ECLI:NL:HR:2014:3144

Hoge Raad

Datum uitspraak
11 november 2014
Publicatiedatum
11 november 2014
Zaaknummer
13/05721
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Internetoplichting door aannemen valse hoedanigheid en gebruik van foutieve contactgegevens

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 november 2014 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch. De verdachte was beschuldigd van internetoplichting door zich voor te doen als een bonafide verkoper op platforms zoals Marktplaats en Speurders. De verdachte had in de periode van 1 februari 2012 tot en met 17 mei 2012 verschillende advertenties geplaatst voor de verkoop van goederen, maar leverde deze nooit af. De Hoge Raad oordeelde dat het enkele zich voordoen als een betrouwbare verkoper, zonder de intentie om te leveren, niet automatisch leidt tot het aannemen van een valse hoedanigheid in de zin van artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht. Echter, de verdachte had niet alleen de schijn gewekt een bonafide verkoper te zijn, maar ook opzettelijk foutieve namen en verschillende e-mailadressen gebruikt om het verhaal van gedupeerden te bemoeilijken. Dit leidde tot de conclusie dat de gedragingen van de verdachte als oplichting konden worden gekwalificeerd. De Hoge Raad bevestigde het oordeel van het Hof dat de gedragingen van de verdachte niet alleen bestonden uit het zich voordoen als verkoper, maar ook uit het verstrekken van onbruikbare contactgegevens. De Hoge Raad verwierp het beroep van de verdachte, waarmee de eerdere uitspraak van het Hof werd bekrachtigd.

Uitspraak

11 november 2014
Strafkamer
nr. 13/05721
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 11 juli 2013, nummer 20/000096-13, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1990.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. R.J. Baumgardt, advocaat te Spijkenisse, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal P.C. Vegter heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van het eerste middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beoordeling van het tweede middel

