende gronden aangevoerd, maar de rechtbank concludeert dat het Uwv zijn besluit goed heeft onderbouwd. De rechtbank wijst de beroepsgrond van eiseres over het maatmanloon af, omdat deze is ingetrokken. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat de ex-werkneemster van eiseres recht houdt op de WIA-uitkering en eiseres geen gelijk krijgt. Eiseres krijgt geen vergoeding van proceskosten en het griffierecht wordt niet teruggegeven.