2.2.De rechtbank heeft vervolgens bewezen verklaard:
“1.
hij op tijdstippen, in de periode van 22 februari 2008 tot en met 29 augustus 2010,
te Almere en/of elders in Nederland,
een groot aantal (electronische) aangiften/aangiftebiljetten voor de inkomstenbelasting/ premievolksverzekeringen, ten name van
een groot aantal personen, waaronder
- [A]
(…); en
- [B]
- [D]
(…); en
- [E]
- (…); en
- [G]
- (elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen – valselijk heeft opgemaakt of heeft vervalst,
immers heeft verdachte (telkens) valselijk – in strijd met de waarheid – op die geschriften
- (een) te ho(o)ge en/of gefingeerd(e) bedrag(en) aan lo(o)n(en) en/of loonheffing(en) en
- (een) te ho(o)g(e) en/of gefingeerd(e) bedrag(en) aan aftrekposten (waaronder ziektekosten of andere buitengewone uitgaven en/of giften),
opgegeven,
zulks (telkens met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken.
3.
hij op tijdstippen, in de periode van 22 februari 2008 tot en met 29 augustus 2010,
te Almere en/of elders in Nederland,
(telkens) met het oogmerk om zich en (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen,
door één of meer listige kunstgrepen,
de belastingdienst,
heeft bewogen tot afgifte van geldbedragen,
hierin bestaande dat verdachte (telkens) met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven –
een groot aantal opzettelijk listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid opgemaakte (elektronische) aangiften voor de inkomstenbelasting/premies volksverzekeringen, te name van
een groot aantal personen, waaronder
- [H]
(…); en
- [I]
(…); en
- [J]
(…); en
- [K]
(…); en
- [L]
(…); en
- [M]
(…)
heeft ingezonden naar (de) Inspecteur(s) der belastingen,
waardoor de belastingdienst werd bewogen tot bovenomschreven afgifte.
4.
hij op tijdstippen, in de periode van 22 februari 2008 tot en met 29 augustus 2010,
te Almere en/of elders in Nederland,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf,
(telkens) met het oogmerk om zich en (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen,
door listige kunstgrepen,
de belastingdienst,
heeft bewogen tot afgifte van geldbedragen,
hierin bestaande dat verdachte (telkens) met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven –
een groot aantal opzettelijk listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid opgemaakte (elektronische) aangiften voor de inkomstenbelasting/premies volksverzekeringen, te name van
een groot aantal personen, waaronder
- [N]
(…); en
- [O]
(…); en
- [P]
(…); en
- [Q]
(…); en
- [R]
(…)
heeft ingezonden naar (de) Inspecteur(s) der belastingen,
waardoor de belastingdienst werd bewogen tot bovenomschreven afgifte.”
Het strafvonnis is in kracht van gewijsde gegaan.