In deze zaak gaat het om een geschil tussen een verzekerde, mevrouw [A], en haar verzekeraar, [gedaagde] B.V., over de uitkering van schade aan haar auto na een ongeval. Mevrouw [A] had een allrisk verzekering afgesloten bij [gedaagde] voor haar Kia Rio. Op 28 maart 2014 ontstond er schade aan de auto, waarna mevrouw [A] de schade liet herstellen zonder deze eerst te laten vaststellen door een door [gedaagde] aangewezen herstelbedrijf, zoals voorgeschreven in de polisvoorwaarden. De herstelkosten bedroegen € 1.486,38, waarvan mevrouw [A] € 135,00 als eigen risico heeft betaald. Mevrouw [A] heeft haar vordering op [gedaagde] gecedeerd aan [eiseres], die vervolgens een factuur indiende bij [gedaagde]. [gedaagde] heeft slechts gedeeltelijk betaald en de rest van de factuur bleef onbetaald.
De kantonrechter oordeelt dat [gedaagde] niet gehouden is tot verdere uitkering, omdat mevrouw [A] niet heeft voldaan aan de voorwaarden van de verzekering. De rechter benadrukt dat de polisvoorwaarden duidelijk zijn en dat mevrouw [A] op de hoogte had moeten zijn van de noodzaak om de schade eerst te laten vaststellen door een ABS schadeherstelbedrijf. De rechter wijst de vordering van [eiseres] af en veroordeelt haar in de proceskosten. De beslissing is genomen op 29 juli 2015.