ECLI:NL:RBMNE:2022:382
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning IVA-uitkering en terugwerkende kracht bij ambtshalve vaststelling van arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 27 januari 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. S.J.M. Stoop, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV), vertegenwoordigd door mr. M.B.A. van Grinsven. De zaak betreft de toekenning van een IVA-uitkering aan de werknemer van eiseres, die per 21 december 2009 een loongerelateerde uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) had ontvangen, met een vastgestelde arbeidsongeschiktheid van 100%. In 2018 heeft het UWV een herbeoordeling uitgevoerd, waarbij de werknemer als volledig en duurzaam arbeidsongeschikt werd aangemerkt per 20 augustus 2018. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen de ingangsdatum van de IVA-uitkering, die door het UWV was vastgesteld op 20 augustus 2018, en heeft aangevoerd dat de werknemer al sinds 2014 duurzaam arbeidsongeschikt was.
De rechtbank heeft geoordeeld dat het UWV onvoldoende gemotiveerd heeft waarom de IVA-uitkering niet met terugwerkende kracht kan worden toegekend. De rechtbank heeft het UWV opgedragen om medische informatie op te vragen bij de behandelende specialisten van de werknemer en deze informatie te betrekken bij de beoordeling van de datum van volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid. In een later besluit heeft het UWV de ingangsdatum van de IVA-uitkering gewijzigd naar 14 augustus 2017, maar eiseres heeft opnieuw beroep ingesteld, omdat zij van mening is dat er sprake is van een bijzonder geval dat een eerdere ingangsdatum rechtvaardigt.
De rechtbank heeft in haar overwegingen uiteengezet dat artikel 64 van de Wet WIA ook van toepassing is in gevallen waarin het UWV ambtshalve vaststelt dat iemand volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen sprake is van een bijzonder geval dat een verdere terugwerkende kracht rechtvaardigt, en heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.