In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 1 september 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot wijziging van de geslachtsregistratie op de geboorteakte van een non-binaire persoon, hierna te noemen [achternaam]. De verzoeker, geboren in [1994] in [geboorteplaats], heeft de rechtbank verzocht om de voornaam te wijzigen en het geslacht op de geboorteakte aan te passen naar ‘X’. De ambtenaar van de burgerlijke stand (ABS) heeft schriftelijk verklaard in te stemmen met de voornaamswijziging, maar heeft bezwaar gemaakt tegen de wijziging van het geslacht, omdat er volgens de ABS geen wettelijke basis voor zou zijn.
Tijdens de mondelinge behandeling op 13 juli 2022 heeft de rechtbank de verzoeken besproken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeker voldoende heeft onderbouwd dat de huidige vermelding van het geslacht op de geboorteakte niet overeenkomt met de innerlijke genderbeleving. De rechtbank heeft daarbij verwezen naar eerdere uitspraken en de ontwikkeling van de wetgeving omtrent genderidentiteit. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de huidige wetgeving tekortschiet in de erkenning van non-binaire identiteiten, wat in strijd is met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).
De rechtbank heeft het primaire verzoek toegewezen en gelast dat de ABS de geboorteakte aanpast, zodat het geslacht wordt vermeld als ‘X’. De rechtbank heeft ook de voornaam gewijzigd in ‘[voornaam 2] [voornaam 1]’. Het subsidiaire verzoek is afgewezen. De beslissing is openbaar uitgesproken en kan door de verzoeker en belanghebbenden worden aangevochten bij het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden binnen drie maanden na de uitspraak.