ECLI:NL:CRVB:2021:790
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ingangsdatum WGA-loonaanvullingsuitkering en duurzaamheid van beperkingen in sociale zekerheidsrecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 8 april 2021 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de beslissing van het Uwv met betrekking tot de WIA-uitkering. Appellant, die eerder werkzaam was bij het ministerie van defensie, had zich in 2009 ziek gemeld vanwege psychische problematiek. Het Uwv had in 2011 en 2017 geweigerd om appellant een WIA-uitkering toe te kennen, met als argument dat hij geen benutbare mogelijkheden had en dat er geen sprake was van duurzaamheid van zijn beperkingen. Appellant voerde aan dat zijn beperkingen eerder waren ontstaan en dat hij recht had op een IVA-uitkering.
De Raad heeft het oordeel van de rechtbank onderschreven dat het verzekeringsgeneeskundig onderzoek door het Uwv voldoende zorgvuldig was en dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de juistheid van het standpunt van de verzekeringsarts bezwaar en beroep. De Raad concludeerde dat de ingangsdatum van de WGA-loonaanvullingsuitkering terecht was vastgesteld op 19 oktober 2015, omdat er geen medische onderbouwing was voor een eerdere datum. De Raad oordeelde dat de behandelmogelijkheden voor appellant nog steeds aanwezig waren en dat er geen bewijs was dat de beperkingen duurzaam waren.
De uitspraak bevestigde dat het hoger beroep van appellant niet slaagde en dat de eerdere beslissing van de rechtbank om het beroep ongegrond te verklaren, werd gehandhaafd. De Raad oordeelde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.