ECLI:NL:RBMNE:2014:2221

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
11 juni 2014
Publicatiedatum
3 juni 2014
Zaaknummer
C-16-325080 - HA ZA 12-824
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toepassing van artikel 1:88 lid 5 BW op buitenlandse rechtspersoon en de rol van niet-uitvoerend bestuurders

In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland, stond de toepassing van artikel 1:88 lid 5 van het Burgerlijk Wetboek centraal, specifiek in relatie tot een buitenlandse rechtspersoon, Yixing, en de rol van niet-uitvoerend bestuurders. De eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.H. Kolenbrander, betwistte dat de lening die door Vahstal Holding B.V. was verstrekt, was aangewend voor de normale bedrijfsuitoefening van Yixing. De rechtbank oordeelde dat artikel 1:88 lid 5 BW ook van toepassing kan zijn op buitenlandse rechtspersonen, mits deze in voldoende mate gelijkgesteld kunnen worden met een Nederlandse besloten of naamloze vennootschap. De rechtbank concludeerde dat de eiseres niet had aangetoond dat Yixing niet aan deze voorwaarden voldeed.

De rechtbank behandelde ook de vraag of de eiseres kon aantonen dat de lening niet was aangewend voor de normale bedrijfsuitoefening van Yixing. De rechtbank oordeelde dat het aantrekken van financiering door een onderneming, zelfs met het doel om faillissement te voorkomen, als onderdeel van de normale bedrijfsuitoefening kan worden beschouwd. De eiseres had onvoldoende bewijs geleverd om haar stelling te onderbouwen dat de lening niet voor de normale bedrijfsuitoefening was aangewend.

Daarnaast werd de rol van niet-uitvoerend bestuurders besproken. De rechtbank oordeelde dat er geen relevant onderscheid is tussen niet-uitvoerend bestuurders van een Chinese Limited en die van een Nederlandse besloten vennootschap. De rechtbank wees de vorderingen van de eiseres af en veroordeelde haar in de proceskosten, die op € 1.931,00 werden begroot. Dit vonnis werd uitgesproken op 11 juni 2014 door mr. J.W. Frieling.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Civiel recht
handelskamer
locatie Utrecht
zaaknummer / rolnummer: C/16/325080 / HA ZA 12-824
Vonnis van 11 juni 2014
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats],
eiseres,
advocaat mr. J.H. Kolenbrander te Leiden,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VAHSTAL HOLDING B.V.,
gevestigd te Amersfoort,
gedaagde,
advocaat mr. D.M. de Bruin te Baarn.
Partijen zullen hierna [eiseres] en Vahstal Holding genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 2 april 2014
  • de akte uitlating producties van [eiseres]
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

2.1.
In 4.13 van het tussenvonnis van 4 september 2013 heeft de rechtbank overwogen dat artikel 1:88 lid 5 BW zich leent voor toepassing met betrekking tot Yixing, een Chinese rechtspersoon, omdat gesteld noch gebleken was dat deze niet in genoegzame mate kon worden gelijkgesteld met een Nederlandse besloten of naamloze vennootschap. Ook was niet betwist dat de door Vahstal Holding verschafte lening was bestemd voor en is aangewend ten behoeve van de normale bedrijfsuitoefening van Yixing. Ook was onweersproken dat [A] samen met [B] ten tijde van het aangaan van de lening de meerderheid van de aandelen in Yixing hield, en dat [B] bestuurder was van Yixing. Ter beoordeling stond slechts nog of (ook) [A] bestuurder van Yixing was, wat Vahstal Holding stelde, maar [eiseres] betwistte.
2.2.
[eiseres] handhaaft haar stelling dat [A] ten tijde van het verstrekken van de lening door Vahstal Holding, geen bestuurder van Yixing was. Verder betwist zij – alsnog – dat de lening was bestemd voor of is aangewend ten behoeve van de normale bedrijfsuitoefening van Yixing. Ook stelt zij – alsnog – dat een Chinese Limited zoals Yixing niet kan worden gelijkgesteld met een Nederlandse besloten of naamloze vennootschap. Volgens haar kan artikel 1:88 lid 5 BW alleen worden toegepast ten aanzien van de in die bepaling genoemde rechtspersonen, en dat zijn (volgens [eiseres]: Nederlandse) besloten of naamloze vennootschappen. Niet andere rechtspersonen, of die nu wel of niet lijken op Nederlandse besloten of naamloze vennootschappen.
2.3.
Toepassing van artikel 1:88 lid 5 BW ten aanzien van buitenlandse rechtspersoon.De rechtbank ziet geen aanleiding om terug te komen van haar oordeel dat artikel 1:88 lid 5 BW zich leent voor toepassing met betrekking tot een buitenlandse rechtspersoon, indien deze in genoegzame mate kan worden gelijkgesteld met een Nederlandse besloten of naamloze vennootschap. Een dergelijke toepassing beantwoordt aan de ratio van artikel 1:88 lid 5 BW. Uit de wetsgeschiedenis blijkt niet dat de wetgever er bewust voor heeft gekozen om (aansprakelijkstellingen ten behoeve van) buitenlandse rechtspersonen van de werking van deze bepaling uit te sluiten. De Hoge Raad legt deze bepaling ook naar haar ratio uit, zo nodig buiten de strikt taalkundige betekenis van de tekst ervan (HR 11 juli 2003, ECLI:NL:HR:2003:AF7513,
NJ2004, 173 inzake een holdingstructuur).
2.4.
Toepassing van artikel 1:88 lid 5 BW ten aanzien van Yixing.[eiseres] heeft niet onderbouwd dat een Chinese Limited zoals Yixing voor de toepassing – naar zijn ratio – van artikel 1:88 lid 5 BW niet in genoegzame mate kan worden gelijkgesteld met een Nederlandse besloten of naamloze vennootschap. Dat een “Raad van Bestuur” van een Chinese Limited zoals Yixing uitvoerend en niet-uitvoerend leden kent is voor een andersluidend oordeel in elk geval onvoldoende (zie ook hierna, 2.7).
2.5.
Normale bedrijfsuitoefening.Volgens [eiseres] is [A] de (hoofdelijke) lening niet aangegaan ten behoeve van de normale bedrijfsuitoefening van Yixing. Zij stelt daartoe dat de lening noodgedwongen is aangegaan, om Yixing in staat te stellen om haar schuldeisers te voldoen en om faillissement te voorkomen. In zijn algemeenheid kan een dergelijke doelstelling van (het aantrekken van) een lening niet worden beschouwd als iets wat buiten de normale bedrijfsuitoefening van een commerciële onderneming – zoals Yixing – ligt. Integendeel, het aantrekken van financiering door een onderneming heeft typisch vaak tot doel om schuldeisers te betalen, en het is bepaald ook niet atypisch te noemen als een onderneming financiering mede aantrekt om (uiteindelijk) faillissement te voorkomen. [eiseres] heeft niet concreet, en daarmee – tegen deze achtergrond – onvoldoende, onderbouwd dat in het onderhavige geval geen sprake was van normale bedrijfsuitoefening.
2.6.
Bestuurder. [eiseres] betwist dat [A] ten tijde van het sluiten van de overeenkomst bestuurder van Yixing was. Zij voert daartoe aan dat de Chinese karakters die in het Chinese uittreksel uit de Chinese kamer van koophandel van Yixing bij [B] staan, volgens een Nederlands-Chinees-Engels woordenboek “directeur” betekenen, en dat dat niet geldt voor de karakters die in datzelfde uittreksel bij [A] staan. Volgens [eiseres] betekenen laatstbedoelde karakters ongeveer “toezichthouder op het bestuur”, iets wat volgens haar lijkt op aandeelhouder, maar dat standpunt heeft zij niet verder onderbouwd (bijvoorbeeld met een uittreksel uit een woordenboek waarin juist die karakters worden verklaard, of anderszins). Hierbij komt dat de beëdigde vertaling van het uittreksel dat Vahstal Holding in het geding heeft gebracht, de karakters bij [A] wel als “directeur” vertaalt.
2.7.
[eiseres] stelt ook dat de vennootschappelijke structuur van een Chinese Limited afwijkt van die van een Nederlandse besloten of naamloze vennootschap, doordat de “Raad van Bestuur” van een Chinese Limited
executive(uitvoerend) en
non-executive(niet-uitvoerend of toezichthoudend) leden kent, en dat [A] slechts in deze zin niet-uitvoerend lid van de Raad van Bestuur van Yixing was. [eiseres] ziet er hierbij aan voorbij dat de (Nederlandse) wetgever in de invoering van de artikelen 2:129a en 239a in het Burgerlijk Wetboek – die voor de naamloze en besloten vennootschap de mogelijkheid van benoeming van niet-uitvoerend bestuurders introduceerde – geen aanleiding heeft gezien om artikel 1:88 lid 5 BW aan te passen. Het moet er daarom voor worden gehouden dat ook rechtshandelingen van niet-uitvoerend bestuurders die overigens voldoen aan de voorwaarden van deze bepaling, niet kunnen worden vernietigd wegens het ontbreken van toestemming van de betreffende echtgeno(o)t(e) of geregistreerd partner. Mede in het licht van de door Vahstal Holding overgelegde relevante bepalingen uit de statuten van Yixing, die uitgebreide bevoegdheden beschrijven van de Raad van Bestuur, en geen bijzondere en/of daarbuiten staande (extra) bevoegdheden voor het uitvoerend lid of de uitvoerend leden daarvan, en die de Raad van Bestuur ook als het hoogste orgaan van de rechtspersoon aanmerken, is de rechtbank van oordeel dat voor de (overeenkomstige) toepassing van artikel 1:88 lid 5 BW geen relevant onderscheid is aan te nemen tussen niet-uitvoerende bestuurders van een Nederlandse besloten of naamloze vennootschap respectievelijk die van een Chinese Limited.
2.8.
Het voorgaande betekent dat de vorderingen van [eiseres] zullen worden afgewezen. [eiseres] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Vahstal Holding worden begroot op:
- griffierecht € 575,00
- salaris advocaat
1.356,00(3,0 punten × tarief € 452,00)
Totaal € 1.931,00

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
wijst de vorderingen af,
3.2.
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten, aan de zijde van Vahstal Holding tot op heden begroot op € 1.931,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 26 juni 2014 tot de dag van volledige betaling,
3.3.
veroordeelt [eiseres], onder de voorwaarde dat zij niet binnen 14 dagen na aanschrijving door Vahstal Holding volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 131,00 aan salaris advocaat, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na aanschrijving,
- te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van het vonnis, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na betekening,
3.4.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.W. Frieling en in het openbaar uitgesproken op 11 juni 2014. [1]

Voetnoten

1.type: JWF 4231