In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, hebben verzoekers, [verzoekster] en S. [verzoeker], een deelgeschil aanhangig gemaakt tegen Achmea Schadeverzekeringen N.V. naar aanleiding van een ongeval op 14 januari 2013 waarbij de auto van verzoekster beschadigd raakte en letsel werd opgelopen door inzittenden. Achmea had eerder een schadevergoeding van € 8.895,00 aan verzoekster betaald, maar stelde later dat er geen polisdekking was vanwege onjuiste gegevens bij het afsluiten van de verzekering. Verzoekers vroegen de rechtbank om Achmea te verplichten haar verplichtingen na te komen en hen van een interne database te verwijderen, evenals om de vorderingen van Achmea op hen af te wijzen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeken van verzoekers niet geschikt zijn voor behandeling in een deelgeschilprocedure. De rechtbank oordeelde dat de wetgever niet beoogd had om geschillen over polisdekking onder de werking van de deelgeschilprocedure te brengen. De verzoeken van verzoekers werden als niet-ontvankelijk verklaard, en verzoekers werden veroordeeld in de proceskosten van Achmea. De beslissing werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
De beschikking is gegeven op 22 oktober 2015 door mr. K. van Vlimmeren-van Ommen en in het openbaar uitgesproken. De rechtbank benadrukte dat de verzoeken niet voldeden aan de criteria voor een deelgeschil en dat de kosten van de procedure voor rekening van verzoekers kwamen.