In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 10 oktober 2013 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan openlijk in vereniging geweld plegen tegen een persoon. De feiten vonden plaats op 6 oktober 2012 in Hilversum, waar de verdachte samen met mededaders de aangever opwachtte en hem vervolgens met geweld aanviel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn medeverdachten de aangever bewust hebben opgewacht en hem 's avonds laat met zijn drieën hebben aangevallen, waarbij hij is geschopt en geslagen. De rechtbank overweegt dat, gelet op de ernst van het feit, in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden passend zou zijn. Echter, de rechtbank heeft ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn hoop om weer aan het werk te gaan en de regelingen voor zijn schulden. Uiteindelijk is de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 dagen en een werkstraf van 100 uur. De rechtbank heeft de verklaringen van de aangever en getuigen beoordeeld en geconcludeerd dat de verklaringen van de aangever inconsistent waren, waardoor deze niet als bewijs konden dienen. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van enkele andere tenlastegelegde feiten, maar heeft het openlijk geweld wel bewezen verklaard. De vordering van de benadeelde partij is gedeeltelijk toegewezen, waarbij de rechtbank de verdachte heeft veroordeeld tot betaling van € 500,00 aan de benadeelde partij.