Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"Ten aanzien van het onder 1 en 3 bewezenverklaarde
1. De verklaring van de verdachte.
De verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep van 3 april 2015 verklaard -zakelijk weergegeven-:
Het klopt dat ik in de periode van 3 maart 2012 tot en met 16 januari 2013 heel veel sms'jes aan [betrokkene 1] heb gestuurd. Ik heb voor het laatst bedrijfsmatig gereden in een groene Fiat Ducato.
2. De verklaring van de verdachte.
De verdachte heeft ter terechtzitting in eerste aanleg van 4 juni 2014 verklaard -zakelijk weergegeven-:
Het klopt wel dat ik op 15 oktober 2013 bij de woning van de moeder van [betrokkene 1] (het hof begrijpt: [betrokkene 1] ) ben geweest in de [b-straat 1] . U houdt mij het kort gedingvonnis van 13 februari 2013 met daarin het contactverbod voor. Ik wist van dat vonnis.
3. Het proces-verbaal van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in de arrondissementsrechtbank te Rotterdam van 18 oktober 2013. Dit proces-verbaal houdt onder meer in -zakelijk weergegeven-:
als de op 18 oktober 2013 tegenover deze rechter-commissaris afgelegde verklaring van de verdachte:
Het klopt dat ik op 15 oktober 2013 op de trap zat bij het huis van de moeder van [betrokkene 1] . Ik wilde het geluid horen van mijn kinderen die aan het spelen waren.
4. Een proces-verbaal van aangifte d.d. 28 november 2012 van de politie Rotterdam-Rijnmond met nr. PL17E0 2012552831-1. Dit proces-verbaal houdt onder meer in -zakelijk weergegeven-:
als de op 28 november 2012 afgelegde verklaring van [betrokkene 1] :
[betrokkene 1] , [a-straat 1] te Rotterdam.
Ik word vanaf 3 maart 2012 tot en met heden lastig gevallen door [verdachte] , geboren op [geboortedatum] 1978 te [geboorteplaats] , wonende aan het [a-plein 1] te Rotterdam. Vanaf 6 maart 2012 word ik bijna dagelijks door [verdachte] gebeld. Het kan zijn dat [verdachte] aan mijn deur komt bellen of zich ophoudt in mijn straat of in het trappenhuis, mij sms't, bij mijn moeder in de straat komt, of zich begeeft in het trappenhuis van mijn moeder.
Op 24 juni 2012 kreeg ik 5 smsjes van [verdachte] . Op 29 juni 2012 ontving ik wederom een sms van [verdachte] . Op 1 juli kreeg ik 2 smsjes van [verdachte] . Op 2 juli 2012 kreeg ik een sms van [verdachte] . Op 8 juli 2012 kreeg ik een sms van [verdachte] . Op 9 juli 2012 kreeg ik een sms van [verdachte] . Op 10 juli 2012 kreeg ik 2 smsjes van [verdachte] . Op 17 juli 2012 kreeg ik 2 smsjes van [verdachte] . Op 20 juli 2012 kreeg ik een sms van [verdachte] . Op 27 juli 2012 kreeg ik een sms van [verdachte] . Op 28 juli 2012 kreeg ik 3 smsjes van [verdachte] . Op 4 augustus 2012 kreeg ik een sms van [verdachte] . Op 14 augustus 2012 kreeg ik een sms van [verdachte] . Op 15 augustus 2012 kreeg ik 4 smsjes van [verdachte] .
