ECLI:NL:RBMNE:2022:1443

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
4 april 2022
Publicatiedatum
15 april 2022
Zaaknummer
UTR 21/2115
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursprocesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar inzake huishoudelijke hulp

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 4 april 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen een besluit van verweerder waarin haar een individuele maatwerkvoorziening in de vorm van Zorg in natura was toegekend. Het bezwaar van eiseres werd door verweerder niet-ontvankelijk verklaard, waarna eiseres beroep instelde. De rechtbank heeft het beroep behandeld op 18 februari 2022, waarbij beide partijen zich lieten vertegenwoordigen door gemachtigden.

De rechtbank oordeelde dat de termijnoverschrijding van eiseres niet verschoonbaar was. Eiseres had op 20 juli 2020 een melding gedaan voor hulp in de huishouding, en verweerder had op 29 oktober 2020 besloten dat eiseres recht had op een maatwerkvoorziening. Eiseres maakte op 22 februari 2021 bezwaar, maar dit was ruim na de bezwaartermijn. Eiseres voerde aan dat zij niet op de hoogte was van het aantal uren ondersteuning, maar de rechtbank oordeelde dat dit voldoende duidelijk was vastgelegd in het Persoonlijk Ondersteuningsplan (POP).

De rechtbank concludeerde dat het beroep ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid om in beroep te gaan bij de Centrale Raad van Beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 21/2115

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 april 2022 in de zaak tussen

[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. K. Wevers),
en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere, verweerder

(gemachtigde: C. Steunenberg).

Procesverloop

In het besluit van 29 oktober 2020 (primair besluit) heeft verweerder aan eiseres een individuele maatwerkvoorziening in de vorm van Zorg in natura aan eiseres toegekend.
In het besluit van 29 maart 2021 (bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres tegen het primaire besluit niet-ontvankelijk verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep op 18 februari 2022 met behulp van een beeldverbinding op zitting behandeld. Eiseres en verweerder hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.
De rechtbank heeft na het sluiten van het onderzoek ter zitting op 18 februari 2022 van eiseres (ongevraagd) nog een stuk ontvangen.

