ECLI:NL:RBMNE:2021:5416
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verplichting tot toekenning van huisnummers aan verblijfsobjecten in Almere
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 14 oktober 2021, is de zaak behandeld tussen eisers, eigenaren van twee adressen in Almere, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere. De eisers hebben beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder, waarin aanvullende huisnummers voor hun gesplitste woningen werden geweigerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de woningen als verblijfsobjecten zijn aangemerkt volgens de Wet basisregistratie adressen en gebouwen (Wet bag). Verweerder stelde dat er eerst een legale situatie moest worden vastgesteld voordat huisnummers konden worden toegekend, omdat er geen omgevingsvergunning was voor de splitsing van de woningen.
De rechtbank oordeelde dat de dwingende formulering van artikel 6 van de Wet bag in samenhang met artikel 3, tweede lid, van de Verordening naamgeving en nummering (adressen) Almere 2019, verweerder verplichtte om huisnummers toe te kennen aan de verblijfsobjecten, ongeacht de uitkomst van een omgevingswetprocedure. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en herstelde de situatie door te bepalen dat de huisnummers aan de verblijfsobjecten moesten worden toegekend. Tevens werd verweerder opgedragen het griffierecht aan eisers te vergoeden.
Deze uitspraak benadrukt de verplichtingen van gemeenten met betrekking tot de toekenning van huisnummers aan verblijfsobjecten en de juridische status van dergelijke objecten, onafhankelijk van andere vergunningprocedures.