ECLI:NL:RBMNE:2023:6738
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Geschil over ingangsdatum van de kwijtschelding van de vordering van het Uwv op eiseres
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 15 december 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) over de ingangsdatum van de kwijtschelding van een vordering. Eiseres had in 2010 een bedrag van € 30.724,88 teruggevorderd gekregen van het Uwv vanwege te veel ontvangen toeslag. Op 2 augustus 2021 verzocht eiseres om kwijtschelding van deze vordering, maar het Uwv wees dit verzoek af. De rechtbank oordeelde in een tussenuitspraak dat het Uwv wel degelijk bevoegd was om de vordering kwijt te schelden en dat het Uwv een afweging moest maken over de kwijtschelding. Het Uwv heeft echter geen gebruik gemaakt van deze mogelijkheid en heeft in plaats daarvan hoger beroep ingesteld, dat later werd ingetrokken. Vervolgens heeft het Uwv op 20 april 2023 een nieuwe beslissing genomen, waarbij de kwijtschelding per 27 maart 2023 werd gehonoreerd. Eiseres ging hiertegen in beroep, omdat zij het niet eens was met de ingangsdatum. De rechtbank heeft vastgesteld dat het Uwv de opdracht om een inhoudelijke beoordeling te maken niet heeft uitgevoerd en dat de ingangsdatum van de kwijtschelding per 2 augustus 2021 moet ingaan, de datum van het verzoek om kwijtschelding. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, het nieuwe bestreden besluit vernietigd en zelf in de zaak voorzien. Eiseres krijgt het betaalde griffierecht vergoed en het Uwv wordt veroordeeld in de proceskosten van eiseres.