Overwegingen

1. De rechtbank heeft de e-mail van 18 februari 2022 van eiseres dat zij na de zitting nog heeft toegestuurd, niet betrokken bij het oordeel. Artikel 2.16 van het Procesreglement bestuursrecht rechtbanken (niet-KEI-zaken) 2017 (het Procesreglement) bepaalt dat na sluiting van het onderzoek ter zitting ingediende stukken buiten beschouwing blijven, tenzij deze aanleiding geven tot heropening van het onderzoek. Dat laatste is naar het oordeel van de rechtbank niet het geval omdat eiseres in de e-mail in feite nogmaals haar standpunt benadrukt. In overeenstemming met artikel 2.16, tweede lid, van het Procesreglement is het nagezonden stuk van eiseres wel in het dossier gevoegd, maar door de rechtbank geheel buiten beschouwing gelaten.
Inleiding
2. De rechtbank gaat uit van de volgende feiten en omstandigheden. Eiseres heeft op 20 juli 2020 een melding gedaan voor hulp in de huishouding. Verweerder heeft op 29 oktober 2020 besloten dat eiseres recht heeft op een maatwerkvoorziening [1] in de vorm van een ondersteuningsarrangement. Dit arrangement wordt aangeduid als ‘Lichamelijk achteruitgang Pakket A (HH)’ en wordt geleverd door een zorgaanbieder die een contract heeft met verweerder. Eiseres heeft op 22 februari 2021 bezwaar gemaakt tegen het besluit van verweerder waarin hij de maatwerkvoorziening heeft toegekend. Partijen zijn het er over eens dat het bezwaar ruim na afloop van de bezwaartermijn is ingediend.
Standpunten van partijen
3. Eiseres voert aan dat zij verschoonbaar te laat is met het indienen van het bezwaar, omdat zij niet weet op hoeveel uur ondersteuning zij kan rekenen. Verweerder heeft de maatwerkvoorziening namelijk toegekend in de vorm van een resultaat. In de praktijk kwam dit er op neer dat eiseres drie uur per week ondersteuning kreeg, maar de zorgaanbieder heeft dit verlaagt naar 2.5 uur per week. Deze verlaging is voor eiseres niet voorzienbaar geweest en daarom moet zij hier tegenop kunnen komen. Om te onderbouwen dat in haar geval de termijnoverschrijding verschoonbaar is, heeft eiseres nog verwezen naar rechtspraak [2] van de hoogste bestuursrechter [3] in dit soort zaken. Eiseres verwijst in het bijzonder naar de volgende rechtsoverweging:
‘’Uit de gedingstukken en de Beleidsregels blijkt dat het college het vaststellen van de concrete omvang van de huishoudelijke ondersteuning heeft uitbesteed aan de zorgaanbieder. Noch uit het bestreden besluit, noch uit het leveringsplan blijkt op hoeveel uren per week huishoudelijke ondersteuning verzoeker recht heeft. Evenmin heeft de zorgaanbieder verzoeker hierover concreet geïnformeerd. Tussen partijen is niet in geschil dat de zorgaanbieder in de praktijk 2 x 2 uur per week huishoudelijke ondersteuning heeft geleverd aan verzoeker. Zoals de Raad in zijn uitspraak van 18 mei 2016 (ECLI:NL:CRVB:2016:1491) heeft geoordeeld weten de hulpvrager en de aanbieder bij deze wijze van toekennen van een voorziening niet hoeveel huishoudelijke ondersteuning is verstrekt. Hoewel deze uitspraak is gewezen onder de Wmo moet deze werkwijze ook onder de Wmo 2015 strijdig worden geacht met het rechtszekerheidsbeginsel (vergelijk ECLI:NL:CRVB:2017:3633). In feite weet verzoeker door deze wijze van verstrekking van een maatwerkvoorziening tot op heden niet op hoeveel uur ondersteuning hij kan rekenen. Dat het college in het bestreden besluit voor de concretisering van de aanspraak heeft verwezen naar het bijgevoegde leveringsplan, waarin per woonruimte is vermeld welke werkzaamheden moeten worden uitgevoerd, door wie en met welke frequentie, doet hieraan niet af.’’ [4]
4. Verweerder stelt zich op het standpunt dat eiseres te laat bezwaar heeft gemaakt en dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is. De uren aan ondersteuning waar eiseres recht op heeft, zijn duidelijk omschreven in het persoonlijk ondersteuningsplan. Verder heeft verweerder het bezwaarschrift van eiseres opgevat als klacht en heeft daarna contact opgenomen met de zorgaanbieder. De zorgaanbieder is namelijk niet gemandateerd om zelf uren te verlagen.
Beoordeling
5. De belangrijkste beslissing van de rechtbank is dat het beroep ongegrond is. Dat betekent dat eiseres geen gelijk krijgt en dat haar bezwaar terecht niet-ontvankelijk is verklaard. De rechtbank legt hierna uit waarom.
6. Partijen zijn het er over eens dat het bezwaar van eiseres te laat is ingediend zodat de rechtbank moet beoordelen of de termijnoverschrijding verschoonbaar is. Dat is niet het geval.
7. De rechtbank is het met eiseres eens dat het primaire besluit van 29 oktober 2020 niet het aantal uren aan ondersteuning waar zij recht op heeft vermeld. Wel vermeldt het primaire besluit dat het Persoonlijk Ondersteuningsplan (hierna: POP) onlosmakelijk deel uitmaakt van dit besluit. [5] In het door eiseres ondertekende POP staat op pagina 4 het aantal uren vermeld. Zij heeft recht op 3 uur per week aan huishoudelijke hulp. Daarom hoefde verweerder het aantal uren niet ook nog te vermelden in het primaire besluit. Daarnaast staat in het stuk ‘format deel 2 persoonlijk ondersteuningsplan’ genoemd welke werkzaamheden de huishoudelijk hulp gaat verrichten en de frequentie daarvan.
8. Door in het POP het urenaantal op te nemen en in ‘format deel 2 persoonlijk ondersteuningsplan’ de specifieke werkzaamheden te vermelden, was het voor eiseres voldoende duidelijk op hoeveel uren aan huishoudelijke hulp zij recht heeft. Bovendien heeft eiseres op de zitting nog medegedeeld dat het niet noodzakelijk is om de werkzaamheden in minuten te indiceren.
9. Eiseres heeft wat betreft de verschoonbaarheid van de termijnoverschrijding nog verwezen naar de hiervoor in 3. genoemde uitspraak. De rechtbank ziet hierin geen aanleiding om anders te oordelen. De situatie van eiseres is namelijk niet gelijk aan die als beschreven in deze uitspraak omdat in die uitspraak verweerder de feitelijke omvang van de hulp liet bepalen door de zorgaanbieder en nergens uit bleek op hoeveel uren per week huishoudelijk ondersteuning de betrokkene recht had. In het geval van eiseres is dat anders, omdat verweerder in het POP al heeft vastgesteld dat eiseres recht heeft op 3 uur per week aan huishoudelijke hulp.
Conclusie
10. Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.G.M. van Veen, rechter, in aanwezigheid van mr. A. Vranken, griffier. De uitspraak is uitgesproken op 4 april 2022 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.

Voetnoten

1.Op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.
2.Onder meer de uitspraak van 8 oktober 2018 (ECLI:NL:CRVB:2018:3241).
3.Centrale Raad van Beroep (CRvB).
4.Uitspraak van 8 oktober 2018, ECLI:NL:CRVB:2018:3241, r.o. 4.11.
5.Zie bladzijde 1, vierde alinea, van het primaire besluit.