Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
2.TENLASTELEGGING
1. in de periode van 8 januari 2019 tot en met 17 april 2019 te Amersfoort meermalen UPS heeft opgelicht;
5. op 25 mei 2019 te Bunschoten-Spakenburg [bedrijf 1] heeft opgelicht;
7. in de periode tussen 3 juli 2018 en 5 april 2019 te Nijkerkerveen en/of Amersfoort meermalen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling.
1. zich in de periode van 6 juni 2018 tot en met 20 juni 2018 te Amersfoort meermalen schuldig heeft gemaakt aan valsheid in geschrift door een brief van het CBR en een brief van de Politie valselijk op te maken/te vervalsen, met het oogmerk deze brieven als echt en onvervalst te gebruiken;
2. in de periode van 18 juni 2018 tot en met 19 juni 2018 te Amersfoort en/of Rijswijk meermalen opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een valselijk opgemaakt/vervalst geschrift;
1. zich in de periode van 17 april 2018 tot en met 22 juni 2018 in Amersfoort schuldig heeft gemaakt aan het opzettelijk en wederrechtelijk gebruik maken van identificerende persoonsgegevens van [slachtoffer 7] met het oogmerk zijn (verdachtes) identiteit te verhelen en/of de identiteit van [slachtoffer 7] te misbruiken waardoor enig nadeel kon ontstaan;
2. in de periode van 17 april 2018 tot en met 21 april 2018 te Amersfoort [bedrijf 2] B.V. heeft opgelicht;
3. op 17 oktober 2018 te Amersfoort heeft geprobeerd om de [bedrijf 3] op te lichten;
4. op 17 oktober 2018 te Amersfoort opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een valselijk opgemaakt/vervalst geschrift (factuur en/of bestelbevestiging en/of betaalbewijs) door dit te overhandigen aan een medewerker van de [bedrijf 3] ;
3.VOORVRAGEN
4.VRIJSPRAAK
5.WAARDERING VAN HET BEWIJS
-schoenen bestelde en bij aflevering tegen de bezorgers van UPS zei dat hij de pakketten al had betaald. Hij toonde hierbij een vervalst rekeningafschrift. Op de laptop van verdachte zijn sjablonen aangetroffen van een rekeningafschrift naar ING-model, welke sjablonen handmatig kunnen worden bewerkt. De getuigen [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] bevestigen dat verdachte UPS oplichtte. De officier van justitie acht wettig en overtuigend te bewijzen dat verdachte UPS in de periode van 8 januari 2019 tot en met 17 april 2019 meermalen heeft opgelicht.
rechtbank: uit de aangifte van 9 juli 2018, pagina 283, blijkt dat dit 22 mei 2018 moet zijn) heb ik tegen [slachtoffer 4] gezegd dat ik ermee stopte. [slachtoffer 4] heeft toen een bericht gestuurd naar de onbekende man. Hierna vertelde [slachtoffer 4] dat de man mij wilde ontmoeten in Hoevelaken. Ik ben daar naar toe gegaan.
wat moet ik met jou aan” en zei dat ik niet met ‘een kleuterklasje’ te maken had.
de jongens dit niet pikken”. Vervolgens heeft hij haar meerdere keren geappt. De man vertelde dat wij dezelfde avond die € 12.000,- nog zouden moeten afrekenen waar we eigenlijk twee maanden de tijd voor hadden. De man kwam dreigend op mijn vrouw over. Hij zou ook hebben gezegd dat hij op mijn facebookpagina had gezien dat ik een nieuwe shovel had aangeschaft. Die € 12.000,- zou ik dus ook wel kunnen missen.
Ik ben vorige week bij jullie thuis geweest en toen heb ik met je man gesproken.”
