In deze zaak heeft eiseres op 8 september 2019 een melding gedaan op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) voor huishoudelijke hulp. Na een keukentafelgesprek op 18 november 2019 heeft de Wmo-consulente geadviseerd om eiseres 105 uur huishoudelijke hulp toe te kennen voor de duur van een jaar. Eiseres was het niet eens met dit besluit en heeft bezwaar gemaakt. De Adviescommissie bezwaarschriften adviseerde een medisch onderzoek te laten uitvoeren, wat resulteerde in een rapport dat concludeerde dat eiseres geen behoefte had aan een Wmo-voorziening. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder, dat haar bezwaar ongegrond verklaarde. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 8 juli 2021, waarbij eiseres en verweerder zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigden. Eiseres voerde aan dat het medisch onderzoek niet zorgvuldig was en dat niet alle medische informatie was betrokken in de besluitvorming. De rechtbank oordeelde dat verweerder in redelijkheid het medisch onderzoek door de Adviescommissie had kunnen overnemen en dat eiseres niet had voldaan aan haar medewerkingsplicht. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde het besluit van verweerder.