Op 17 augustus 2012 werd ik gebeld door [verdachte] . Ik heb duidelijk aangegeven dat onze relatie over was en dat ik liever had dat hij mij niet meer zou bellen. Op 17 augustus 2012 kreeg ik 4 smsjes van [verdachte] . Op 18 augustus 2012 ben ik meerdere keren telefonisch door [verdachte] bedreigd. Op 18 augustus 2012 was ik bij mijn moeder. Ik zag de bestelauto van [verdachte] staan. Ik zag dat [verdachte] in een portiek stond. Op 18 augustus 2012 kreeg ik een sms van [verdachte] . Op 19 augustus 2012 werd ik gebeld door [verdachte] . Op 19 augustus 2012 kreeg ik 2 smsjes van [verdachte] . Op 20 augustus 2012 heeft [verdachte] mij tweemaal gebeld. Op 20 augustus 2012 kreeg ik een sms van [verdachte] . Op 27 augustus 2012 kreeg ik 2 smsjes van [verdachte] . Ik ben die dag ook gebeld door [verdachte] . Op 29 augustus 2012 kreeg ik een sms van [verdachte] . Op 2 september 2012 kreeg ik 2 smsjes van [verdachte] . Op 13 september 2012 belde [verdachte] mij.
Op 14 september 2012 stond [verdachte] bij mijn moeder voor de deur. Ik was daar toen ook. Op 14 september 2012 werd ik 4 keer gebeld door [verdachte] uur. Op 15 september 2012 werd ik door [verdachte] gebeld. Op 15 september 2012 stond [verdachte] bij mijn moeder aan de deur te bellen. Mijn moeder woont aan de [b-straat 1] te Rotterdam. Op 17 september 2012 heb ik [verdachte] 3 keer aan de lijn gehad. Op 19 september 2012 ben ik gebeld door [verdachte] . Ik heb op 20 september 2012 een aware-systeem gekregen. Op 27 september 2012 stond [verdachte] weer bij mijn moeder voor de deur. Op 27 september 2012 heeft [verdachte] mij gebeld.
Op 28 september 2012 ben ik weer gebeld door [verdachte] . Op 1 oktober 2012 ben ik meerdere malen gebeld door [verdachte] . Op 15 oktober 2012 ben ik 6 keer gebeld door [verdachte] . Op 16 oktober 2012 ben ik 6 keer gebeld door [verdachte] . Ook heb ik die dag 2 sms'jes gekregen van [verdachte] . Op 17 oktober 2012 ben ik 4 keer gebeld door [verdachte] en heb ik een sms ontvangen. Op 18 oktober 2012 ben ik 9 keer door [verdachte] gebeld en heb ik een sms van hem gekregen. Op 19 oktober 2012 ben ik tweemaal door [verdachte] gebeld. Op 21 oktober 2012 ben ik tweemaal door [verdachte] gebeld en heb ik 3 smsjes van hem ontvangen.
Op 22 oktober 2012 stond [verdachte] bij mij voor de deur. Op 16 november 2012 stond [verdachte] bij mij voor de deur. Op 17 november 2012 zag ik [verdachte] bij mij in de straat staan. Op 18 november 2012 stond [verdachte] bij mij voor de deur. Op 19 november hoorde ik dat er meerdere keren werd aangebeld. Ik heb niet gereageerd. Van de buren hoorde ik dat zij [verdachte] hadden zien staan bij mijn woning. Op 20 november hoorde ik van de wijkagent dat hij [verdachte] in mijn straat had gezien. Op 20 november 2012 hoorde ik dat [verdachte] achter de deur stond.
Op 27 november 2012 zag ik dat [verdachte] reed in een groene bestelbus van het merk Fiat, type Ducato. Ik hoorde de deurbel en hoorde dat [verdachte] weer voor de deur stond. Ik heb duidelijk gemaakt dat ik geen contact meer wil. Ik heb mijn aware-alarmsysteem ingedrukt. Ik ben bang dat [verdachte] mij iets aan zal doen. Ik wil dat [verdachte] mij met rust laat.
5. Een proces-verbaal van aangifte d.d. 16 oktober 2013 van de politie Rotterdam-Rijnmond met nr. PL17EO-2013316500-1. Dit proces-verbaal houdt onder meer in -zakelijk weergegeven-:
als de op 16 oktober 2013 afgelegde verklaring van [betrokkene 1] :
Op 15 oktober 2013 was ik bij mijn moeder. Mijn moeder woont op de derde verdieping aan de [b-straat 1] te Rotterdam. Ik hoorde dat mijn vriendin zei: 'Hij zit daar' en wees naar het trappenhuis. Ik zag via het kijkgaatje in de voordeur dat [verdachte] achter de deur stond. Ik hoorde dat er tegen de voordeur van de woning van mijn moeder werd getrapt. Ik schrok. Ik was enorm bang. Ik wil dat [verdachte] mij met rust laat. Mijn leven wordt beheerst door angst. [verdachte] beheerst mijn leven en maakt mij het leven zuur.