Ik gooi een handgranaat bij jullie naar binnen. Je moet achter je blijven kijken, we volgen je, mijn mannen zijn altijd bij je in de buurt. Ik zorg dat je in een rolstoel terecht komt. Ik blaas je gevel eruit”. Tegen [slachtoffer 1] werd gezegd: “
Je vrouw is overdag alleen thuis toch?” en tegen [slachtoffer 2] werd gezegd:
“We weten dat je overdag alleen thuis bent”.[slachtoffer 1] gaf aan dat hij en zijn vrouw hierdoor in enorme angst leefden. [27]
Vandaag gesproken met de moeder van [verdachte] . Zij gaf aan dat zij zich zorgen maakt over haar zoon [verdachte] . (…) Hij stuurt berichtjes via de WhatsApp waarin hij met een vervormde stem de boel intimideert. (…) Stem, werd herkend door moeder.”
Harder, harder slaan, harder, hoor je dat [slachtoffer 1] ? Dat gebeurt er met jou ook. Dat heb je met mensen die hun bek voorbij praten. Nog wel lekker geslapen vannacht? Neem contact op.” [43]
e-mails, brieven of benaderd mij via anderen. Ook benaderd hij mij in naam van anderen. Ik bedoel hiermee dat hij nepaccounts aanmaakt op bijvoorbeeld Facebook en WhatsApp. [verdachte] volgt mij ook. [49]
stelselmatigeinbreuk op iemands persoonlijke levenssfeer. Stelselmatigheid veronderstelt een herhaling van gedragingen, zoals iemand herhaaldelijk lastigvallen. Uit de jurisprudentie van de Hoge Raad kan worden afgeleid dat ook een
geringeduur en frequentie van de gedragingen het bestaan van de vereiste stelselmatigheid van de inbreuk niet hoeft uit te sluiten (zie HR 12 maart 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ3625).
nietvast te komen staan dat het opzet ook gericht moet zijn geweest op de wederrechtelijkheid en stelselmatigheid van die gedragingen (Kamerstukken II 1997-1998, 25 768, nr. 5, p. 14-15) (zie in dit verband ook HR 20 september 2016, ECLI:NL:HR:2016:2138).
[naam] en jij gaan het mee maken my
[naam] en jij gaan het mee maken my onderschatten ik schiet jullie kapot ja kapot". Ik wist direct dat het [verdachte] was.
- het slachtoffer is boos op verdachte, omdat hij de klapstoelen niet heeft geleverd, terwijl het slachtoffer ziet dat verdachte gewoon weer klapstoelen aanbiedt;
- verdachte lijkt in eerste instantie niet te begrijpen waar dit precies over gaat;
- het slachtoffer laat screenshots zien om verdachte aan de koop te doen herinneren;
- verdachte laat in eerste aanleg weten dat hij deze persoon niet kan zijn geweest en dat hier sprake is van een toevallige situatie;
- vervolgens lijkt verdachte het slachtoffer te doen geloven dat er iets met de leverancier fout is gegaan en zegt hij toe contact met de leverancier op te nemen over de kwestie;
- verdachte laat vervolgens niets meer van zich horen;
- hierop eist het slachtoffer zijn € 1.561,50 op.
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 6 oktober 2020;
- een proces-verbaal van aangifte [aangever 2] (CBR) d.d. 3 december 2018, genummerd PL0900-2018177752-1, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, pagina’s 5 tot en met 10 met bijlagen;
- een proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 3] d.d. 22 juni 2018, genummerd PL0900-2018177752-2, pagina’s 28 tot en met 30 met bijlagen.
