Uitspraak
RECHTBANK Limburg
1.[gedaagde sub 1] ,
2.
SKEPWOLF B.V.,
1.Inleiding
2.De procedure
- de conclusie van antwoord, tevens houdende eis in reconventie,
3.De feiten
4.Het geschil
primaireen bedrag van € 131.086,99,
subsidiaireen bedrag van € 77.960,71, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 14 september 2023, althans vanaf de dag van de dagvaarding, tot aan de dag van volledige betaling;
Het aangaan van nieuwe betalingsregelingen:
5.De beoordeling
- i) een verplichting aangaat namens de vennootschap terwijl hij weet of redelijkerwijs behoort te begrijpen dat de vennootschap deze verplichting niet zal kunnen nakomen en geen verhaal zal bieden voor de ten gevolge van de wanprestatie te lijden schade (de zogenoemde Beklamel-norm) dan wel
- ii) heeft bewerkstelligd of toegelaten dat de vennootschap haar wettelijke of contractuele verplichtingen niet nakomt en daardoor aan haar wederpartij schade berokkent.
6.De beslissing
- de onroerende zaak Wonen (recreatie) staande en gelegen te [postcode] [plaatsnaam] aan de [adres 2] , kadastraal bekend [gemeente] [sectie] [perceelnummer 1] ,
- de onroerende zaak Wonen (recreatie), staande en gelegen te [postcode] [plaatsnaam] aan de [adres 3] , kadastraal bekend [gemeente] [sectie] [perceelnummer 2] ,
- de onroerende zaak Wonen (recreatie), staande en gelegen te [postcode] [plaatsnaam] aan de [adres 4] , kadastraal bekend [gemeente] [sectie] [perceelnummer 3] ,
- Volksbank N.V.,
- COÖPERATIEVE Rabobank U.A.,
- ING Bank N.V.,
- ABN AMRO Bank N.V.,