In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 25 mei 2023 uitspraak gedaan in een verzoek tot wijziging van geslacht en voornaam van een non-binaire persoon, aangeduid als [X]. De rechtbank ontving het verzoekschrift op 17 maart 2023 en de mondelinge behandeling vond plaats op 24 april 2023. Tijdens deze behandeling was [X] aanwezig, bijgestaan door advocaat mr. K.S.M. Smienk, en mevrouw [A] vertegenwoordigde de gemeente [gemeente]. De rechtbank heeft vastgesteld dat [X] geboren is op [geboortedatum] 1991 in [geboorteplaats] en dat de geboorteakte vermeldt dat [X] 'zoon van de echtgenoten' is. [X] verzocht om de geboorteakte te verbeteren door het geslacht te wijzigen naar 'X' en de voornaam te wijzigen in '[voornaam]'. De ambtenaar van de burgerlijke stand verklaarde zich te refereren aan het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank oordeelde dat zij bevoegd was om van de verzoeken kennis te nemen en dat Nederlands recht van toepassing is. De rechtbank wees het verzoek tot voornaamswijziging toe, omdat [X] een zwaarwegend belang had bij deze wijziging. Wat betreft de wijziging van het geslacht, stelde de rechtbank vast dat de huidige wetgeving geen mogelijkheid biedt voor een non-binaire geslachtsaanduiding. De rechtbank verwees naar eerdere uitspraken waarin rechtbanken verzoeken tot aanpassing van de geslachtsaanduiding hebben toegewezen. De rechtbank concludeerde dat het gebrek aan wettelijke mogelijkheden voor een non-binaire geslachtsaanduiding in strijd is met artikel 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens.
De rechtbank gelastte de ambtenaar van de burgerlijke stand om de geboorteakte van [X] aan te passen door de voornaam te wijzigen in '[voornaam]' en het geslacht te wijzigen naar 'X'. De beslissing is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.