6.BEWEZENVERKLARING
- €25.000 op 23-5-2018 en
- €12.000 op of omstreeks 23-6-2018 en
- €15.000 op 2-7-2018
- €25.000 op 23-5-2018 en
- €12.000 op of omstreeks 23-6-2018 en
- €15.000 op 2-7-2018
7.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde
oplichting;
en de voorgezette handeling van:
poging tot oplichting;
4. opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst;
8.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
9.OPLEGGING VAN STRAF EN MAATREGEL
10.BESLAG
- 2, PL0900-2019143953-2495466, Apple iPhone;
- 3, PL0900-2019143953-2495475, Samsung telefoon met usb-kabel;
- 4, PL0900-2019143953-2495484, Apple iPad;
- 5, PL0900-2019143953-2495486, Nokia telefoon;
- 6, PL0900-2019143953-2495491, HP Notebook incl. adapter en muis;
- 1, PL0900-2019143953-2495548, usb-stick blauw (opa);
- 2, PL0900-2019143953-2495552, usb-stick blauw;
- 3, PL0900-2019143953-2495559, usb-stick, 16 GB, goudkleurig;
- 1, PL0900-2019143953-2497269, papier, rekeningafschrift ING;
- 1, PL0900-2019143953-2497282, 4x debitcard Bunq en 2x bankpas ING;
- 1, PL0900-2019143953-2497264, 2 facturen;
- 1, PL0900-2019143953-2497251, Jan Taminau tasje incl 2 simkaarten;
- 1, PL0900-2019143953-2497245, 7 simkaarten;
- 1, PL0900-2019143953-2497228, doos met telefoononderdelen;
- 1, PL0900-2019143953-2498978, doos met kledinglabels.
11.VORDERINGEN BENADEELDE PARTIJEN
materiële schade(€ 54.171,95) is als volgt opgebouwd:
kosten camerabewaking € 2.171,95
€ 54.171,95
immateriële schadeheeft de benadeelde partij een bedrag van
€ 2.000,-gevorderd.
op andere wijzein zijn persoon is aangetast. In onderhavig geval gaat het om laatstgenoemde categorie. Degene die zich hierop beroept, zal voldoende concrete gegevens moeten aanvoeren waaruit kan volgen dat in verband met de omstandigheden van het geval psychische schade is ontstaan. Daartoe is vereist dat naar objectieve maatstaven het bestaan van geestelijk letsel kan worden vastgesteld. Ook als het bestaan van geestelijk letsel in voornoemde zin niet kan worden aangenomen, is niet uitgesloten dat de aard en de ernst van de normschending en van de gevolgen daarvan voor de benadeelde, meebrengen dat van de in art. 6:106, aanhef en onder b, BW bedoelde aantasting in zijn persoon ‘op andere wijze’ sprake is. In zo een geval zal degene die zich hierop beroept de aantasting in zijn persoon met concrete gegevens moeten onderbouwen. Dat is slechts anders indien de aard en de ernst van de normschending meebrengen dat de in dit verband relevante nadelige gevolgen daarvan voor de benadeelde zo voor de hand liggen, dat een aantasting in de persoon kan worden aangenomen (HR 28 mei 2019, ECLI:NL:HR:2019:794).
€ 19.076,58bestaande uit een vergoeding van materiële en immateriële schade. Zij vordert ook de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
materiële schade(€ 17.076,58) is als volgt opgebouwd:
kosten beveiliging (persoonsalarm): € 76,58
€ 17.076,58
immateriële schadeheeft de benadeelde partij een bedrag van
€ 2.000,-gevorderd.
op andere wijzein zijn persoon is aangetast. In onderhavig geval gaat het om laatstgenoemde categorie. Degene die zich hierop beroept, zal voldoende concrete gegevens moeten aanvoeren waaruit kan volgen dat in verband met de omstandigheden van het geval psychische schade is ontstaan. Daartoe is vereist dat naar objectieve maatstaven het bestaan van geestelijk letsel kan worden vastgesteld. Ook als het bestaan van geestelijk letsel in voornoemde zin niet kan worden aangenomen, is niet uitgesloten dat de aard en de ernst van de normschending en van de gevolgen daarvan voor de benadeelde, meebrengen dat van de in art. 6:106, aanhef en onder b, BW bedoelde aantasting in zijn persoon ‘op andere wijze’ sprake is. In zo een geval zal degene die zich hierop beroept de aantasting in zijn persoon met concrete gegevens moeten onderbouwen. Dat is slechts anders indien de aard en de ernst van de normschending meebrengen dat de in dit verband relevante nadelige gevolgen daarvan voor de benadeelde zo voor de hand liggen, dat een aantasting in de persoon kan worden aangenomen (HR 28 mei 2019, ECLI:NL:HR:2019:794).
