ECLI:NL:RBMNE:2022:1443
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar inzake huishoudelijke hulp
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 4 april 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen een besluit van verweerder waarin haar een individuele maatwerkvoorziening in de vorm van Zorg in natura was toegekend. Het bezwaar van eiseres werd door verweerder niet-ontvankelijk verklaard, waarna eiseres beroep instelde. De rechtbank heeft het beroep behandeld op 18 februari 2022, waarbij beide partijen zich lieten vertegenwoordigen door gemachtigden.
De rechtbank oordeelde dat de termijnoverschrijding van eiseres niet verschoonbaar was. Eiseres had op 20 juli 2020 een melding gedaan voor hulp in de huishouding, en verweerder had op 29 oktober 2020 besloten dat eiseres recht had op een maatwerkvoorziening. Eiseres maakte op 22 februari 2021 bezwaar, maar dit was ruim na de bezwaartermijn. Eiseres voerde aan dat zij niet op de hoogte was van het aantal uren ondersteuning, maar de rechtbank oordeelde dat dit voldoende duidelijk was vastgelegd in het Persoonlijk Ondersteuningsplan (POP).
De rechtbank concludeerde dat het beroep ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid om in beroep te gaan bij de Centrale Raad van Beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.