ECLI:NL:RBMNE:2022:6161
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de duurzaamheid van arbeidsongeschiktheid en de zorgvuldigheid van het medisch onderzoek
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 22 september 2022, staat de beoordeling van de duurzaamheid van de arbeidsongeschiktheid van een werkneemster centraal. De werkneemster, die als gevolg van ziekte een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontving, had geen toestemming gegeven voor het verstrekken van haar medische gegevens aan haar werkgever. De rechtbank behandelt de zaak waarbij de werkgever (eiseres) bezwaar maakte tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) dat de arbeidsongeschiktheid van de werkneemster niet wijzigde. De rechtbank oordeelt dat de werkneemster volledig arbeidsongeschikt is, maar dat er discussie bestaat over de vraag of deze arbeidsongeschiktheid duurzaam is. De werkgever stelt dat de werkneemster recht heeft op een Inkomensvoorziening Volledig en duurzaam Arbeidsongeschikten (IVA), terwijl het Uwv van mening is dat er nog behandelmogelijkheden zijn die de belastbaarheid van de werkneemster kunnen verbeteren.
De rechtbank onderzoekt de zorgvuldigheid van het medisch onderzoek dat is uitgevoerd door het Uwv. Eiseres voert aan dat het onderzoek onzorgvuldig is geweest, omdat het primaire onderzoek niet door een geregistreerde verzekeringsarts is uitgevoerd. De rechtbank concludeert echter dat het medisch onderzoek zorgvuldig is uitgevoerd en dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep voldoende heeft gemotiveerd waarom een fysiek spreekuurcontact niet noodzakelijk was. De rechtbank volgt de conclusies van de verzekeringsarts en oordeelt dat het Uwv voldoende heeft aangetoond dat er geen sprake is van volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid. Het beroep van eiseres wordt ongegrond verklaard, wat betekent dat zij geen gelijk krijgt en geen vergoeding van proceskosten ontvangt.