€ 5.186,11bestaande uit een vergoeding van materiële en immateriële schade. Hij vordert ook de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
materiële schade(€ 4.186,11) is als volgt opgebouwd:
medische kosten: € 29,36_
€ 4.186,11
immateriële schadeheeft de benadeelde partij een bedrag van
€ 1.000,-gevorderd.
op andere wijzein zijn persoon is aangetast. In onderhavig geval gaat het om laatstgenoemde categorie. Degene die zich hierop beroept, zal voldoende concrete gegevens moeten aanvoeren waaruit kan volgen dat in verband met de omstandigheden van het geval psychische schade is ontstaan. Daartoe is vereist dat naar objectieve maatstaven het bestaan van geestelijk letsel kan worden vastgesteld. Ook als het bestaan van geestelijk letsel in voornoemde zin niet kan worden aangenomen, is niet uitgesloten dat de aard en de ernst van de normschending en van de gevolgen daarvan voor de benadeelde, meebrengen dat van de in art. 6:106, aanhef en onder b, BW bedoelde aantasting in zijn persoon ‘op andere wijze’ sprake is. In zo een geval zal degene die zich hierop beroept de aantasting in zijn persoon met concrete gegevens moeten onderbouwen. Dat is slechts anders indien de aard en de ernst van de normschending meebrengen dat de in dit verband relevante nadelige gevolgen daarvan voor de benadeelde zo voor de hand liggen, dat een aantasting in de persoon kan worden aangenomen (HR 28 mei 2019, ECLI:NL:HR:2019:794).
€ 1.328,-bestaande uit een vergoeding van materiële schade. Hij vordert ook de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
€ 1.561,50bestaande uit een vergoeding van materiële schade. Hij vordert ook de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
€ 2.500,-bestaande uit een vergoeding van materiële schade. Hij vordert ook de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
€ 3.448,77bestaande uit een vergoeding van materiële schade. Zij vordert ook de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
materiële schade(€ 3.448,77) is als volgt opgebouwd:
operationele kosten € 750,10,-_
€ 3.448,77
12.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
13.BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) jaren;
- legtaan verdachte
de maatregel strekkende tot beperking van de vrijheidvoor de duur van
5 (vijf) jaarop; - beveelt dat verdachte
- zich onthoudt van direct dan wel indirect contact met [slachtoffer 1] (geboren [1974] ;
- zich onthoudt van direct dan wel indirect contact met [slachtoffer 2] (geboren [1975] );
- zich onthoudt van direct dan wel indirect contact met [slachtoffer 3] (geboren 19 juli [1999] );
- zich onthoudt van direct dan wel indirect contact met [slachtoffer 4] (geboren [1975] );
dadelijk uitvoerbaaris;
- 2, PL0900-2019143953-2495466, Apple iPhone;
- 3, PL0900-2019143953-2495475, Samsung telefoon met usb-kabel;
- 4, PL0900-2019143953-2495484, Apple iPad;
- 5, PL0900-2019143953-2495486, Nokia telefoon;
- 6, PL0900-2019143953-2495491, HP Notebook incl. adapter en muis;
- 1, PL0900-2019143953-2495548, usb-stick blauw (opa);
- 2, PL0900-2019143953-2495552, usb-stick blauw;
- 3, PL0900-2019143953-2495559, usb-stick, 16 GB, goudkleurig;
- 1, PL0900-2019143953-2497269, papier, rekeningafschrift ING;
- 1, PL0900-2019143953-2497282, 4x debitcard Bunq en 2x bankpas ING;
- 1, PL0900-2019143953-2497264, 2 facturen;
- 1, PL0900-2019143953-2497251, Jan Taminiau tasje incl. 2 simkaarten;
- 1, PL0900-2019143953-2497245, 7 simkaarten;
- 1, PL0900-2019143953-2497228, doos met telefoononderdelen;
- 1, PL0900-2019143953-2498978, doos met kledinglabels.
