Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
2 [gedaagde sub 2] , voorheen handelend onder de naam [handelsnaam] ,
verder ook te noemen [gedaagde sub 2] ,
gemachtigde: mr. A. Peijs.
1.De procedure
- de heer [verzoeker] , verzoeker;
- mr. J. van de Klashorst, gemachtigde van verzoeker;
- mevrouw [A] , moeder van verzoeker;
- mevrouw [B] , schaderegelaar bij ASR;
- mr. H. van Katwijk, gemachtigde van ASR.
2.De feiten
- op 27 december 2013 tussen 10.00 en 18.00 uur;
- in de nacht van 27 december 2013 op 28 december 2013 tussen 22.45 uur en 0.45 uur;
- op 28 december 2013 tussen 10.00 en 17.00 uur;
- in de nacht van 28 december 2013 op 29 december 2013 tussen 22.45 uur en 1.10 uur;
- op 27 februari 2014 tussen 9.00 uur en 17.40 uur;
- op 28 februari 2014 tussen 9.00 uur en 24.00 uur;
- op 1 maart 2014 tussen 9.00 uur en 23.30 uur;
- in de nacht van 1 maart 2014 op 2 maart 2014 tussen 23.30 uur en 5.15 uur;
- in de nacht van 5 april 2014 op 6 april 2014 tussen 23.00 uur en 1.10 uur;
- in de nacht van 12 april 2014 op 13 april 2014 tussen 23.00 uur en 1.10 uur;
- in de nacht van 19 april 2014 op 20 april 2014 tussen 21.15 uur en 6.15 uur;
- in de nacht van 24 mei 2014 op 25 mei 2014 tussen 21.23 uur en 6.00 uur;
- in de nacht van 31 mei 2014 op 1 juni 2014 tussen 21.12 uur en 5.00 uur;
- in de nacht van 14 juni 2014 op 15 juni 2014 tussen 21.23 uur tot 5.30 uur;
- in de nacht van 21 juni 2014 op 22 juni 2014 tussen 21.17 uur en 6.00 uur.
3.Het geschil
I. voor recht te verklaren dat het persoonlijk onderzoek onrechtmatig is ingesteld;
II. voor recht te verklaren dat de uitkomsten van het persoonlijk onderzoek bij de verdere schaderegeling buiten beschouwing dienen te worden gelaten;
III. voor recht te verklaren dat [verzoeker] ASR niet heeft misleid dan wel onjuiste informatie heeft verstrekt met het doel om ASR te bewegen om tot uitkering over te gaan;
IV. de kosten van de procedure te begroten en ASR te veroordelen tot vergoeding van deze kosten.
A. verwerping van de stelling van ASR dat verzekeringsdekking zou zijn/mogen
4.De beoordeling
hénrechtens geldt (benadrukking kantonrechter)", dat wil zeggen tussen de benadeelde en de schadeplichtige/diens verzekeraar en dus niet (ook) de schadeplichtige/verzekerde enerzijds en diens verzekeraar anderzijds en 2) uit de wetsgeschiedenis (vgl. Rechtbank Arnhem 2 mei 2011, ECLI:NL:RBARN:2011:BQ3863 en Rechtbank Gelderland 22 oktober 2015, ECLI:NL:RBGEL:2015:6872). Het moet gaan om gevallen van wettelijke aansprakelijkheid voor letsel- en overlijdensschade. Een geschil over polisdekking/gebaseerd op een verzekeringsovereenkomst valt daar niet onder. De deelgeschilprocedure ziet (slechts) op het bevorderen van de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst met betrekking tot de schadevordering van de benadeelde jegens de schadeplichtige/diens verzekeraar. [gedaagde sub 2] zal daarom niet-ontvankelijk in zijn verzoek worden verklaard. Hij zal in de proceskosten worden veroordeeld, die worden begroot op nihil.