AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Witwassen van een aanzienlijk geldbedrag door verdachte en haar man
In deze strafzaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 24 juni 2014 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die samen met haar man beschuldigd werd van witwassen. De verdachte werd ervan beschuldigd een bedrag van € 215.950,- te hebben gewitwassen, dat op 4 november 2013 werd aangetroffen tijdens een doorzoeking van haar woning in Amersfoort. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte niet ter terechtzitting verscheen, maar dat haar raadsman, mr. J.B. Boone, aanwezig was en de verdediging voerde. De tenlastelegging hield in dat de verdachte samen met anderen het geld had verborgen en verhuld, terwijl zij wist dat het afkomstig was uit een misdrijf.
Tijdens de zitting werd het bewijs besproken, waaronder afgeluisterde telefoongesprekken van de medeverdachte, die aangaven dat er geld in de woning aanwezig was. De rechtbank concludeerde dat het geld vermoedelijk afkomstig was van een misdrijf, gezien de grote hoeveelheden contant geld en de wijze waarop het was bewaard. De rechtbank oordeelde dat de verdachte op zijn minst in voorwaardelijke zin opzettelijk schuldig was aan het witwassen van het geldbedrag.
De rechtbank legde een taakstraf op van 120 uur op, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis van 60 dagen indien de taakstraf niet naar behoren werd verricht. De rechtbank hield rekening met het feit dat de verdachte niet eerder met justitie in aanraking was gekomen en dat zij zorg droeg voor vijf minderjarige kinderen. Het in beslag genomen bedrag van € 620,- werd teruggegeven aan de verdachte, aangezien dit als huishoudgeld werd beschouwd. De uitspraak is gedaan op basis van de artikelen 9, 22c, 22d, 47 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht.
Voetnoten
1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier, onderzoek 94KRAT, BVH-nummer PL0981-201309793 (einddossier witwassen), bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Proces-verbaal van relaas van [verbalisant 1], pag. 940.
3.Proces-verbaal bevindingen aantreffen geld van [verbalisant 7], pag. 964 en proces-verbaal van relaas van [verbalisant 1], pag. 939 en 940.
4.Proces-verbaal van relaas opgemaakt door [verbalisant 1], pag. 940.
5.Proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 2], pag. 976 en 977.
6.Proces-verbaal van relaas opgemaakt door [verbalisant 1], pag. 941.
7.Proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 2], pag. 981 en 982.
8.Idem voetnoot 4.
9.Proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 2], pag. 983 en 984.
10.Idem voetnoot 4.
11.Proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 2], pag. 986 en 987.
12.Proces-verbaal sporenonderzoek van [verbalisant 3], [verbalisant 4] en [verbalisant 5], pag. 1010 en 1011.
13.Proces-verbaal uitslag sporenonderzoek van [verbalisant 6], pag. 1015 en rapport dactyloscopisch sporenonderzoek, pag. 1016 en 1017.
14.Proces-verbaal uitslag sporenonderzoek van [verbalisant 6], pag. 1018 en rapport dactyloscopisch sporenonderzoek, pag. 1019 en 1020.