ECLI:NL:RBMNE:2019:5111
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afstemming van bijstand voor alleenstaande ouders zonder recht op ALO-kop
In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 11 oktober 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een alleenstaande ouder, en het Dagelijks Bestuur van de Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug. Eiseres ontving vanaf begin 2016 bijstand naar de norm van een alleenstaande ouder, maar kwam in 2016 en 2017 niet in aanmerking voor de ALO-kop, een tegemoetkoming voor alleenstaande ouders. De Belastingdienst had haar echtgenoot, die in die jaren niet bij haar woonde, als toeslagpartner aangemerkt, waardoor eiseres de ALO-kop moest terugbetalen. Eiseres verzocht verweerder om de bijstand af te stemmen of bijzondere bijstand toe te kennen, maar dit werd afgewezen op grond van een schuld. Eiseres maakte bezwaar, dat ongegrond werd verklaard, waarna zij beroep instelde.
De rechtbank oordeelde dat verweerder de bijstand had moeten afstemmen. De rechtbank stelde vast dat er een leemte in de wetgeving bestaat, die de wetgever nog niet heeft opgelost. Dit leidt tot willekeur, omdat voor situaties waarin de ALO-kop nooit is verstrekt wel compensatie wordt geboden, terwijl dat voor eiseres niet het geval is. De rechtbank concludeerde dat de situatie van eiseres als zeer bijzonder moet worden aangemerkt, waardoor verweerder gehouden was om de bijstand over 2016 en 2017 af te stemmen. De rechtbank vernietigde het besluit op bezwaar en droeg verweerder op om een nieuw besluit te nemen, waarbij de bijstand van eiseres alsnog moet worden afgestemd. Tevens werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.024,- en het griffierecht van € 47,- diende te worden vergoed.