Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 53;
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 31;
- de akte overlegging producties 54 tot en met 56 van 25 augustus 2023 van [eiseres sub 1] c.s.;
- de akte inbrengen producties 32 tot en met 35 van 25 augustus 2023 van Natuurmonumenten;
- de akte met productie 36 van 5 september 2023 van Natuurmonumenten;
- de mondelinge behandeling van 6 september 2023, waarvan aantekeningen zijn gemaakt en waarbij partijen spreekaantekeningen hebben overgelegd en voorgedragen.
primairvoor recht te verklaren dat tussen Natuurmonumenten en [eiseres sub 1] een overeenkomst tot stand is gekomen;
subsidiairNatuurmonumenten te veroordelen tot betaling van een schadevergoeding voor het onrechtmatig afbreken van de onderhandelingen met [eiseres sub 1] van:
deze bedragen te vermeerderen met de wettelijke rente en met veroordeling van Natuurmonumenten in de proces- en nakosten.
3.De beoordeling
De beslissing
"definitieve versie van de overeenkomst"daags daarna aan hen zal worden gestuurd.
20. Samenwerking en aanvullende opzegmogelijkheid
Deze Overeenkomst treedt in werking nadat deze door Partijen is ondertekend.”
rechtsgeldig ondertekende"samenwerkingsovereenkomst. Ook in artikel 11.1 van de eerder toegezonden concept-ontwikkelovereenkomst van 15 juni 2020 [13] is uitdrukkelijk bepaald dat deze overeenkomst pas in werking treedt nadat deze door partijen is ondertekend. Deze afspraken zijn niet door [eiseres sub 1] weersproken. Ook is niet weersproken door [eiseres sub 1] dat partijen nog niet tot een ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst waren gekomen.
(…) Namens Natuurmonumenten bevestig ik uiterlijk a.s. maandag een inhoudelijke reactie te geven (met een op enkele punten aangepaste ontwikkelovereenkomst) naar aanleiding van de vandaag besproken onderwerpen. Bij de nabespreking is het punt van de tussentijdse huuraanpassing besproken. Natuurmonumenten is akkoord met het op de valreep besproken compromis. In de definitieve versie van de overeenkomst van a.s. maandag zal de tussentijdse (bij 10 jaar) aanpassingsmogelijkheid worden geschrapt. De huur over het tweede jaar blijft 70K, zoals in het concept van afgelopen maandag al stond. Op de overige punten volgt (nogmaals) maandag de reactie. Verder is besproken om in het stroomschema en de planning enkele data (richting het DO) wat te verleggen. Natuurmonumenten is bereid, indien de voorgestelde data realistisch zijn, hierin mee te bewegen. We ontvangen graag uiterlijk morgen deze data. (…)”
“overige onderwerpen”)moest Natuurmonumenten de eerstvolgende maandag daarna nog een inhoudelijke reactie geven. Uit de tekst van deze
e-mail kan dus worden afgeleid dat er in ieder geval nog geen overeenstemming bestond over het stroomschema en de planning. Dat waren twee hoofdonderdelen van de samenwerkingsovereenkomst. [eiseres sub 1] zou Natuurmonumenten hiervoor nog een aanpassing toesturen, waarop Natuurmonumenten nog kon reageren. Bovendien ging [eiseres sub 1] c.s. er ook vanuit dat nog niet over alle belangrijke onderdelen van de samenwerkingsovereenkomst overeenstemming was bereikt. In de e-mail van 26 juni 2020 [14] heeft [A] namens [eiseres sub 1] aan Natuurmonumenten namelijk onder meer geschreven: “
Wij hebben overeenstemming over 90% van de belangrijke punten in de Overeenkomst”. Desgevraagd heeft [eiseres sub 1] ter zitting ook nog bevestigd dat over belangrijke punten van de samenwerkingsovereenkomst nog geen overeenstemming bestond, zoals deadlines. Ook heeft de advocaat van Natuurmonumenten [eiseres sub 1] c.s. in een tweede e-mail van 18 juni 2020 [15] nog gevraagd om een aangepaste financieringsopzet aan te leveren. Zodoende bestond op 18 juni 2020 tussen [eiseres sub 1] en Natuurmonumenten niet alleen over de planning en het stroomschema nog geen definitieve overeenstemming, maar ook was er nog geen definitieve overeenstemming over de financieringsopzet. Dat de advocaat van Natuurmonumenten in de eerder geciteerde
e-mail van 18 juni 2020 spreekt over “
de definitieve versie van de overeenkomst”, is daarom onvoldoende om aan te nemen dat over alle essentialia al wilsovereenstemming bestond.
“Ik denk dat het goed is dat jullie je beraden op deze opzet van de financiering van het project, omdat ik sterk het gevoel heb dat de huidige opzet -nogmaals zonder enige verdere financiële betrokkenheid van jullie zelf- een breakpunt kan worden voor Natuurmonumenten.”Op 23 juni 2020 [25] heeft [eiseres sub 1] zich bereid verklaard om een aanvullend bedrag van € 100.000,00 per partner in te leggen en tegemoet te komen aan de (financiële) wensen van Natuurmonumenten. In plaats van verder te onderhandelen heeft Natuurmonumenten echter diezelfde dag nog – naar de rechtbank begrijpt en onweersproken door Natuurmonumenten - onverwacht de onderhandelingen geheel afgebroken. Tegen de achtergrond van de al eerder ter sprake gekomen afspraak om zich maximaal in te spannen om uiterlijk 30 juni 2020 tot een samenwerkingsovereenkomst te komen, de eerdere gesprekken tussen partijen over de (reeds geaccordeerde) financieringsopzet en de extra handreiking die [eiseres sub 1] nog deed in dit kader, kon Natuurmonumenten niet in redelijkheid tot deze ingrijpende keuze komen.
€ 4.247,00(2 punten × tarief VI € 2.645,-)