6. Een proces-verbaal van verhoor van een getuige d.d. 12 november 2013 van de politie Rotterdam-Rijnmond met nummer PL17C0-2013316500. Dit proces-verbaal houdt onder meer in -zakelijk weergegeven-:
Als de op 12 november afgelegde verklaring van [betrokkene 2] :
Naar aanleiding van de registratie 2012545549 d.d. 20 november 2012; Ja, 's nachts om 1 uur belde [verdachte] aan bij de voordeur. Ik keek door het raam en zag hem voor de deur staan.
Uw dochter heeft verklaard dat [verdachte] op 15 september 2012 omstreeks 23:41 weer bij u aanbelde? Hij heeft een keer om 23:00 aangebeld, maar de datum weet ik niet meer. Ik vroeg aan de buurman wie er voor de deur stond. De buurman vertelde dat het mijn schoonzoon, dus [verdachte] , was.
7. Een proces-verbaal van aangifte d.d. 8 oktober 2013 van de politie Rotterdam-Rijnmond met nr. PL17E0-2013308470-1. Dit proces-verbaal houdt onder meer in -zakelijk weergegeven-:
als de op 8 oktober 2013 afgelegde verklaring van [betrokkene 1] :
Op 27 augustus 2013 is [verdachte] gezien in de omgeving van mijn werk. Ik zag [verdachte] langsrijden in zijn groene bestelbus van het merk Fiat, type Ducato. Ik zag ook dat hij kort daarna deze bestelbus voor de deur van mijn werk parkeerde. Op 5 september 2013 heb ik [verdachte] wederom in de omgeving van mijn werk gezien. Ik werkte toen op een ander adres, namelijk aan de [c-straat] te Rotterdam. Ik zag ook zijn groene Fiat bus weer staan. Op 30 september 2013 zag ik een bestelbus in mijn moeders straat staan. Ik zag dat [verdachte] achter het stuur zat.
8. Een proces-verbaal ontvangst klacht door hulpofficier van justitie d.d. 17 oktober 2013 van de politie Rotterdam-Rijnmond met nr. Pl1E0-2013308470-2. Dit proces-verbaal houdt onder meer in -zakelijk weergegeven-:
als relaas van de betreffende opsporingsambtenaar:
Op 17 oktober 2013 heb ik, verbalisant, als hulpofficier van justitie van Politie Rotterdam-Rijnmond te Rotterdam een klacht ontvangen terzake van stalking/belaging. De klacht werd gedaan door [betrokkene 1] . De klaagster verzocht uitdrukkelijk om tot vervolging van de mogelijke dader(s) over te gaan.
9. Een proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 25 oktober 2013 van de politie Rotterdam-Rijnmond met nr. PL17C0-2013316500-21. Dit proces-verbaal houdt onder meer in -zakelijk weergegeven-:
als de op 25 oktober 2013 afgelegde verklaring van [betrokkene 2] :
Ik woon aan de [b-straat 1] te Rotterdam.
[betrokkene 1] is mijn dochter. Zij heeft al een hele tijd problemen met haar ex-man [verdachte] . Ik zie [verdachte] regelmatig bij mij in de straat. Zo heb ik hem deze maand al drie keer gezien. In de voorgaande maanden heb ik hem ook vaak gezien. Het klopt dat [verdachte] op 17 maart 2013 driemaal bij mijn woning is geweest ondanks het feit dat [verdachte] een straatverbod had. Er werd aangebeld en ik hoorde van mijn buurman dat mijn schoonzoon had aangebeld en na het aanbellen was weggerend. Op 11 oktober 2012 heeft [verdachte] voor mijn deur gestaan. Op 14 september 2012 stond [verdachte] voor mijn deur. Ik zag hem staan.