3.1.
Het middel klaagt over een ontoereikend gemotiveerde bewezenverklaring van feit 2.
3.2.1.
Ten laste van de verdachte is onder 2 bewezenverklaard dat:
"hij in de periode van 1 februari 2012 tot en met 17 mei 2012 in Nederland, telkens met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen telkens door het aannemen van een valse hoedanigheid, een persoon heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag, hebbende verdachte telkens met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - in strijd met de waarheid zich voorgedaan als een verkoper van een goed door het plaatsen van een advertentie op Marktplaats of Speurders en daarbij een goed te koop aan te bieden, waardoor een persoon werd bewogen tot de afgifte van een geldbedrag, door:
- onder de naam [verdachte], met gebruikmaking van het mailadres [emailadres]@live.nl zich op Marktplaats voor te doen als verkoper van een telefoon, waardoor [betrokkene 1] werd bewogen tot het overmaken van een geldbedrag; en
- onder de naam [verdachte], met gebruikmaking van het mailadres [emailadres]@hotmail.nl zich op Marktplaats voor te doen als verkoper van een telefoon, waardoor [betrokkene 2] werd bewogen tot het overmaken van een geldbedrag; en
- onder de naam [verdachte] en/of [verdachte], met gebruikmaking van het mailadres [emailadres]@hotmail.nl zich op Marktplaats voor te doen als verkoper van een armband, waardoor [betrokkene 3] werd bewogen tot het overmaken van een geldbedrag; en
- onder de naam [verdachte], met gebruikmaking van het mailadres [emailadres]@hotmail.nl zich op Marktplaats voor te doen als verkoper van een paar schoenen, waardoor [betrokkene 4] werd bewogen tot het overmaken van een geldbedrag; en
- onder de naam [verdachte], met gebruikmaking van het mailadres [emailadres]@hotmail.nl zich op Marktplaats voor te doen als verkoper van een telefoon, waardoor [betrokkene 5] werd bewogen tot het overmaken van een geldbedrag; en
- onder de naam [verdachte], met gebruikmaking van het mailadres [emailadres]@live.nl zich op Speurders.nl voor te doen als verkoper van een armband, waardoor [betrokkene 6] werd bewogen tot het overmaken van een geldbedrag, terwijl verdachte bovengenoemde goederen telkens niet heeft geleverd."
3.2.2.
Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"9. Een geschrift, zijnde een melding van [betrokkene 1] voor zover dit - zakelijk weergegeven - inhoudt:
Datum betaling: 16 februari 2012
Bedrag: € 356,75
Handelssite: www.marktplaats.nl
Advertentietitel: iphone 4s 8g nieuw!
Wederpartij e-mail: [emailadres]@live.nl
Bankrekeningnummer wederpartij: [nummer] ten name van [verdachte]
Omschrijving melding:
Ik heb [verdachte] gebeld met de vraag of hij deze telefoon nog had. Hij vertelde mij dat hij deze nog had. Vervolgens hebben wij een bedrag van € 350,- afgesproken. Ik zou dit nog dezelfde dag naar hem overmaken. Nadat ik € 356,75 (zijnde de € 350,- en de verzendkosten) naar hem heb overgemaakt, heb ik een sms gestuurd, dat ik het bedrag had overgemaakt. Ik kreeg daarna geen reactie meer van hem. Ook werd zijn telefoon niet meer opgenomen en reageerde hij niet meer op sms-jes.
10. Een proces-verbaal van aangifte internetoplichting van [betrokkene 2] voor zover dit - zakelijk weergegeven - inhoudt als aangifte van [betrokkene 2]:
Voornaam wederpartij: [voornaam verdachte]
Achternaam wederpartij: [achternaam verdachte]
E-mail adres wederpartij: [emailadres]@hotmail.nl
Website: www.marktplaats.nl
Advertentietitel: iphone 4s 32gb
Omschrijving geschil: Ik heb een leeg doosje opgestuurd gekregen met alleen een pakje papier. Overeengekomen was € 390,-. Ik heb een aanbetaling gedaan van € 250,-. Na ontvangst geen mogelijkheid om de verkoper te bereiken.
Datum betaling: 14 maart 2012
Bankrekeningnummer wederpartij: [nummer] ten name van [verdachte] (het hof begrijpt: [verdachte]).
11. Een proces-verbaal van aangifte internetoplichting van [betrokkene 3] voor zover dit - zakelijk weergegeven - inhoudt als aangifte van [betrokkene 3]:
Voornaam wederpartij: [voornaam verdachte]
Achternaam wederpartij: [achternaam verdachte]
E-mail adres wederpartij: [emailadres]@hotmail.nl
Website: www.marktplaats.nl
Advertentietitel: Buddha to Buddha 100 chain XL men
Omschrijving geschil: Ik heb € 188,05 gestort voor een armband. De verkoper laat niets meer van zich horen. Dit ondanks tien e-mails van mij, met de vraag waar mijn armband blijft.
Datum betaling: 15 maart 2012
Bankrekeningnummer wederpartij: [nummer] ten name van [verdachte]
12. Een proces-verbaal van aangifte van [betrokkene 4] voor zover dit - zakelijk weergegeven - inhoudt als de ten overstaan van verbalisant [verbalisant] afgelegde verklaring van [betrokkene 4]:
Ik wil aangifte doen van oplichting via Marktplaats.
Op 21 maart 2012 heb ik een advertentie op Marktplaats gezien van ene [verdachte], die schoenen te koop aanbood van het merk Botticelli, voor de prijs van € 55,-.
Ik heb hierop gereageerd en had diverse mailcontacten met deze [verdachte] via [emailadres]@hotmail.nl.
heeft mij via de e-mail zijn naam [verdachte] en zijn rekeningnummer, [nummer] gegeven. Ik heb op 26 maart 2012 het geld op deze rekening overgemaakt. Hierna heb ik niets meer van [verdachte] vernomen. Ik heb geen schoenen ontvangen en ik heb ook geen contact meer kunnen krijgen met [verdachte]. Hij reageert niet meer op de door mij verzonden mails.
13. Een geschrift, zijnde een rekeningoverzicht van rekeningnummer [nummer] ten name van verdachte, voor zover dit - zakelijk weergeven - inhoudt:
Rekeningafschrift: [verdachte],
[woonplaats]
Boekdatum Omschrijving Bedrag bij
17 februari 2012 [betrokkene 1],
Iphone 4S € 356,75
14 maart 2012 [betrokkene 2],
aanbetaling
Iphone 4s 32 GB € 250,00
15 maart 2012 [betrokkene 3],
voor B2B van MP € 181,75
26 maart 2012 [betrokkene 4], Botticell schoenen maat 43 € 55,00
14. Een proces-verbaal van aangifte internetoplichting van [betrokkene 5] voor zover dit - zakelijk weergegeven - inhoudt als aangifte van [betrokkene 5]:
Voornaam wederpartij: [voornaam verdachte]
Achternaam wederpartij: [achternaam verdachte]
E-mail adres wederpartij: [emailadres]@hotmail.nl
Website: www.martkplaats.nl
Advertentietitel: Samsung Galaxy s2 *simlockvrij*
Omschrijving geschil: lk heb betaald, maar ik krijg geen
contact meer met de wederpartij.
Datum betaling: 10 april 2012
Bedrag: € 206,75
Bankrekeningnummer Wederpartij: [nummer] ten name van [verdachte].
15. Een geschrift, zijnde een e-mail met daarin geïncorporeerd een rekeningoverzicht van rekeningnummer [nummer] ten name van verdachte, voor zover dit - zakelijk weergeven - inhoudt:
Boekdatum Omschrijving Bedrag bij
10 april 2012 [betrokkene 5],
Samsung Galaxy s2 € 206,75
16. Een proces-verbaal van aangifte internetoplichting van [betrokkene 6] voor zover dit - zakelijk weergegeven - inhoudt als aangifte van [betrokkene 6]:
Voornaam wederpartij: [voornaam verdachte]
Achternaam wederpartij: [achternaam verdachte]
E-mail adres wederpartij: [emailadres]@live.nl
Website: www.speurders.nl
Advertentietitel: Buddha to Buddha chain XI(21 cm)
Omschrijving geschil: Ik wilde de armband van hem overnemen. Vanwege de afstand heb ik hem gevraagd of hij de armband wilde versturen. Dat was geen probleem. Ik maakte € 190,- over op zijn rekeningnummer. Hij vertelde dat hij de armband ging versturen. Eén dag later kreeg ik een e-mail: het staat erop. Ik verstuur hem vanmiddag.
Een week later heb ik niets meer van hem gehoord en niets ontvangen.
Datum betaling: 8 mei 2012
Bankrekeningnummer Wederpartij: [nummer] ten name van [verdachte].
17. Een geschrift, zijnde een schermafdruk van de internetpagina van Rabobank internetbankieren, betrekking hebbende op een transactieoverzicht van de rekening van [betrokkene 6], voor zover dit - zakelijk weergegeven - inhoudt:
Rentedatum Tegenrekening Omschrijving Bedrag af
9 mei 2012 [nummer] Buddha to Buddha en verzendkosten € 190.00
18. Een proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep d.d. 27 juni 2013 voor zover dit - zakelijk weergeven - inhoudt als verklaring van verdachte:
Ik heb ooit een keer via www.marktplaats.nl een advertentie geplaatst, waarna een koper het goed heeft betaald en ik vervolgens het goed heb geleverd. Ik dacht toen dat ik de volgende keer, na ontvangst van het geld, het goed net zo goed niet kon leveren.
In de periode 1 februari 2012 tot en met 17 mei 2012 heb ik diverse advertenties geplaatst. Naar aanleiding van deze advertenties heb ik geld ontvangen. De goederen heb ik echter nooit geleverd. Ik weet niet meer precies van welke personen ik in die periode geld heb ontvangen. Ik weet wel dat ik de in de tenlastelegging genoemde personen nooit de geadverteerde goederen heb geleverd. Het klopt dat ik met andere voornamen adverteerde en van e-mailadres wisselde."
3.2.3.
Het Hof heeft ten aanzien van de bewezenverklaring voorts het volgende overwogen:
"Uit de bestaande jurisprudentie volgt dat voor een veroordeling ter zake van oplichting het enkele zich voordoen als betrouwbare contractspartij - wetende dat je niet aan je verplichtingen kunt voldoen - niet valt aan te merken als een valse hoedanigheid, listige kunstgrepen of een samenweefsel van verdichtsels in de zin van artikel 326 Wetboek van Strafrecht, door welke hoedanigheid, kunstgrepen en/of verdichtsels de andere partij is bewogen tot diens prestatie.
Verdachte heeft over zijn werkwijze ter terechtzitting in hoger beroep verklaard dat het ging om een "foutje". Hij verklaarde eerst een telefoontje te hebben verkocht en geleverd (aan een klant die niet in de tenlastelegging staat genoemd), en toen te hebben "ontdekt dat het geld toch wel kwam, ook zonder levering". Omdat hij het "confronterend" vond om benaderd te worden door reclamerende klanten heeft hij zich bediend van verschillende e-mailadressen.
Het hof overweegt dat verdachte zich jegens de kopers strikt genomen niet heeft bediend van méér oplichtingsmiddelen (valse naam, valse hoedanigheid, listige kunstgrepen, samenweefsel van verdichtsels) dan het enkele zich voordoen als bonafide verkoper (zijnde het oplichtingsmiddel "valse hoedanigheid"), teneinde hen te bewegen tot betaling over te gaan. Door zich te bedienen van iets afwijkende namen en verschillende e-mailadressen, heeft verdachte immers niet de afgifte van het geld willen bewerkstelligen, maar enkel de mogelijkheid tot verhaal willen bemoeilijken/onmogelijk maken.
Desalniettemin overweegt het hof dat het opzettelijk aannemen van de valse hoedanigheid van bonafide verkoper (teneinde klanten tot afgifte van geld te bewegen) èn het opzettelijk hanteren van foutieve namen en verschillende e-mailadressen (teneinde verhaal te bemoeilijken/onmogelijk te maken) in zijn geheel valt aan te merken als oplichting in de zin van artikel 326 Wetboek van Strafrecht."
3.3.
Het Hof heeft met juistheid geoordeeld dat de enkele omstandigheid dat iemand zich in strijd met de waarheid voordoet als bonafide verkoper die in staat en voornemens is de bij hem gekochte en aan hem vooruitbetaalde goederen te leveren, niet oplevert het aannemen van een valse hoedanigheid in de zin van art. 326 Sr. Voorts heeft het Hof geoordeeld dat de gedragingen van de verdachte in de onderhavige zaak meer omvatten dan het enkele zich voordoen als zo een bonafide verkoper, nu die gedragingen ook inhouden dat de verdachte telkens opzettelijk "foutieve namen en verschillende e-mailadressen" hanteerde met het doel de mogelijkheden van de gedupeerde kopers tot verhaal op de verdachte te bemoeilijken. Gelet hierop moeten 's Hofs overwegingen aldus worden verstaan dat de door de verdachte aangenomen valse hoedanigheid niet louter bestond uit het zich in strijd met de waarheid voordoen als bona fide verkoper, maar tevens uit het als verkoper verstrekken van onbruikbare contactgegevens aan zijn wederpartij. Aldus verstaan geeft het oordeel van het Hof dat de gedragingen van de verdachte vallen aan te merken als oplichting in de zin van art. 326 Sr niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Het is ook niet onbegrijpelijk.
3.4.
Het middel is tevergeefs voorgesteld.

4.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren N. Jörg en V. van den Brink, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
11 november 2014.