Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 2 januari 2023 in de zaak tussen
veronderstellenderwijs handelend namens [eiseres] ,uit [vestigingsplaats] , eiseres,
Rechtbank Midden-Nederland
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 2 januari 2023, wordt het beroep van eiseres tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Vijfheerenlanden behandeld. De zitting vond plaats via een MSTeams verbinding op 19 december 2022, waarbij de vertegenwoordiger van eiseres aanwezig was. De heffingsambtenaar heeft zich schriftelijk afgemeld. Eiseres heeft haar beroep veronderstellenderwijs ingesteld, maar heeft geen machtiging, uittreksel uit het handelsregister (KVK) of statuten meegestuurd, wat in strijd is met artikel 6:6 van de Algemene wet bestuursrecht. De rechtbank heeft eiseres de kans gegeven om deze documenten aan te leveren, maar de vertegenwoordiger heeft niet tijdig gereageerd.
De rechtbank heeft in een eerdere brief aangegeven dat zonder de benodigde documenten het beroep niet-ontvankelijk kan worden verklaard. Ondanks een ingezonden volmacht, was het niet duidelijk of de ondertekenaar, [A], bevoegd was om namens eiseres op te treden. De rechtbank heeft geen waarde gehecht aan een emailcorrespondentie die door de vertegenwoordiger werd aangevoerd als bewijs van bevoegdheid. Hierdoor is er geen toereikende machtiging overgelegd, wat leidt tot de niet-ontvankelijkheid van het beroep.
Daarnaast heeft de vertegenwoordiger verzocht om een schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen sprake is van overschrijding, aangezien de termijn op 14 januari 2022 is aangevangen en de uitspraak op 2 januari 2023 is gedaan. Het verzoek om schadevergoeding is afgewezen. De rechtbank heeft ook bepaald dat er geen proceskostenvergoeding zal plaatsvinden. De uitspraak is gedaan door rechter R.C. Stijnen, in aanwezigheid van griffier O. Asafiati.