ECLI:NL:RBMNE:2016:3057
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking bijstandsuitkering bij gehuwden met duurzaam gescheiden leven
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 31 mei 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een bijstandsontvanger, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht. Eiser had zijn bijstandsuitkering zien intrekken per 22 april 2015, de datum waarop hij in het huwelijk trad met zijn partner [A]. De gemeente stelde dat eiser de inlichtingenplicht had geschonden door zijn huwelijk niet te melden en dat er geen sprake was van duurzaam gescheiden leven, wat volgens de Participatiewet (Pw) vereist is om als ongehuwd te worden aangemerkt.
De rechtbank oordeelde dat de status van gehuwd zijn leidend is, tenzij uit feiten en omstandigheden ondubbelzinnig blijkt dat er sprake is van duurzaam gescheiden leven. Eiser had aangevoerd dat hij en [A] duurzaam gescheiden leefden, omdat zij elkaar voornamelijk om medische redenen zagen en niet uit liefde. De rechtbank verwierp deze stelling, omdat uit de feiten bleek dat [A] regelmatig bij eiser was, hem verzorgde en zij samen activiteiten ondernamen, zoals koken en op vakantie gaan. De rechtbank concludeerde dat eiser en [A] niet als duurzaam gescheiden levend konden worden aangemerkt, waardoor eiser niet als ongehuwd kon worden beschouwd en geen recht had op bijstand naar de norm voor alleenstaanden.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en oordeelde dat de gemeente terecht de bijstand had ingetrokken en de teveel betaalde bijstand terugvorderde. De rechtbank benadrukte dat de intentie om duurzaam gescheiden te leven niet relevant is voor de beoordeling van de echtelijke samenleving, en dat de omstandigheden die tot de leefvorm hebben geleid niet van belang zijn. Eiser had geen dringende redenen aangevoerd om van terugvordering af te zien, en de rechtbank wees zijn verzoek om proceskostenvergoeding af.