ECLI:NL:RBMNE:2020:6040
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens verzwegen inkomsten
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 29 december 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een inwoner van Almere, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere. Eiser had beroep ingesteld tegen de besluiten van verweerder, waarbij zijn recht op bijstand op grond van de Participatiewet (Pw) werd ingetrokken en herzien over de periode van 1 januari 2018 tot en met 31 mei 2018. De intrekking vond plaats vanwege verzwegen inkomsten, terwijl de herziening betrekking had op de te veel betaalde bijstand. Eiser betwistte de besluiten en voerde aan dat hij slechts vergoedingen voor reis- en maaltijdkosten had ontvangen tijdens zijn proefdagen bij een koeriersbedrijf.
De rechtbank oordeelde dat verweerder terecht had gehandeld door uit te gaan van de gegevens van de Belastingdienst, zoals deze in Suwinet waren vastgelegd. Eiser was niet in staat gebleken om objectieve bewijsstukken over te leggen die de juistheid van de gegevens uit Suwinet konden betwisten. De rechtbank concludeerde dat de intrekking en herziening van de bijstand rechtmatig waren en dat de terugvordering van de te veel betaalde bijstand ook gerechtvaardigd was. Eiser had geen afzonderlijke gronden aangevoerd tegen de terugvordering, waardoor het bestreden besluit ook in dat opzicht standhield.
De rechtbank verklaarde de beroepen ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt op rechtspraak.nl en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.