- wijst de vordering van
- veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [slachtoffer 1] voornoemd;
- veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 1] € 52.000,- (zegge: tweeënvijftigduizend euro) aan de Staat te betalen, bij niet betaling aan te vullen met 291 dagen gijzeling. De toepassing van die gijzeling heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde partij dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in het overige deel van de vordering;
- bepaalt dat de benadeelde partij dit deel van de vordering aanhangig kan maken bij de burgerlijke rechter.
- verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 2] niet-ontvankelijk in de vordering;
- bepaalt dat de benadeelde partij dit deel van de vordering aanhangig kan maken bij de burgerlijke rechter;
- compenseert partijen in de proceskosten;
- wijst de vordering van
- veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [slachtoffer 4] voornoemd;
- veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 4] € 329,36 (zegge: driehonderdnegenentwintig euro en zesendertig cent) aan de Staat te betalen, bij niet betaling aan te vullen met 6 dagen gijzeling. De toepassing van die gijzeling heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- wijst af het meer of anders gevorderde;
- wijst de vordering van
- veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [bedrijf 1] voornoemd;
- veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [bedrijf 1] € 1.328,- (zegge: duizenddriehonderdachtentwintig euro) aan de Staat te betalen, bij niet betaling aan te vullen met 23 dagen gijzeling. De toepassing van die gijzeling heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- verklaart
- veroordeelt [slachtoffer 5] in de proceskosten van verdachte, voor zover deze betrekking hebben op het verweer tegen deze vordering, tot op heden begroot op nihil;
- wijst de vordering van
- veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [slachtoffer 6] voornoemd;
- veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten van de tenuitvoerlegging nog te maken;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 6] € 1.561,50 (zegge: duizendvijfhonderdeenenzestig euro en vijftig cent) aan de Staat te betalen, bij niet betaling aan te vullen met 25 dagen gijzeling. De toepassing van die gijzeling heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- verklaart het CBR niet-ontvankelijk in haar vordering;
- veroordeelt het CBR in de proceskosten van verdachte, voor zover deze betrekking hebben op het verweer tegen deze vordering, tot op heden begroot op nihil;
- wijst de vordering van [bedrijf 2] B.V. toe tot een bedrag van
- veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [bedrijf 2] B.V. voornoemd;
- veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten van de tenuitvoerlegging nog te maken;
- wijst af het meer of anders gevorderde;
- wijst de vordering van de DV&O toe tot een bedrag van
- veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan de DV&O voornoemd;
- veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten van de tenuitvoerlegging nog te maken.
- €25.000 op of omstreeks 23-5-2018 en/of
- €12.000 op of omstreeks 23-6-2018 en/of
- €15.000 op of omstreeks 2-7-2018
- €25.000 op of omstreeks 23-5-2018 en/of
- €12.000 op of omstreeks 23-6-2018 en/of
- €15.000 op of omstreeks 2-7-2018
- die [slachtoffer 1] een geluidsfragment gestuurd inhoudende: “ik heb een 9 millimeter op de zaak liggen” althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- die [slachtoffer 1] een geluidsfragment heeft gestuurd inhoudende martelgeluiden en/of “Harder, harder slaan, harder, hoor je dat [slachtoffer 1] ? Dat gebeurt er met jou ook. Dat heb je met mensen die hun bek voorbij praten. Nog wel lekker geslapen vannacht? Neem contact op” althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- die [slachtoffer 2] één of meerdere malen mondeling en/of middels tekstbericht de woorden toegevoegd: “ [slachtoffer 1] heeft zijn mond voorbij gepraat we komen langs” althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- die [slachtoffer 1] één of meerdere malen mondeling en/of middels tekstbericht de woorden toegevoegd: “als je niet komt roei ik je gezin uit” althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- die van [slachtoffer 2] en/of die van [slachtoffer 1] één of meerdere malen een tekstbericht gestuurd inhoudende: “we komen wel een bakkie doen” althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;