In deze zaak heeft DTMobility Cars B.V. een vordering ingesteld tegen een particuliere gedaagde, die een Mercedes-Benz had gekocht maar de koopovereenkomst had geannuleerd. DTMobility vorderde betaling van een annuleringsvergoeding van 15% van de koopsom, gebaseerd op de algemene voorwaarden van Bovag. De kantonrechter heeft de procedure behandeld, waarbij de mondelinge behandeling op 15 januari 2025 plaatsvond. De rechter heeft vastgesteld dat er een koopovereenkomst tot stand is gekomen, ondanks het verweer van de gedaagde dat het ondertekende document slechts een offerte was. De rechter oordeelde dat de offerte alle essentialia bevatte en dat de gedaagde door zijn handtekening instemde met de voorwaarden.
De kantonrechter heeft vervolgens de vraag behandeld of het annuleringsbeding in de algemene voorwaarden van Bovag onredelijk bezwarend was. De rechter concludeerde dat DTMobility niet had aangetoond dat de gevorderde schadevergoeding een redelijke vergoeding was voor het geleden verlies. Hierdoor werd het annuleringsbeding als oneerlijk beschouwd in de zin van de Europese richtlijn 93/13/EEG. De kantonrechter heeft de vorderingen van DTMobility afgewezen en hen veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde, die op € 947,00 zijn vastgesteld. Dit vonnis is uitgesproken op 12 februari 2025.