Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald
- het bericht van 11 maart 2025 met productie(s) van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie]
- de mondelinge behandeling van 19 maart 2025, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt.
2.De feiten
- zijn werkzaamheden in verband met het pand te [plaats 1] te staken
- tot betaling van een boete van € 14.000,00 wegens overtreding van het relatiebeding.
3.Het geschil
4.De beoordeling
“potentiële relaties en/of opdrachtgevers die voorkomen in het offertebestand van de werkgever en/of waarmee de werkgever onderhandelingen voert of heeft gevoerd omtrent mogelijke toekomstopdrachten”.Mevrouw [naam] valt onder deze omschrijving. Het feit dat [naam] (volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ) contact met hem gezocht heeft en dat hij haar dus niet benaderd heeft, kan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ook niet baten, want het relatiebeding bestrijkt ook de situaties waarbij een opdrachtgever/relatie de voormalige werknemer benadert. In het beding staat immers ook dat het hem verboden is met een dergelijke relatie zaken te doen/contacten te onderhouden. Toen [naam] hem benaderde, had [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] het contact moeten afhouden. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft dat echter niet gedaan terwijl hij wist dat [naam] is aan te merken als een relatie van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] . [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft dus op dit punt het relatiebeding geschonden. In zoverre is de gevorderde verklaring voor recht toewijsbaar.