ECLI:NL:RBMNE:2021:3645
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de rechtbank bij verzoek om schadevergoeding wegens schending van de AVG
In deze zaak heeft eiseres op 17 augustus 2020 een verzoek om schadevergoeding ingediend bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere, in verband met een vermeende onrechtmatige verwerking van haar persoonsgegevens. Dit verzoek werd afgewezen door verweerder op 28 september 2020. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld tegen het bestreden besluit van 2 februari 2021, waarin verweerder het bezwaar van eiseres niet-ontvankelijk verklaarde. De rechtbank heeft het beroep op 15 juli 2021 behandeld, waarbij eiseres werd bijgestaan door haar gemachtigde en verweerder vertegenwoordigd was door zijn gemachtigde.
De rechtbank heeft overwogen dat het verzoek van eiseres om schadevergoeding op grond van artikel 82 van de Algemene verordening gegevensverwerking (AVG) niet kan worden aangemerkt als een verzoek dat verband houdt met een besluit in de zin van artikel 34 van de Uitvoeringswet AVG. De rechtbank concludeert dat er geen sprake is van een besluit dat appellabel is, omdat het verzoek om schadevergoeding niet voortvloeit uit een besluit van een bestuursorgaan. De rechtbank heeft zich daarom onbevoegd verklaard om kennis te nemen van het verzoek om schadevergoeding.
De uitspraak is gedaan door mr. J.H. Lange en is openbaar gemaakt op 2 augustus 2021. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.