Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.De feiten
3.De beoordeling
- i) na de betekening van het verstekvonnis aan de veroordeelde in persoon,
- ii) na het plegen door de veroordeelde van enige daad waaruit noodzakelijk voortvloeit dat het verstekvonnis of de aangevangen tenuitvoerlegging aan hem bekend is of
- iii) vanaf de dag waarop het verstekvonnis ten uitvoer is gelegd.
waartoehij is veroordeeld, terwijl dat wel vereist is. Pas met de ontvangst van een kopie van het vonnis op 25 augustus 2020 door de bestuurder van [eiseres] kan worden vastgesteld dat zij over voldoende gegevens over haar veroordeling beschikte en wist waartoe zij was veroordeeld, om zich daartegen adequaat te kunnen verzetten. De kantonrechter stelt vast dat de verzettermijn op die datum is aangevangen, omdat in dit geval de kennisneming van de op 25 augustus 2020 ontvangen kopie van het vonnis kan worden aangemerkt als de eerste door [eiseres] in persoon gepleegde daad van bekendheid.
- VvE een conclusie van antwoord in reconventie mag indienen op 7 april 2021, en
- dat de kantonrechter een mondelinge behandeling bepaalt op een datum zo spoedig als mogelijk na 21 april 2021.
4.De beslissing
woensdag 7 april 2021 te 9.30 uur, voor het indienen van de conclusie van antwoord in reconventie door VvE;