ECLI:NL:RBMNE:2022:3940
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen vastgestelde WOZ-waarde van een woning in Eemnes
In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 3 oktober 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen de vastgestelde WOZ-waarde van een woning in Eemnes. De eiser, eigenaar van de woning, was van mening dat de vastgestelde waarde van € 799.000,-- te hoog was en niet marktconform. De waarde was vastgesteld door de heffingsambtenaar van de gemeente Eemnes op basis van de aankoopprijs die eiser kort na de waardepeildatum had betaald. Eiser voerde aan dat hij te veel had betaald voor de woning, omdat hij deze snel nodig had, maar de rechtbank oordeelde dat deze omstandigheden geen bijzondere omstandigheden vormden die de aankoopprijs niet marktconform zouden maken. De rechtbank benadrukte dat de bewijslast bij de verweerder ligt en dat deze aannemelijk moet maken dat de vastgestelde waarde niet hoger is dan de waarde in het economisch verkeer. De rechtbank volgde de redenering van de verweerder en concludeerde dat de vastgestelde WOZ-waarde terecht was gehandhaafd. Eiser's argumenten over andere woningen en de stijging van de WOZ-waarde in vergelijking met voorgaande jaren werden eveneens verworpen, omdat deze niet relevant waren voor de vaststelling van de waarde van zijn woning. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.