ECLI:NL:RBMNE:2023:2753
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag zorg op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz) wegens gebrek aan noodzaak voor 24 uur per dag zorg in nabijheid
In deze zaak heeft eiser, geboren in 1978 en bekend met psychiatrische problematiek, een aanvraag ingediend voor zorg op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz) op 27 september 2021. De aanvraag werd op 10 december 2021 afgewezen door verweerder, die zich baseerde op het advies van een medisch adviseur. Dit advies stelde dat eiser niet voldeed aan de voorwaarden voor Wlz-zorg, omdat er geen noodzaak was voor 24 uur per dag zorg in de nabijheid. Eiser maakte bezwaar tegen deze afwijzing, maar het bezwaar werd op 13 juli 2022 ongegrond verklaard. Hierop heeft eiser beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft op 17 maart 2023 de zaak behandeld. Eiser voerde aan dat het medisch onderzoek onzorgvuldig was, omdat hij niet persoonlijk was onderzocht door de medisch adviseur. De rechtbank oordeelde echter dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd en dat het advies voldoende gemotiveerd was. Eiser had niet onderbouwd waarom een persoonlijk onderzoek noodzakelijk was. Daarnaast stelde eiser dat verweerder bevooroordeeld was in zijn besluitvorming, maar de rechtbank vond geen bewijs voor deze claim.
De rechtbank concludeerde dat eiser niet voldeed aan de voorwaarden voor Wlz-zorg, omdat er geen noodzaak was voor 24 uur per dag zorg in de nabijheid. Eiser had inmiddels een maatwerkvoorziening op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) gekregen, wat de conclusie van de rechtbank ondersteunde. Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond, wat betekende dat eiser geen gelijk kreeg en geen vergoeding van griffierecht of proceskosten ontving.