10. Een proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 17 oktober 2013 van de politie Rotterdam-Rijnmond met nr. Pl17C0-2013316500-11. Dit proces-verbaal houdt onder meer in -zakelijk weergegeven-:
als de op 17 oktober 2013 afgelegde verklaring van [betrokkene 3] :
Mijn zus [betrokkene 1] wordt al een hele tijd bedreigd en gestalkt door haar ex-man [verdachte] . Op 15 oktober 2013 was ik bij mijn moeder thuis op de [b-straat 1] te Rotterdam. [betrokkene 1] was er ook. Een vriendin waarschuwde ons dat [verdachte] in het trappenhuis stond. [verdachte] bonkte op de deur. Ik zag dat [verdachte] voor de deur stond. Ondanks het straatverbod stond hij voor de deur.
11. Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 oktober 2013 van de politie Rotterdam-Rijnmond met nr. PL17C0-2013316500-4. Dit proces-verbaal houdt onder meer in -zakelijk weergegeven-:
als relaas van de betreffende opsporingsambtenaren:
Op 15 oktober 2013 werden wij, verbalisanten, verzocht te gaan naar de [b-straat 1] te Rotterdam. Wij hoorden dat een vrouw riep: "Hij stond zojuist tegen de deur aan te trappen. Hij heeft een zwarte leren jas aan en heeft een kaal hoofd". In het portiek zagen wij een man staan met een zwarte jas aan en met een kaal hoofd. Deze man bleek te zijn [verdachte] . Wij hoorden dat [verdachte] tegen ons zei: "Ik heb inderdaad een straatverbod".
12. Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 oktober 2013 van de politie Rotterdam-Rijnmond met nr. PL17C0-2013316500-12. Dit proces-verbaal houdt onder meer in -zakelijk weergegeven-:
als relaas van de betreffende opsporingsambtenaar:
27 september 2012 [b-straat 1] Rotterdam
De navolgende mutatie werd opgemaakt:
"Gesproken met [verdachte] . Vandaag stond hij met zijn bedrijfsbus voor de deur".
27 december 2012 [a-straat 1] Rotterdam
De navolgende mutatie werd opgemaakt:
"Door de meldkamer gestuurd naar de [a-straat 1] . Zou een Aware melding van dat adres komen. [betrokkene 1] gaf aan dat de ex beneden aan de bel had gestaan. Zou rijden in een groene Fiat Ducato. Onderzoek in de omgeving leverde genoemd voertuig op. Bleek ex in het voertuig te zitten. Hem aangehouden".
5 september 2013 [d-straat 1] te Rotterdam
De navolgende mutatie werd opgemaakt:
"Kregen rapps melding van een aware alarm aan de [d-straat 1] te Rotterdam. Bleek dat ex voertuig in de straat van haar werk had geparkeerd. Ze had ex zelf niet gezien. Voertuig laten afposten. Na half uur stapte verdachte in en reed weg. Man hierop aangehouden".
13. Een geschrift, zijnde het vonnis van het team familie 1 van de rechtbank Rotterdam van 13 februari 2013. Het houdt onder meer in -zakelijk weergegeven-:
Zaak-/rolnummer: 415790/13-17
Datum uitspraak: 13 februari 2013
Vonnis in kort geding in de zaak van:
[betrokkene 1]
Tegen
[verdachte]
Partijen worden nader aangeduid als "de vrouw" respectievelijk "de man".
De voorzieningenrechter verbiedt de man om met ingang van de dag na die van de betekening van dit vonnis en vervolgens gedurende één jaar zich te bevinden in de [a-straat 1] te Rotterdam en de [b-straat 1] te Rotterdam.
Verbiedt de man om met ingang van de dag na die van de betekening van dit vonnis en vervolgens gedurende één jaar persoonlijk, schriftelijk, telefonisch of op welke wijze dan ook contact op te nemen met de vrouw, haar moeder of andere naaste familieleden."