In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 15 juni 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) over de herziening en terugvordering van een WIA-uitkering. Eiser ontving een loongerelateerde WGA-uitkering op basis van 100% arbeidsongeschiktheid, maar had daarnaast inkomsten uit een persoonsgebonden budget (pgb) die hij niet had gemeld. Het UWV herzag de uitkering en vorderde een bedrag van € 82.398,41 terug, wat later werd verlaagd naar € 49.111,26 na een bezwaar van eiser. Eiser stelde dat hij niet op de hoogte was van de verplichting om deze inkomsten te melden en dat hij gerechtvaardigde verwachtingen had dat het UWV op de hoogte was van zijn situatie.
De rechtbank oordeelde dat eiser zijn inlichtingenplicht had geschonden, omdat hij redelijkerwijs had moeten begrijpen dat de pgb-inkomsten van invloed waren op zijn recht op WIA-uitkering. De rechtbank wees erop dat eiser niet had voldaan aan de verplichting om relevante informatie te verstrekken, ondanks dat hij wist dat hij een uitkering ontving. De rechtbank concludeerde dat de herziening en terugvordering van de uitkering terecht waren, en dat er geen dringende redenen waren om van terugvordering af te zien. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard.