Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 2 april 2014
- de akte uitlating producties van [eiseres]
2.De verdere beoordeling
NJ2004, 173 inzake een holdingstructuur).
executive(uitvoerend) en
non-executive(niet-uitvoerend of toezichthoudend) leden kent, en dat [A] slechts in deze zin niet-uitvoerend lid van de Raad van Bestuur van Yixing was. [eiseres] ziet er hierbij aan voorbij dat de (Nederlandse) wetgever in de invoering van de artikelen 2:129a en 239a in het Burgerlijk Wetboek – die voor de naamloze en besloten vennootschap de mogelijkheid van benoeming van niet-uitvoerend bestuurders introduceerde – geen aanleiding heeft gezien om artikel 1:88 lid 5 BW aan te passen. Het moet er daarom voor worden gehouden dat ook rechtshandelingen van niet-uitvoerend bestuurders die overigens voldoen aan de voorwaarden van deze bepaling, niet kunnen worden vernietigd wegens het ontbreken van toestemming van de betreffende echtgeno(o)t(e) of geregistreerd partner. Mede in het licht van de door Vahstal Holding overgelegde relevante bepalingen uit de statuten van Yixing, die uitgebreide bevoegdheden beschrijven van de Raad van Bestuur, en geen bijzondere en/of daarbuiten staande (extra) bevoegdheden voor het uitvoerend lid of de uitvoerend leden daarvan, en die de Raad van Bestuur ook als het hoogste orgaan van de rechtspersoon aanmerken, is de rechtbank van oordeel dat voor de (overeenkomstige) toepassing van artikel 1:88 lid 5 BW geen relevant onderscheid is aan te nemen tussen niet-uitvoerende bestuurders van een Nederlandse besloten of naamloze vennootschap respectievelijk die van een Chinese Limited.
1.356,00(3,0 punten × tarief € 452,00)